Vijf studenten van de universiteit van Wageningen hebben in opdracht van de Nederlandse Vissersbond onderzoek gedaan naar de verschillende maatregelen om groeioverbevissing in de Noordzeegarnalenvisserij te verminderen. Groeioverbevissing is het vangen van garnalen voordat ze hun marktwaardige grootte hebben bereikt. De voor- en nadelen van verschillende maatregelen zijn onderzocht in de literatuur en de visie van enkele vissers is achterhaald door middel van interviews. In dit onderzoek is gekeken naar de effecten van een maaswijdtevergroting, sorteerrooster, maasvormverandering en een vlootsanering. Deze informatie is vervolgens gebruikt om te bepalen welke potentiële maatregel het meeste draagvlak heeft bij Nederlandse garnalenvissers. De Nederlandse Vissersbond heeft deze opdracht uitgezet, omdat de groeioverbevissing verminderd moet worden om onder het MSC-certificaat te mogen blijven vissen.
Maaswijdtevergroting
In het MSC managementplan van de Noordzeegarnalenvisserij staat beschreven om in stappen de maaswijdte van de kuil van 20 naar 26 mm te vergroten. Momenteel ligt de laatste stap van 24 naar 26 mm op tafel. De vergroting van de kuilmaaswijdte dient ervoor te zorgen dat meer niet-marktwaardige garnalen uit het net kunnen ontsnappen.
Uit wetenschappelijke studies blijkt dat het vergroten van de maaswijdte naar 26 mm zorgt dat biomassa van de garnalenpopulatie zal toenemen, waardoor als gevolg ook de vangsten zullen toenemen. Dit effect zal naar verwachting binnen twaalf maanden zichtbaar zijn. Deze toename in biomassa en vangst wordt veroorzaakt door de niet-marktwaardige garnalen die dankzij de grotere maaswijdte eenvoudiger uit het net kunnen ontsnappen. Deze garnalen kunnen daarom doorgroeien en reproduceren, waarna ze een volgende keer wel gevangen kunnen worden.
Het nadeel van de maaswijdtevergroting is dat ook een deel van de marktwaardige garnalen die in het net komen, weer ontsnappen. Dit resulteert in een vangstvermindering voor de vissers. Daarnaast moet rekening gehouden worden met de inkrimping van het net. Wanneer gevist moet worden met 26 mm in de kuil zal begonnen moeten worden met een maaswijdte van 28 mm. Dit zal voor een groter verlies aan marktwaardige garnalen zorgen. Bovendien geven geïnterviewde vissers om deze reden aan dat er ‘gesjoemeld’ zal gaan worden met de netten en dat de handhaving momenteel niet voldoende is om dit te voorkomen. Wanneer de maatregel niet door iedereen wordt nageleefd, zal dit de efficiëntie ervan verminderen.
Sorteerrooster
Eén van de alternatieve maatregelen voor de maaswijdtevergroting is het toepassen van een sorteerrooster in het net. Het rooster bestaat uit een frame met spijlen die op 6 mm afstand van elkaar geplaatst worden. Dit zorgt ervoor dat alleen niet-marktwaardige garnalen via het rooster uit het net kunnen ontsnappen. Hoe een sorteerroostersysteem voor de Noordzeegarnaal eruit moet komen te zien, dient nog verder onderzocht te worden. Op basis van de experimenten met een sorteerrooster kunnen al enkele richtlijnen gegeven worden. De exacte afmetingen van het rooster en de spijlen, het meest praktische materiaal voor het rooster en de precieze manier van plaatsing in het net zal nog bepaald moeten worden.
Het voordeel van een sorteerrooster is dat er nauwelijks tot geen marktwaardige garnalen verloren gaan, omdat deze simpelweg niet tussen de spijlen door kunnen. Het is hierbij essentieel dat de spijlen in het rooster stevig zijn. Wanneer deze namelijk te zwak zijn, kunnen deze gaan vibreren onder water, waardoor er toch marktwaardige garnalen tussendoor kunnen. Uit literatuur blijkt dat een sorteerrooster zorgt voor een vergelijkbare vermindering van groeioverbevissing. Het is daarom aannemelijk dat het toepassen van een dergelijk rooster in de Noordzeegarnalenvisserij zal zorgen voor een vergelijkbaar positief effect op de biomassa van het garnalenbestand en de vangst van de vissers.
Het nadeel van een sorteerrooster is het risico op verstopping. Wanneer er namelijk veel bijvangst, zowel dierlijk als niet-dierlijk, bij het rooster komt, kan deze verstopt raken. Hierdoor verliest het rooster zijn werking. Een deel van de geïnterviewde vissers ziet om deze reden het gebruik van een sorteerrooster niet zitten. Andere geven aan dat zij wel de potentie ervan inzien. Voordat het sorteerrooster op grote schaal gebruikt kan worden in de Noordzeegarnalenvisserij, dient er meer onderzoek gedaan te worden naar het risico op verstoppingen van het rooster en het tegengaan ervan.
Maasvorm
In de garnalenvisserij worden momenteel ruitvormige mazen, ook wel T0 mazen, gebruikt in de netten (zie figuur 2). Deze maasvorm trekt strak bij het vissen, waarna de niet-marktwaardige garnalen minder eenvoudig uit het net kunnen ontsnappen. Door het gebruik van een andere maasvorm in de kuil van het net kan het selectievermogen van het net worden verbeterd. Twee andere maasvormen zijn getest voor de Noordzeegarnaal: de vierkante (T45) en de 90° gedraaide (T90) maas.
