Het gaat weer wat beter met de zeebaarsbestanden in de noordwestelijke wateren. Ondanks dit, blijft het vangstadvies van de internationale visserijbiologen onverminderd laag. Het duurt jaren voordat beperkende maatregelen een substantiële verbetering laten zien, omdat zeebaars relatief laat volwassen wordt. De schaarste verdelen tussen de verschillende visserijen is al jaren een probleem. De Brexit maakt het nog een stuk complexer. Afgelopen maandag organiseerde het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) een zeebaarsoverleg voor belanghebbenden (stakeholders). Jacob Snoek en Derk Jan Berends namen deel namens de Nederlandse Vissersbond.
ICES advies
ICES brengt jaarlijks advies uit over zeebaars in de centrale en zuidelijke Noordzee, de Ierse zee, het Engels Kanaal, het Bristol Kanaal en de Keltische zee. Voor 2021 is het advies een maximum hoeveelheid te onttrekken (total allowable catch of TAC) tussen 1.680 en 2.000 ton voor de commerciële en recreatieve visserijen samen. Het gaat dan om een kleine verhoging van de TAC met 2,8%. Dat is een advies op basis van maximum duurzame oogst (MSY). Het zeebaarsbestand bevindt zich net boven het biologische minimum, dat wil zeggen het paaibestand (spawning stock biomasse of SSB) haar minimale omvang (Blim) heeft zonder dat het voorbestaan in problemen komt. Het bestand is dus uit de gevarenzone maar nog niet op het niveau van MSY.
Duurzame bevissing
Door alle vangstbeperkingen van de afgelopen jaren is de visserijsterfte ver onder de norm voor duurzame bevissing (Fmsy) terecht gekomen, wat gunstig is voor de ontwikkeling van het paaibestand. Het bestand is dus nog niet op orde maar er wordt wel duurzaam op gevist. Bovenstaande ICES-tabel laat dat mooi zien: groen (visserijsterfte) en rood (zeebaarsbestand). Om er voor te zorgen dat het visbestand kan doorgroeien naar het MSY-niveau zullen er waarschijnlijk nog vele jaren beperkingen (schaarste) van kracht blijven voor zowel de commerciële als recreatieve vissers. Zeebaars valt niet onder de aanlandplicht.
Onvolledige informatie
Tijdens de bijeenkomst bleek dat er door de beleidsmakers in Brussel moeilijke beslissingen moeten worden genomen op basis van onvolledige informatie over het bestand en de recruitment. ICES heeft een instrument ontwikkeld om de besluitvorming te ondersteunen. De vrees bestaat echter dat op basis van de onvolledigheid van de informatie, de maatregelen voor 2021, meer beperkingen opleveren terwijl het ICES-advies juist een plus is.
Gelijk speelveld
Het verdelen van de schaarste is een punt van aandacht. Voor de sleepnetvisserij vormt zeebaars een bijvangst die niet te vermijden is. Van een gerichte visserij op zeebaars is en mag geen sprake zijn. Sleepnetvissers (o.a. bokkers, twinriggers, flyshooters) mogen jaarlijks maximaal 5% van hun vangt en maximaal 520 kg per twee maanden aan zeebaars aanlanden. Voor de recreatieve visserij (hengels) en de commerciële handlijnvissers (hengels) en staande netten is dat een ander geval. Deze visserijen zijn er op gericht om zeebaars te vangen. Sportvissers mogen van 1 maart tot 30 november maximaal twee zeebaarzen meenemen. Handlijnvissers mogen 5.700 kg per jaar aanlanden, staandwantvissers slechts 1.400 kg per jaar.
De Nederlandse Vissersbond pleit al jaren voor gelijk speelveld tussen de handlijnvissers en staandwantvissers. De Europese Commissie wil het verschil tussen beiden niet opheffen omdat ze van mening is dat de lijnenvissers wel en de staandwantvissers niet afhankelijk zijn van de zeebaars voor hun inkomen. Dat is onterecht omdat er wel degelijk sprake is van een gerichte visserij met staande netten op zeebaars.
Op aandringen van de Nederlandse Vissersbond heeft de Nederlandse staatssecretaris en later ook de minister met succes ervoor gezorgd dat er in ieder geval een vangsthoeveelheid voor de staandwantvisserij is gekomen is een maandhoeveelheid omgezet naar een jaarhoeveelheid. Wij zijn onze bewindslieden daar zeker dankbaar voor. Het is echter nog steeds een groot verschil tussen 5.700 kg (handlijn) en 1.400 kg (staandwant) en daarom hebben wij afgelopen maandag wederom gepleit om hier aandacht voor te vragen in Brussel.
Brexit maakt het complex
Brexit maakt meer kapot dan ons lief is. Dat geldt waarschijnlijk ook voor het dossier zeebaars. Het Verenigd Koninkrijk is de belangrijkste speler in de zeebaarsvisserij. Als er geen visserijakkoord is tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU op 1 januari 2021, dan is het onzeker wat er met de zeebaars zal gebeuren. Blijven de huidige maatregelen van kracht? In de aanloop naar januari wordt er door de Britten ingezet op een groter aandeel in de TAC van gedeelde vissoorten omdat de huidige verdeling volgens hen oneerlijk zou zijn. Het is niet ondenkbaar dat dit ook voor de zeebaars-TAC zal gelden. Dat zou nog meer pijn betekenen voor de EU-vissers.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jacob Snoek of Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.