Deze week organiseerde de International Council of the Exploration of the Seas (ICES) een driedaagse workshop gericht op de betrokkenheid van stakeholders bij de ontwikkeling van vistuigen. Omdat de grootste belanghebbenden bij een vistuig de vissers zijn, trok Durk van Tuinen (Nederlandse Vissersbond) namens Nederland samen met Josien Steenbergen (Wageningen Marine Research) afgelopen week naar Kopenhagen om de workshop bij te wonen.
Netinnovatie en aanlandplicht
Diverse Europese landen presenteerden technische innovaties die zij de laatste jaren ontwikkelden voor verschillende visserijen. De meeste innovaties zijn gericht op selectiviteitsverbetering, waarmee zoveel mogelijk wordt ingespeeld op de naderende aanlandplicht.
Wederom werden de grote verschillen tussen de vele visserijtechnieken in de Noordzee, Oostzee en Noordwestelijke wateren zoals Het Kanaal zichtbaar. Er is geen ‘one size fits all’-oplossing, terwijl de aanlandplicht daar wel op ingericht is. Enkele uitzonderingen binnen de aanlandplicht in de vorm van zogenaamde de minimis werden besproken, maar die zijn niet in te passen in de demersale visserij zoals we die als Nederland op de Noordzee kennen.
Kennisuitwisseling tussen vissers
Tijdens de ICES-workshop werd er meerdere malen gerefereerd aan het bezoek dat een Nederlandse delegatie onlangs bracht aan de Zweedse visserijsector gericht op netinnovatie in de langoustinevisserij. De Zweedse visserijorganisatie benadrukte nogmaals de toegevoegde waarde van dergelijke uitwisselingen, zeker wanneer een grote groep actieve vissers daaraan deelneemt.
Zowel Denemarken als België toonden interesse in de ontwikkelingen vanuit het project ‘Netinnovatie Kottervisserij’ en op korte termijn zal worden gekeken naar de toepasbaarheid van de Nederlandse ontwerpen in hun visserijen.
Financiering van netinnovatie
Net zoals in Nederland ondervinden vissers uit Europa en hun belangenorganisaties hinder van de strikte regelgeving vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Het blijkt niet mogelijk om op eenvoudige manier de kosten te vergoeden die vissers maken tijdens het testen van netinnovaties in de praktijk. Alleen Denemarken blijkt een redelijke oplossing te hebben gevonden.
Als Nederlandse Vissersbond hebben we aan ICES gevraagd dergelijke signalen op te pikken en over te brengen aan de bewindspersonen die betrokken zijn bij het EFMZV, zowel nationaal als op Brussels niveau. Enkele lidstaten lossen deze problematiek op met nationale financiering of collectieve financiering vanuit de sector.
Samenwerking wetenschap in visserijsector
Tijdens de driedaagse workshop presenteerde Josien Steenbergen (WMR) de Nederlandse werkwijze met betrekking tot de totstandkoming van projecten en samenwerking tussen de wetenschap en de visserijsector. Aanwezige wetenschappelijke instituten spraken hun bewondering uit voor de Nederlandse werkwijze en de samenwerking tussen de sector en de wetenschap.
In diverse lidstaten blijkt er sprake te zijn van een enorme kloof tussen wetenschap en visserijsector. Dit is iets wat ook in Nederland wel eens wordt benoemd, maar deze kloof lijkt op het eerste oog stukken kleiner dan bij diverse andere lidstaten.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Durk van Tuinen, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.