Op 26 januari 2024 vertrekt Egbert van der Tuin bij Team Nederlandse Vissersbond. In 2011 begonnen als assistent projectmedewerker en inmiddels bekend onder de leden als vraagbaak en steun in de rug als het gaat om het aanvragen van (investerings)subsidies, vergunningen of het inwinnen van juridisch advies. In november 2023 heeft Van der Tuin kenbaar gemaakt dat hij de visserijsector verlaat. De stap om zijn functie bij de Nederlandse Vissersbond neer te leggen was geen gemakkelijke keuze.
Groeiend aantal projecten
In november 2011 begon Egbert als projectmedewerker bij de Nederlandse Vissersbond. Een aantal jaren daarvoor was het projectbureau Ursa Major Services B.V. opgezet, als dochteronderneming van de Nederlandse Vissersbond, naar aanleiding van een oproep van de overheid aan de visserijorganisaties om meer gebruik te maken van de subsidies die er voor de visserijsector beschikbaar werden gesteld. Gedurende de jaren die volgden werden verschillende subsidieprojecten opgestart en uitgevoerd. Nadat collega Durk van Tuinen in 2010 werd aangenomen, groeide het aantal projecten waardoor er ruimte kwam om nog iemand aan te nemen. Egbert vertelt: “In de eerste jaren begeleidde Durk de projecten inhoudelijk en was ik verantwoordelijk voor de administratie en onderhield de contacten met RVO, toen nog Dienst Regelingen. De onderzoekssamenwerkingsprojecten van nu zijn daar deels ook uit gegroeid. Er was destijds al sprake van een samenwerking met wetenschap (IMARES, tegenwoordig WMR) en visserijbedrijven. We hebben heel wat projecten met succes uitgevoerd en de jaren daarna is het aantal projecten alleen maar groter geworden. Leden wisten ons steeds beter te vinden voor hulp en advies bij het aanvragen van subsidies. Zo hebben we de afgelopen jaren de dienstverlening op het gebied van subsidies en projectmanagement kunnen uitbreiden tot wat het nu is.”
Rechtszaken
Al snel werd Van der Tuin gevraagd zich ook op juridisch vlak door te ontwikkelen. Toen het Europees Visserij Fonds (EVF) in 2015 afliep en dus alle subsidieprojecten vastgesteld moesten worden bij RVO, ontstonden er problemen. “De Nederlandse overheid werd op de vingers getikt door de Europese Unie omdat de subsidies niet op een juiste manier zouden zijn verantwoord”, vertelt Van der Tuin. Vervolgens vorderde RVO grote sommen subsidiegeld terug bij de aanvragers. “Dat was in eerste instantie natuurlijk best wel schrikken hier intern, ook bij het bestuur”, legt Van der Tuin uit. “Eerst komt dan natuurlijk de vraag op of wij ons werk wel goed hebben gedaan. Wij zorgden voor de verantwoording. Derk Jan Berends, onze voormalig secretaris, heeft zich toen hard gemaakt om juridische procedures op te starten, omdat het gevoel overheerste dat wij in ons gelijk stonden en niet zomaar de schuld bij de sector neergelegd moest worden. Wij hadden de subsidieprojecten uitgevoerd op basis van de voorwaarden en de regels die de overheid stelde.”
Aan Egbert werd gevraagd de juridische procedures op te starten, in een poging de subsidiegelden alsnog binnen te halen. Vanuit zijn opleiding had hij een achtergrond op juridisch gebied, maar in de praktijk heeft zich dat verder ontwikkeld. Wat volgde waren vele bezwaar- en beroepsprocedures, die vaak jaren duurden. Uiteindelijk konden de meeste procedures met succes worden afgerond en moest RVO de besluiten tot terugvordering of niet uitbetalen van subsidiegelden grotendeels terugdraaien.
Volgens Van der Tuin was dat ook wel een van de hoogtepunten als hij terugkijkt over de afgelopen twaalf jaar. “Dat je uiteindelijk na heel wat jaren procederen succes behaald en toch in het gelijk wordt gesteld, geeft een gevoel van voldoening”, verteld Van der Tuin.
Brexitgelden
Ook het succesvol aanvragen van investeringssubsidies of tegemoetkomingen voor visserijbedrijven vormden voor Van der Tuin een hoogtepunt. “Zo was het de afgelopen jaren met de Brexitgelden het geval dat een aantal leden van ons zich in eerste instantie hadden aangemeld voor de saneringsregeling, maar tegelijkertijd ook een aanvraag deden voor de stilligregeling. Doordat er vanuit de stilligregeling subsidie werd uitgekeerd, hebben een aantal visserijbedrijven toch uiteindelijk de keuze kunnen maken om door te gaan en dus niet te gaan saneren. Dat vind ik het mooie aan mijn werk, dat je door middel van het succesvol aanvragen van subsidiegelden, maar ook door bijvoorbeeld het aanvragen van vergunningen, ervoor kunt zorgen dat bedrijven door kunnen.”
Uitdaging
De uitdagingen voor Van der Tuin lagen voornamelijk op juridisch gebied. “Ik wist vanuit mijn vorige baan als subsidieadviseur binnen een gemeente al veel van subsidies af. Maar echt een goed juridisch verhaal op papier zetten wat ook standhoudt bij een rechtbank, dat was wel een uitdaging. Daar moest ik me echt in gaan verdiepen. Na de vele rechtszaken aangaande de EVF-subsidies was het vervolgens ook een logische stap om met vergunningaanvragen en andere juridische dossiers aan de slag te gaan.”
