Visserijministers van de Europese lidstaten vormen samen de Europese Visserijraad. Het is deze raad die doorgaans in december beslist over de vangstmogelijkheden voor het komende jaar voor de Europese visserijvloot. Dat doen de ministers op basis van een wetenschappelijk onderzoek gebaseerd voorstel van de Europese Commissie (EC).
Uitgangspunt is wetenschappelijk advies
Het wetenschappelijk onderzoek inclusief adviezen voor de maximale vangsten (quota of TAC’s – total allowable catch, maximaal toegestane vangsten) is afkomstig van de Europese wetenschappelijke instituten Internationale Onderzoeksraad voor de Zee, ICES (uitvoerend) en STECF, het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (controlerend).
Leidend in dit advies is dat zo snel mogelijk de exploitatie van visbestanden geschiedt op basis van MSY (het duurzame, biologisch veilige niveau). In het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid is overeengekomen dat de visserij op alle visbestanden uiterlijk in 2020 op basis van MSY (Maximal Sustainable Yield, maximale duurzame vangst) geschiedt. MSY wil zeggen dat de vangsten in evenwicht zijn met de aanwas binnen de visbestanden.
Naast het advies van ICES en STECF neemt de Europese Commissie de onderhandelingsresultaten over de verdeling van gedeelde visbestanden met Noorwegen mee in haar voorstel aan de Visserijraad.
Minder rigoureus
Visserijministers van de lidstaten volgen het voorstel van de Europese Commissie niet altijd één op één. Het bereiken van het MSY-niveau in het opvolgende jaar (het uitgangspunt van het ICES-advies) betekent voor sommige vissoorten rigoureuze vangstbeperkingen. Dat kan de visserij in de lidstaten ernstig in sociaal economische problemen brengen. Door te kiezen voor minder rigoureuze beperkingen kan men die grote problemen voorkomen, terwijl de doelstelling (MSY in 2020) nog altijd gehaald wordt.
Trilateraal
De uiteindelijke vaststelling vindt plaats in de Visserijraad van 11-13 december in Brussel. Eerst presenteert de Commissie haar voorstel. Vervolgens leggen de ministers uit op welke punten zij aanpassingen wensen. Daarna volgt overleg tussen de lidstaten apart met de Commissie en de voorzitter van de Raad (een vertegenwoordiger van de lidstaat die op dat moment voorzitter is van de EU). Tijdens deze trilaterale gesprekken zoekt men naar compromissen waar zowel de lidstaten als de Commissie akkoord mee kunnen gaan.
Meerderheid van 55 procent
Deze compromissen worden als gezamenlijke voorstel van het EU-voorzitterschap en de EC in stemming gebracht. Gaat een gekwalificeerde meerderheid (minimaal 55 procent van de lidstaten) van de ministers akkoord, dan zijn de quota voor het volgende jaar een feit. Is er geen meerderheid, dan herhaalt zich het traject van trilateraal overleg resulterend in een nieuw compromisvoorstel en een nieuwe stemronde, net zolang tot er een compromisvoorstel dat steun krijgt van een gekwalificeerde meerderheid.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt of Derk Jan Berends, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl