Sinds de afronding van het Europees Visserijfonds (EVF) zijn verschillende partijen die subsidie hadden aangevraagd vanuit het fonds geconfronteerd met het niet uitbetalen en terugvorderen van de toegekende subsidiegelden door de overheid. Ondanks verwoede pogingen om in dialoog tot een oplossing te komen, bleef de overheid voet bij stuk houden: wie het niet eens was met de subsidiebesluiten moest maar een juridische procedure opstarten.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft in 2016 en 2017 aan diverse subsidieaanvragers laten weten dat toegekende subsidiegelden vanuit het EVF teruggevorderd of alsnog (deels) niet uitgekeerd werden. Een grote financiële strop, want er zijn wel kosten gemaakt.
De sector reageerde vol ongeloof en met verontwaardiging op deze gang van zaken. Door middel van een brief aan toenmalig Staatssecretaris van Economische Zaken, dhr. Van Dam, is verzocht om tot een oplossing te komen. Van Dam reageerde door te stellen dat de overheid op de vingers was getikt door Brussel en niet anders kon dan de subsidiegelden terugvorderen, dan wel niet uitbetalen.
Opstarten procedures
“Het bestuur van de Nederlandse Vissersbond heeft van meet af aan het standpunt ingenomen dat iedere subsidiecent waar we als visserij recht op hebben moet worden uitbetaald door de overheid. Van fouten van de overheid mag de visserman niet de dupe worden. Wij zullen er alles aan doen om dat te voorkomen”, aldus Derk Jan Berends, secretaris bij de Nederlandse Vissersbond.
De Nederlandse Vissersbond heeft vervolgens het initiatief genomen om samen met mede-gedupeerden juridisch advies in te winnen bij advocatenkantoor Dommerholt Advocaten in Zwolle. Er werden bezwaarprocedures opgestart tegen de besluiten van RVO. Egbert van der Tuin van de Nederlandse Vissersbond vertelt: “Sommige bedrijven moesten enkele tonnen subsidiegeld terugbetalen en balanceerden op het randje van een faillissement als gevolg van de besluitvorming van de overheid.” Dit terwijl deze ondernemers hun innovatieve subsidieprojecten op een door RVO tot dan toe goedgekeurde wijze hadden uitgevoerd. “Het is dan heel wrang dat de overheid deze koplopers in de sector volledig in de kou heeft laten staan”, aldus Van der Tuin.
Een lange weg van procederen was het gevolg, tot frustratie van de gedupeerden. Juridische procedures zijn gebonden aan wettelijk vastgestelde termijnen. Dat betekent dat het vaak maanden duurt voordat er een besluit genomen wordt op de ingediende bezwaren. Gedurende die tijd zaten veel ondernemers in grote onzekerheid; moeten ze nu wel of niet de toegekende subsidiegelden terug betalen?
Uiteindelijk bleek een groot deel van de gedupeerden met succes bezwaar te hebben ingediend, een aantal besluiten werden door RVO teruggedraaid, wat betekende dat het subsidiegeld niet teruggevorderd werd of alsnog werd uitbetaald. Echter, ook een groot deel van de bezwaren leidde niet tot het terugdraaien van de eerdere besluiten. “Uiteraard zijn we erg blij met de behaalde successen”, vervolgt Van der Tuin. “Maar op lang niet alle bezwaren kwam een positief besluit. Dat is een enorme domper.”
Traject van de lange adem
Overtuigd van hun gelijk stapten verschillende gedupeerden vervolgens naar het College van beroep voor het bedrijfsleven in Den Haag. Bij het College werd beroep ingesteld tegen de beslissingen van RVO en volgden afgelopen jaar verschillende hoorzittingen. In deze vervolgstap oordeelt een meervoudige kamer bestaande uit meerdere rechters gezamenlijk over de beroepszaken.
Tegenover het College kunnen de gedupeerden tijdens een hoorzitting in de rechtbank hun bezwaren mondeling toelichten en krijgt RVO de mogelijkheid hierop te reageren. Voor verschillende beroepszaken hebben de hoorzittingen inmiddels plaatsgevonden en in een aantal zaken is er reeds uitspraak gedaan door het College. “De eerste uitspraken die we hebben ontvangen van het College laten een positief beeld zien”, vertelt Van der Tuin. “Gedupeerden worden nu in beroep op veel punten alsnog in het gelijk gesteld en het College oordeelt dan ook dat RVO in die gevallen de besluiten tot terugvordering of niet uitbetalen grotendeels moet terug draaien.”
Er staan de komende maanden nog een aantal hoorzittingen gepland bij het College voor nog lopende beroepszaken. “We gaan met goede moed naar deze hoorzittingen toe, gesterkt door het feit dat we in een aantal zaken al in het gelijk gesteld zijn”, aldus Van der Tuin. “Het is echt een traject van de lange adem geworden, waarbij we al meer dan twee jaar aan het procederen zijn. Gelukkig blijkt dat tot nu toe niet voor niks. De aanhouder wint zoals het er nu naar uitziet.”
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Egbert van der Tuin via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.