Van der Tuin noemt specifiek dat hij destijds veel kennis en ervaring heeft opgedaan door middel van de samenwerking met Dommerholt Advocaten: “Daar heb ik toen heel veel van geleerd. Ik stelde documenten in concept op welke vervolgens door Dommerholt werden aangevuld. Op die manier kon ik mij verder ontwikkelen op juridisch gebied en deze werkwijze was ook nog eens kostenbesparend. Die wisselwerking is de afgelopen jaren altijd zeer goed bevallen.”
Hoe verder met de kottervisserij
Hoe moet het verder met de kottervisserij? Een lastige vraag vindt Van der Tuin. “Mijn insteek is de afgelopen jaren altijd geweest om de visserijbedrijven, onze leden, de mogelijkheid te kunnen bieden dat ze kunnen blijven vissen. En dat vind ik nog steeds. Ondanks dat de sector nu wel sterk gekrompen is door onder andere de sanering, gaat het wel om een primaire sector die gezond en (h)eerlijk voedsel aan wal brengt. Het staat voor mij dus als een paal boven water dat de kottersector blijft bestaan.”
Tevens geeft Van der Tuin mee dat het inkrimpen van een sector niet altijd negatief hoeft te zijn. “Het gaat natuurlijk tegen je gevoel in als visserijbedrijven, leden van ons, al dan niet noodgedwongen, moeten stoppen. Maar we zagen dat jaren geleden ook op het IJsselmeer waar de staande nettenvisserij te maken kreeg met een gedwongen nettenreductie van 85%. Iedereen zag dat als de doodsteek voor de IJsselmeervisserij. Maar uiteindelijk moeten we nu na tien jaar constateren dat degenen die overgebleven zijn de laatste jaren een goede boterham verdienen.”
Uiteindelijk vindt Van der Tuin ook dat er meer structurele oplossingen gezocht moeten worden en dat vissers niet te veel beperkt worden in hun visserijmogelijkheden door bijvoorbeeld wet- en regelgeving of door de aanleg van windparken op zee. “Visserijbedrijven moet een goed toekomstperspectief geboden worden, waardoor banken en andere financiers ook weer krediet willen verlenen aan de visserijbedrijven. Hoe mooi zou het zijn als de visserijsector zonder subsidies nodig te hebben, goed kan functioneren”, aldus Van der Tuin.
Van visserij- naar zorgsector
“De stap om mijn functie bij de Nederlandse Vissersbond neer te leggen, was voor mij geen gemakkelijke keuze. Ik was helemaal niet op zoek naar een andere baan, maar ik werd benaderd door een recruiter die namens een zorginstelling op zoek was naar een subsidieadviseur. Na een aantal goede gesprekken werd mij de functie aangeboden en kreeg ik de tijd om een keuze te maken. Die tijd had ik ook echt nodig om een goed afgewogen keuze te maken, want ik heb tot nu toe altijd met veel plezier bij de Nederlandse Vissersbond gewerkt. Toch heb ik na lang wikken en wegen het besluit genomen om de stap te maken naar deze nieuwe organisatie. Net als de visserij vind ik de zorgsector een hele belangrijke sector die de laatste jaren met veel bezuinigingen en moeilijkheden te kampen heeft gekregen. De zorgsector is dus ook steeds meer genoodzaakt om aanspraak te maken op subsidies. Vanuit de mantelzorg voor mijn ouders zie ik ook het belang in van een goede zorgsector in Nederland en dat de capaciteit van de zorg ondanks beperkingen toch op peil gehouden moet worden en liever nog verbetert. Dat ik daar mijn steentje in bij kan dragen door het werven van subsidiegelden, lijkt mij dat wel een mooie uitdaging voor de komende jaren.”
Een grote glimlach
Egbert: “Ik kijk met heel veel plezier en een grote glimlach terug op mijn tijd bij de Nederlandse Vissersbond. Ik heb de jaren meegemaakt dat de besommingen zeer goed waren en er perspectief voor de toekomst was met de ontwikkeling van bijvoorbeeld de puls. Maar aan de andere kant heb ik ook de mindere tijden meegemaakt waarin weinig werd verdiend en het zeer moeilijk was om alle kosten te kunnen betalen. Ongeacht of het goed of minder goed gaat binnen de sector, vind ik het mooi dat je als team, maar ook persoonlijk, waardering krijgt voor je werk. Want alles wat je doet doe je in samenwerking met elkaar en je hebt elkaar nodig. Ik kijk dan ook met een goed gevoel terug op de afgelopen jaren en ik ben dankbaar voor de kansen die mij zijn geboden binnen de organisatie. Tot slot bedank ik ons bestuur, ledenraad, de collega’s van Team Nederlandse Vissersbond, maar zeker ook de individuele leden, hartelijk voor de prettige samenwerking de afgelopen jaren en het vertrouwen dat in mij is gesteld. Ik wens de Nederlandse Vissersbond en haar achterban alle goeds toe en zal de ontwikkelingen binnen de visserijsector blijven volgen.”
Vacature
Het takenpakket van Van der Tuin wordt in eerste instantie verdeeld over het huidige team. Inmiddels staat er een vacature op de website voor de functie van Egbert om op met name juridisch vlak de taken binnen het team op te nemen.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond en vragen naar Jacob Snoek, via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.