Het magazine De Ingenieur schrijft een serie over Windenergie op zee. Deel drie van deze serie gaat over de uitdagingen van de opschaling van windenergie op zee. Zo is ook een belangrijke vraag wat de impact daarvan is op de natuur en of er technieken zijn om die impact te beperken. ‘Het is een utopie dat we zoveel windturbines op de Noordzee kunnen neerzetten zonder gevolgen’, zo zegt onderzoeker Josien Steenbergen (WMR).
Grote uitdagingen
De opschaling van wind op zee gaat gepaard met grote uitdagingen. Het is één van de maatregelen van de overheid en windparkeigenaren om het effect van windturbines op de natuur te beperken. Ze hebben invloed op de leefomgeving van de dieren in en boven de zee. En die impact zal met de geplande uitbreiding van de parken alleen maar toenemen. Een natuurbeschermingsmaatregel is de windparken tijdelijk stilleggen voor trekvogels, zodat zij een veilige doortocht hebben.
Last van geluidsoverlast
Uit het onderzoeksprogramma WOZEP, opgesteld door de overheid in 2016, blijkt dat voor zeehonden, bruinvissen en (met name jonge) vissen last hebben van de geluidsoverlast bij de aanleg van windparken. Dat is een tijdelijk effect, maar met de geplande opschaling kan dit behoorlijk lang duren. Hier wordt wel aan oplossingen gewerkt door technieken als een ‘bellenscherm’, trillen in plaats van heien en het zwart verven van een wiek.
Daling populatiegroei zeehonden
Toch zegt zeezoogdieronderzoeker Sophie Brasseur bij Wageningen Marine Research (WMR) dat het nog niet bekend is of de dieren last hebben van de parken. Wel blijkt uit de jaarlijkse tellingen dat de populatiegroei van gewone zeehonden de laatste tien jaar van 10 naar 1 procent is gedaald, ondanks het hoge aantal pups dat werd geboren. Afgelopen jaar veranderde ook opeens de ‘pupproductie’ en nam dit af met 22 procent. Brasseur geeft aan dat die bevindingen te maken zouden kunnen hebben met de windparken in Duitsland. De zeehondenpopulatie bevolkt namelijk de Deense, Duitse en Nederlandse zee.
Gevolgen voor zeevogels
Op land kunnen de slachtoffers van de aanvaring van vogels en vleermuizen met een windturbine gewoon worden geteld, maar hoeveel dieren er tot nu toe op zee zijn neergemaaid, is lastig vast te stellen. Modelberekeningen van WMR voorspellen duizenden fatale botsingen per jaar vanaf het jaar 2050, uitgaande van de geplande opschaling van windenergie. In het voor- en najaar vliegen miljoenen trekvogels over de Noordzee, waarvan een groot deel zich op de hoogte beweegt waar de turbinebladen draaien. Zelfs als de vogels de parken ontwijken, kunnen de turbines een nadelige invloed hebben op deze populaties. Omvliegen kost energie en die hebben de vogels in het trekseizoen hard nodig. Josien Steenbergen, coördinator van het onderzoek naar de gevolgen van offshore windparken op de natuur bij WMR, legt uit dat de verstoring verder gaat dan dat. Vogelsoorten die een groot deel van hun leven doorbrengen op de Noordzee, zoals jan-van-genten, alken en zeekoeten zijn van de zee afhankelijk voor hun voedsel. Deze vogels lijken gebieden met windturbines te mijden, waardoor hun leefgebied steeds kleiner wordt. Aalscholvers bevinden zich wel in de parken, omdat ze op land leven, maar hun voedsel in de zee zoeken. Voor hen is een windturbinepark een extra eiland waarop ze tussendoor kunnen landen. Zij kunnen hierdoor dus juist verder de zee op. Door dit soort effecten kunnen windparken een verschuiving gaan veroorzaken in de aanwezigheid van soorten, zowel boven als onder de zeespiegel. De dieren die zich het beste aanpassen aan de nieuwe omstandigheden zullen dan de overhand krijgen.
