De Europese Commissie heeft gereageerd op de vragen die Europarlementslid Bert-Jan Ruissen (SGP) vorig jaar december stelde over de Real Time Closures (RTC) – procedure. Ruissen uitte zijn zorgen over de toename van tijdelijk gesloten visgebieden en vroeg om een herziening van de regelgeving. De Commissie benadrukt in haar antwoord dat wetenschappelijk advies leidend blijft bij eventuele aanpassingen, maar wijst ook op de noodzaak van overleg met Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk.
Gedateerde regelgeving
Volgens Ruissen zijn de regels toe aan een update. Hoewel de regelgeving oorspronkelijk bedoeld was om kwetsbare visbestanden te beschermen, dateert de verordening uit 2010 en houdt deze onvoldoende rekening met de actuele bestandontwikkeling. Vanwege de sterke toename van de bestanden van wijting en schelvis in vergelijking met voorgaande jaren, vangen vissers deze soorten ook steeds vaker als bijvangst, inclusief jonge exemplaren. Zodoende worden belangrijke visgebieden steeds vaker gesloten. Daarom stelde Ruissen de volgende twee vragen aan de Commisie:
- Is de Commissie van plan de minimale steekproefomvang en de gewichtspercentages in Uitvoeringsverordening 724/2010 bij te werken op basis van de meest recente wetenschappelijke gegevens, en tevens te onderzoeken of wijting en schelvis uit de Uitvoeringsverordening kunnen worden geschrapt?
- Is de Commissie bereid om te onderzoeken of er uitzonderingsmogelijkheden kunnen worden geboden voor visserijtechnieken die gebruik maken van aantoonbare selectiviteitsvoorzieningen, waardoor de bijvangst van de genoemde soorten minimaal is, zoals bij de garnalenvisserij?
Meer over deze vragen kunt u lezen in dit bericht dat wij destijds hebben gepubliceerd.
Antwoord van de Europese Commissie
Op 14 februari 2025 publiceerde de Europese Commissie haar antwoord. Zij schrijft:
“De bepalingen ter uitvoering van realtimesluitingen van sommige visserijtakken in de Noordzee en het Skagerrak in Verordening (EU) nr. 724/2010 van de Commissie zijn overeengekomen na overleg tussen de EU en Noorwegen. Deze bepalingen zijn vastgelegd in goedgekeurde notulen die op 3 juli 2009 zijn ondertekend. Voor elke wijziging van deze bepalingen, met inbegrip van de vangstdrempel en de steekproefmethode, zou de Commissie overleg moeten plegen met Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk (VK) — volgens de Raad nu een onafhankelijke kuststaat.
De Commissie wil ervoor zorgen dat alle regelgevingsmaatregelen gebaseerd zijn op het beste beschikbare wetenschappelijke advies. Als uit wetenschappelijk bewijs blijkt dat deze bepalingen moeten worden aangepast aan een nieuwe biologische realiteit, dan is de Commissie bereid passende maatregelen te bespreken met de betrokken lidstaten en andere kuststaten in de Noordzee. De Commissie blijft zich in haar samenwerking met het VK en Noorwegen houden aan de beginselen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, waaronder de vaststelling van maatregelen op basis van het beste beschikbare wetenschappelijke advies.”
Sector hoopt op aanpassingen
De Nederlandse Vissersbond, die eerder al meermaals haar zorgen uitte over de RTC-procedure, is blij met de reactie van de Commissie. “Het is goed dat de Commissie erkent dat wetenschappelijk advies leidend moet zijn,” zegt Ben Scholten van de Nederlandse Vissersbond. “De visbestanden zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd, en dat moet vertaald worden naar de regelgeving. Wij hopen dat er snel stappen worden gezet om de RTC-procedure aan te passen, zodat vissers toegang houden tot belangrijke visgebieden.”
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Durk van Tuinen of Ben Scholten.

