In de wereldzeeën zit misschien minder vis, maar het aantal inktvissen, octopussen en zeekatten groeit al jaren. De weekdieren hebben weinig last van de opwarming van het klimaat en van overbevissing.
Biologen extrapoleerden de groei uit vangst- en bijvangstcijfers die tussen 1953 en heden verzameld zijn. Lange tijd ging het slecht met de reuze zeekatten. Nu heeft de populatie zich behoorlijk hersteld. Zeekatten groeien snel en sterven jong, net als andere inktvissen. Populaties kunnen zich daardoor heel snel herstellen. Dat kan voor een deel de wereldwijde inktvistoename verklaren, denken onderzoekers.
Een andere verklaring die de biologen opperden is de opwarming van de oceanen. Inktvissen worden sneller geslachtsrijp in warmer water. Misschien profiteren de weekdieren van de terugloop van vissen die op inktvissen jagen. Niets is helemaal zeker. Dat weten vissers als geen ander.
De zalm
Men ging ervan uit dat de zalm uit Nederland was verdwenen vanwege watervervuiling, die ontstond als gevolg van de industrialisatie. Ecologen dachten pas later ontdekt te hebben waarom de zalm werkelijk verdween. Volgens de ecologen is de zalm uit onze wateren verdwenen door de komst van watermolens. De onderzoekers bestudeerden alle bronnen vanaf 1260 die ze konden vinden. Een onderzoeker schatte dat begin 1900 99% van de aantallen uit het midden van de 13e eeuw verdwenen was. In de 17e eeuw was het zo dat de dienstboden in hun contracten lieten opnemen dat ze niet te vaak zalm voorgezet wensten te krijgen.
Dat is het verhaal om te illustreren dat er vroeger zo veel meer zalm was. Men is toen gaan kijken naar de veranderde watersystemen. Vanaf het jaar 1000 heeft men gezien dat er overal watermolens gebouwd werden. Het moeten er uiteindelijk tienduizenden zijn geweest. Voor watermolens werden in Nederland speciale dammen aangelegd. Deze vormden een hindernis voor de zalm die stroomopwaarts zwemt om eitjes te leggen. Zalm kan goed springen, waardoor een aantal dieren de zware tocht naar de paaigronden wel succesvol kan afleggen. Ter plekke ontdekte ze dan echter dat een paaiplaats ongeschikt was geworden.
Volgens de onderzoekers heeft de teruggang van de zalmstand grote gevolgen gehad, niet alleen voor de mens maar voor het hele ecosysteem. De honderden tonnen zalm die ooit jaarlijks de beken opzwommen, brachten in feite voedingsstoffen van de zee de bergen in. De teruggang van beren, wolven en arenden kan mede verklaard worden door het gebrek aan zalm. Uit dergelijk onderzoek blijkt dus dat watermolens de zalm de nekslag gaven. Al in de middeleeuwen werd zalm zeldzaam in de Europese rivieren. Ooit zwommen er zalmen in alle grote Europese rivieren, van de Seine tot de Maas en Rijn, maar tegenwoordig leven alleen in Ierland, Schotland, IJsland en Noorwegen nog gezonde populaties.
Sportvisserij Nederland heeft een andere mening
Dat watermolens een belangrijke rol hebben gespeeld in de achteruitgang van de zalmbestanden is een mooi resultaat, zegt Sportvisserij Nederland. Maar verlies van vispopulaties heeft nooit één oorzaak. Tussen 1850 en 1910 zijn in Nederland honderdduizenden zalmen uit de Rijn gevist. Overbevissing heeft echt een rol gespeeld bij het verdwijnen van de zalm aldus Sportvisserij Nederland. Onderzoekers zeggen niet te ontkennen dat verontreinigingen en intensieve visserij een groot gevolg heeft gehad voor de zalm maar in de tweede helft van de 19e eeuw was de zalm volgens hun gegevens al met meer dan 90% afgenomen. Watermolens waren daarvoor verantwoordelijk.
Zalm in de Rijn, een open Haringvliet is niet genoeg
Er wordt veel geïnvesteerd om zalmen en andere trekkende riviervissen terug te laten keren in het stroomgebied van de Rijn. Daarvoor zijn ook de sluizen van de Haringvlietdam op een kier gezet, zodat zalmen vanuit zee de rivieren kunnen bereiken. Volgens onderzoekers zijn we er daarmee nog niet. Zalmen moeten niet alleen de rivier vinden, ze hebben ook grindbedden nodig om te paaien. Er is blijkbaar nooit één waarheid wanneer het over vis gaat…