Verstoring voedselweb in zee
Ook verwijzen Steenbergen en Brasseur naar het onderzoek van Deltares dat onder andere schrijft over de gevolgen van windparken op de groei van fytoplankton, de basis van het voedselweb in zee. Windparken hebben invloed op de groei van deze algen, ze veranderen de stroming en verstoren zo de stratificatie of natuurlijke gelaagdheid van het zeewater. Lees hier het artikel dat eerder in ons weekjournaal is gepubliceerd met betrekking tot dit onderzoek.
De aanleg van windparken zoud ook kansen moeten bieden voor de natuur. De stenen die tegen de windturbines aan gestort zijn, fungeren als kunstmatig rif waar dieren als oesters, mosselen en anemonen groeien en waartussen vissen kunnen schuilen. Echter, wat het uiteindelijke effect hiervan zal zijn is ook niet te voorspellen. ‘Eigenlijk zijn we ergens mee bezig waarbij we geen flauw benul van de consequenties hebben’, zegt onderzoeker Brasseur. ‘En dit op een schaal die maakt dat processen niet makkelijk omkeerbaar zijn. Want ecosystemen functioneren zo dat ze in balans zijn, maar die balans kan wel plotseling omslaan.’
‘Wat we niet zien, weten we niet’
Steenbergen en Brasseur worstelen met de vraag of we het energievraagstuk afwentelen op de Noordzeenatuur. ‘Realiseer je eens dat de Noordzee tot tien jaar geleden nog nauwelijks door mensen werd gebruikt’, zegt Brasseur. ‘De zee werd eens doorkruist door een schip, hier en daar was een olieplatform, zelfs de intensieve visserij bleef beperkt tot maar enkele dagen per jaar. Nu zijn we die grote vlakte totaal aan het industrialiseren. En we weten niet goed wat we verliezen. Wat we zien is de invloed op zeehonden en grote vogels. Wat we niet zien, weten we niet.’ Steenbergen vult aan: ‘de ministeries hebben onderzoeksprogramma’s opgezet om aan te tonen dat ze rekening houden met de natuur en het ecosysteem. Wat ik hoop, is dat de politiek oprecht is en dat er dus ook iets met de uitkomsten gebeurt als dat nodig blijkt te zijn.’ Dat zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat de afstand tussen de windturbines kleiner wordt zodat sommige delen van de Noordzee gevrijwaard kunnen blijven van windparken. Lastig is wel dat de bouw van de parken al gaande is, en de onderzoeksresultaten dus achter de feiten aanlopen. ‘maar alles wat we doen heeft gevolgen’, zegt Steenbergen. ‘het is een utopie dat we zoveel windturbines op de Noordzee kunnen neerzetten zonder gevolgen.’
BRON: DE INGENIEUR (juli 2023)
Voorzorgbeginsel
De vrees dat de “industrialisering” van de Noordzee negatieve gevolgen gaat hebben voor de natuur, die nu worden onderschat, is iets wat enorm leeft bij onze vissers. Opnieuw worden onze zorgen door wetenschappers bevestigd. Eerder in ons weekjournaal werd nog bericht dat windmolens op zee een bedreiging zijn voor jan-van-genten en voor andere zeevogels. Ook berichtte de Nederlandse Vissersbond onlangs over een wetenschappelijk artikel over een onderzoek dat veranderingen in het gedrag van kabeljauwlarven documenteert wanneer ze zich dicht bij offshore windturbines bevinden.
De uitrol van windparken op de Noordzee gaat onophoudelijk door terwijl grootschalig onderzoek naar de effecten van windparken op de Noordzee nog niet zijn afgerond. De Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid vindt het vreemd dat het voorzorgbeginsel hier niet lijkt te tellen. ‘Wij blijven hiervoor waarschuwen en wijzen op het in acht nemen van het voorzorgbeginsel’, aldus voorzitter Johan K. Nooitgedagt.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt en/of Emma Kater.