Is windenergie op zee wel zo succesvol? | Column

20 juli, 2018

Texas is een wind energiewalhalla. Deze oliestaat heeft een geïnstalleerde capaciteit van 18.000 MW, evenveel als heel Spanje. Een vergunning is niet nodig, dus zijn er plannen voor extra duizenden megawatt aan windenergie. Als het waait levert de wind 40% van alle stroom voor Texas. Wat verklaart het succes? Het waait er vrij constant. De staat investeerde zeer vroeg € 5,7 miljard in lijnen die de elektriciteit naar de steden brengt. Texas kan dit doen omdat het als enige staat zijn eigen netwerk heeft. Voor haar investeringen is nooit overleg nodig. De subsidies in Texas zijn afgeschaft en dus zullen windturbines op prijs moeten concurreren met centrales.

Kritiek op windmolens

Ons Kabinet sloot het energieakkoord, waarin men kiest voor investeringen in windenergie en het sluiten van oudere kolencentrales. In 2023 moet er windenergie zijn om alle Nederlandse huishoudens van stroom te voorzien. Omdat er steeds meer windenergie bijkomt, leidt dat er toe dat de elektriciteitsprijs daalt. Dat is volgens deskundigen het gevolg van een gelijke vraag bij een groter aanbod. Dat drijft de prijs naar beneden. Het betekent dat er steeds meer een beroep zal worden gedaan op de subsidie. Het geheel gaat daarom juist veel meer kosten dan werd gedacht. Waar de gemiddelde capaciteitsfactor van een kolencentrale die het hele jaar op vol vermogen draait 90% bedraagt, ligt het rendement bij windturbines veel lager. Alle bestaande molens samen hebben een capaciteit van 22%. Op dit moment worden er aan alle kanten acties ondernomen die er op het oog prachtig uitzien, maar het geheel is totaal niet meer in balans, aldus critici.

Fundering, onderhoud en logistiek maken het verschil

Aanvankelijk werden in de beschutte, ondiepe zeegebieden rond Denemarken en Zweden zware betonnen voeten gebruikt als fundering, maar die technologie was duur en vanwege het gewicht niet makkelijk op te schalen. Op de Noordzee is de standaard daarom de monopile, een stalen buis met een doorsnede tot 8 m, die de zeebodem in geheid wordt. Daarop wordt een verbindingsstuk vastgemaakt en daar weer bovenop komt de toren met de turbine. Een onontkoombaar nadeel van de monopile is dat de zee er meer grip op krijgt naarmate hij in diepere wateren staat. Dat is een van de redenen waarom naar de Doggersbank gekeken wordt. Men ontvouwde eerder een plan om daar voor €1,5 miljard een eiland aan te leggen als centrale voor een windpark dat 30 GW aan elektriciteit zou moeten leveren.

Een drijvend windpark

Het gaat om een demonstratieproject, dat moet aantonen dat windturbines op zee, zonder vaste voet in de grond, ook robuust elektriciteit produceren. De vijf turbines, het gaat om 6 MW, staan 25 km uit de kust van het Schotse Peterhead. Het water is daar 98-120 m diep. Hierdoor is een vaste fundering veel te duur. Het geheel blijft op zijn plaats met drie lijnen van 800 m lang die op de zeebodem worden verankerd. Het doorstaat wild weer zonder problemen en ze hebben geen last van extra onderhoud of bovenmatige slijtage.

25.000 windturbines in de Noordzee

Met 25.000 windturbines op de Noordzee is in 2050 in 90% van de elektriciteitsvraag van de omringende landen te voorzien. Een animatie is de beste manier om die groei te laten zien. Er is aangenomen dat de windturbines een vermogen hebben van gemiddeld 10 MW. Op de tekentafel liggen er al van 20 MW. Het totale windpark zal uiteindelijk 1200 TWh per jaar produceren, maar liefst 90% van de totale verwachte elektriciteitsvraag van de zes landen rond de Noordzee. Vraag is of er wel voldoende ruimte is om alle benodigde windturbines een plek te geven? Dan wordt erkenning gegeven: “er zullen beperkingen zijn voor de bodem beroerende visserij vanwege de stroomkabels. De mariene ecologie is er waarschijnlijk mee gebaat omdat er rustgebieden ontstaan, waarvan de visserij op termijn ook weer kan profiteren. De fundaties leveren als kunstmatige riffen ook een welkome toename van de oppervlakte hard substraat in de Noordzee”, aldus de bedenkers. Er is ook gekeken naar de werkgelegenheid. Het levert 310.000 banen op, maar wel verdwijnen er 280.000 banen in de fossiele sector. Ook dat is een grote ommekeer. Door de schaal en de lange termijn van het project zal er technisch een steile leercurve zijn die de prijs per kilowattuur spectaculair doet dalen, zo is de verwachting.

Frustratie kantelen naar een lichtpunt

Intussen wordt de Duitse markt overspoeld met gesubsidieerde duurzame energie uit wind en zon. De stroomprijzen zijn gezakt naar een niveau waarvoor de traditionele elektriciteitscentrales niet meer kunnen leveren. De wetgeving daar schrijft voor dat hernieuwbare energie voorrang krijgt op het Duitse net. Dus als het flink waait onder een strak blauwe hemel, verdringt de energie, die is opgewekt door zonnepanelen en windmolens, de traditionele energie. Dat leidt tot de volgende energieparadox: minder mensen betalen meer. De visserij staat voor de uitdaging om de bedreigingen en frustraties om te zetten naar een kans. Daarbij kan goedkopere energie wel eens de noemer zijn waaronder een verantwoorde visserij mogelijk blijft. Dan moeten we wel zorgen dat we de wind (en onszelf) mee hebben…..

Johan Nooitgedagt
Johan Nooitgedagt

Deze column van Johan Nooitgedagt is eerder gepubliceerd in Vismagazine.

>> Terug naar het weekjournaal

 

Aanmelden weekjournaal

Plaatsen van formulier mailchimp

Recent Courses