In Brussel heeft op maandag 24 april 2017 de Visserijcommissie een hoorzitting gehouden over de invoering van de aanlandplicht. Namens Europêche, de koepel van nationale visserijbelangenorganisaties waarbij ook de Nederlandse Vissersbond is aangesloten, deelde voorzitter Pim Visser zijn zorgen met de leden van het Europees Parlement en de Europese Commissie.
Europees visserijcommissielid Peter van Dalen beaamt de grote problemen: “Vanuit de visserijsector krijgen we alarmerende signalen.” Hij hekelde de houding van de Europese Commissie, die meent dat alles op rolletjes loopt. “Het is juist alle hens aan dek om te voorkomen dat de sector vastloopt in 2019,” aldus Van Dalen op zijn eurofractie website. “De Europese Commissie steekt de kop in het zand. Ze weigert te erkennen dat deze aanlandplicht onwerkbaar is. Er is meer tijd en meer flexibiliteit nodig.”
EU: herfst 2017 nadenken over oplossing choke species
Tijdens de hoorzitting bracht Veronika Veits namens de Europese Commissie verslag uit over de aanpak en voortgang van de aanlandplicht. Ze gaf onder meer toe dat er nog gewerkt moet worden aan oplossingen voor de verstikkingssoorten (choke species) en kondigde aan hierover in de herfst van 2017 een seminar te organiseren. Dat is rijkelijk laat voor een probleem dat onze belangrijkste visserijen in 2018 kan stilleggen.
Lidstaten investeren te weinig in visserijverduurzaming…
Uit de presentatie van topambtenaar Veits blijkt dat Nederland in Europees opzicht de grootste innovator is als het gaat om investeringen in het kader van de aanlandplicht. Europa-breed is – van de 6,4 miljard euro die voor de periode 2014 tot 2020 beschikbaar is gesteld vanuit het Europese investeringsfonds EMFF – nu 288 miljoen euro geïnvesteerd in innovatieprojecten, een kleine 2 procent. De EU concludeert met een verwijtend uitroepteken dat veruit de meeste lidstaten veel te weinig gebruik maken van subsidiegeld om de implementatie van de aanlandplicht te faciliteren.
… behalve koploper Nederland
De Nederlandse visserijsector maakt wel volop gebruik maakt van de Europese EMFF-gelden via de EVF en de opvolger EMFZV. Onze vissers hebben al bijna 30% van de voor hun beschikbare Europese subsidiegelden gebruikt in het kader van de aanlandplicht. Daarmee loopt Nederland voorop. De aanjaagfunctie blijkt ook uit de percentages van boven de tien procent die landen als België en Denemarken (met wie de Nederlandse visserijsector veel samenwerkt bij innovatieprojecten) innemen voor wat betreft uitgekeerde innovatiesubsidie.
Conclusies Europese Commissie
De EC concludeert uit monde van Veits dat de aanlandplicht een uitdaging is voor de lidstaten en hun visserijsectoren. Maar het is een hoofddoelstelling in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en daar moet iedereen zich aan committeren. Het GVB en innovatiefonds EMFF bieden gereedschappen (geld) om problemen op te lossen, maar die moeten meer systematisch worden ingezet. Daarbij wil de EC helpen waar mogelijk.
Conclusie Nederlandse Vissersbond
De Nederlandse visserijsector heeft de afgelopen jaren veel tijd en geld geïnvesteerd in projecten in het kader van de Europese aanlandplicht. Dat is ook nodig omdat anders de aanlandplicht voor onze kottervloot een regelrechte ramp wordt. De visserij op platvis en kreeft kenmerkt zich namelijk door een grote verscheidenheid van soorten en maten in de vangst die heel moeilijk onder water van elkaar te scheiden zijn.
“Toch proberen wij dat als sector wel te doen door iedere keer weer nieuwe netten te ontwerpen en uit te testen op zee. Aan boord van onze schepen wordt ingezet op het verhogen van de overleving van ongewenste vis in de vangst, zodat die weer levend over boord kan worden gezet en zo kan bijdragen aan het ecosysteem. Ook dat is geen eenvoudige opgave want een vis op het droge is nu eenmaal kwetsbaar. Het is geen verrassing dat de Nederlandse vloot voorop loopt in de Europese Unie als het gaat om investeringen in maatregelen in het kader van de aanlandplicht. Het alternatief is afwachten en niets doen maar dat betekent het einde van onze sector. Maar er wordt door de Brusselse beleidsmakers wel het onmogelijke gevraagd van onze vissers,” vindt vissersbondsecretaris Derk Jan Berends.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, T 0527 698151 of secretariaat@vissersbond.nl