Uit deze onderzoeken kwam naar voren dat de T45 gecombineerd met een maaswijdte van 24 mm beter selecteert op grotere garnalen dan de T0. Echter gaan er wel meer marktwaardige garnalen verloren. De T90 gecombineerd met 26 mm selecteert gemiddeld ook grotere garnalen dan de T0 mazen, maar wel minder goed dan de T45. Echter gaan via deze combinatie minder marktwaardige garnalen verloren. De T45 en T90 maasvormen gecombineerd met respectievelijk een maaswijdte van 24 en 26 mm zijn dus in staat om groeioverbevissing van de Noordzeegarnaal meer te verminderen dan de huidige maasvorm gecombineerd met een maaswijdte van 24 en 26 mm.
Het nadeel van deze alternatieve maasvormen is dat er nog te weinig bekend is over de functionaliteit en bruikbaarheid van de maatregel. Zo is het technisch gezien lastiger om een T45 of T90 kuil in het net te maken. Daarnaast kunnen de T90 mazen sneller kapotgaan. Vissers gaven aan dit lastig te vinden. Bij het implementeren van de alternatieve maasvormen vindt er naar verwachting op korte termijn verlies van marktwaardige garnalen plaats. Echter wordt dit gecompenseerd door de verwachte vangstvermeerdering op langere termijn, omdat de niet-marktwaardige garnalen kunnen doorgroeien en voortplanten.
Vlootsanering
In verschillende akkoorden, zoals het VIBEG-akkoord en het Noordzeeakkoord, wordt een vlootsanering aangedragen als een mogelijke oplossing voor het verlagen van de visserijdruk. In 1995 werd specifiek gesaneerd op kotters en GK-vergunningen voor de Waddenzee, wat doet denken aan de sanering van het Waddenfonds van dit jaar. Het verschil is dat de eerdere sanering nadruk legde op het verwijderen van kotters uit de industrie. Voor de Waddenfonds-sanering kan dus de vraag worden gesteld of naast de GK-vergunning ook kotters moeten worden uitgekocht om de visserijdruk op een effectievere manier te verminderen. Zo kan ook het aantal vergunningen permanent worden verwijderd en een ‘ring’ rond de Noordzeegarnalenvisserij worden gelegd.
Volgens een studie op basis van een model van de Noordzeegarnalenvisserij zou de vloot baat hebben bij een vermindering van 90 kotters. Dit zorgt ervoor dat de visserijdruk wordt verminderd en garnalen meer kans hebben om door te groeien, waardoor een langere periode met vangst van marktwaardige garnalen ontstaat. Wanneer minder kotters actief zijn, wordt minder brandstof verbruikt en daarmee wordt de CO2-uitstoot teruggedrongen. Bovendien kan worden voorspeld dat de overgebleven kotters collectief minder bodemberoering en bijvangst genereren. Wanneer de vangst wordt verdeeld onder minder kotters, wordt de omzet per kotter verhoogd. Een groter aandeel kotters kan worden uitgekocht door middel van een lening vanuit de industrie. Deze wordt afbetaald middels een aanlandingstaks. Dit is een vastgesteld percentage waarmee per aanlanding een deel van de omzet over langere tijd ten goede komt aan het aflossen van de lening.
De meeste geïnterviewde vissers staan positief tegenover een vlootsanering, mits een redelijk bedrag wordt aangeboden. Zij stellen bij het verkopen van de vergunning een maandelijkse bijdrage of een vast uitkoopbedrag voor. Ook wordt voorkeur gegeven aan het uitkopen van kotters. De vissers spreken over drukte op het water en geen zin meer hebben in ‘gedoe’ omtrent de vele regels die hen wordt opgelegd. Voorbeelden hiervan zijn het sluiten van natuurgebieden en nieuwe regels voor vissers in het Noordzeeakkoord.
Concluderend advies
Het rapport raadt een vlootsanering aan waarin voor elke visser een redelijke vergoeding tegenover staat, eventueel deels gefinancierd door de industrie. Opgekochte vergunningen worden permanent verwijderd, waarbij meegenomen wordt dat vissers niet zomaar overstappen op ’een andere vlag’ of andere visserij. Naast de vlootsanering wordt de maasvergroting naar 26 mm aangeraden voor de gehele vloot. Deze maatregel wijkt het minst af van de huidige situatie en vereist dus de minste installeringskosten en aanpassingen in het onderhoud. Daarnaast zijn eventuele verliezen in de toepassingsperiode binnen een jaar terugverdiend. Wel moet hierbij worden gelet op het correct afstellen van de netten, zodat ook na het krimpen de maaswijdte aan de minimale wijdte voldoet. De overgebleven kotters na de sanering worden aangemoedigd om verder te innoveren, aangezien deze door winstvergroting meer financiële en sociale vrijheid hebben. Hierbij kan worden gedacht aan netaanpassingen, zoals een sorteerrooster of verandering van maasvorm. Tenslotte geldt voor elke maatregel dat een effectieve handhaving essentieel is, zodat de maatregel door elke garnalenvisser onder het MSC-certificaat wordt nageleefd.
Lees het volledige onderzoeksrapport hier van de studenten: Ilse van Ekris, Aranka Kolmas, Emma Labohm, Diederik Padmos & Amy Wortel.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Amerik Schuitemaker via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.