De onderhandelaars van de Europese Unie en Noorwegen praten deze week in Londen over een nieuw akkoord over de gedeelde visbestanden (schol, kabeljauw, wijting, haring, schelvis en koolvis) en de ruil tussen niet-gedeelde visbestanden. Na drie dagen onderhandelen, gaat het hoofdzakelijk nog over kabeljauw.
Het gaat volgens de visserijwetenschappers van de internationale raad voor het onderzoek naar de zeeën (ICES, International Council for the exploration of the seas) niet goed met het kabeljauwbestand van de Noordzee. ICES adviseert om de totale vangsthoeveelheid in 2020 met 61% te verlagen ten opzichte van het lopende jaar. Een dergelijke verlaging is dramatisch voor veel vissers in Noorwegen en de Europese Unie.
Het is aan de onderhandelaars om tot een oplossing hiervoor te komen die recht doet aan het advies, maar ook aan de belangen van de verschillende vissers. Jacob Snoek en Derk Jan Berends zijn in Londen om samen met collega’s uit binnen- en buitenland en vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de onderhandelingen te volgen.
Kabeljauw blijft zorgenkind
In de afgelopen jaren laat het kabeljauwbestand in de Noordzee een wisselend beeld zien. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werden enorme hoeveelheden kabeljauw gevangen in de Noordzee. In de jaren negentig halveerde de vangsten en vanaf het begin van deze eeuw (2000) trad een verdere daling in, zo sterk zelfs dat de Europese Unie een kabeljauwherstelplan (EG nr. 1342/2008) implementeerde om de visserijdruk op kabeljauw sterk in te perken.Vissers werden beperkt in de tijd dat ze op zee mochten vissen (zeedagen), kregen te maken met gesloten gebieden en technische maatregelen (aanpassingen in hun netten om (bij-)vangst van kabeljauw te voorkomen).
Het plan werkte en de paaibiomassa (spawning stock biomass of kortweg “B”) steeg weer en bereikte in 2015 het gewenste voorzorgsniveau (Bpa). De sterfte door de visserij (visserijsterfte of kortweg “F”) nam ook flink af tot binnen de veilige biologische grens (Flim). Uiteindelijk werd het kabeljauwherstelplan afgeschaft, maar de technische maatregelen bleven. De visserij op kabeljauw in de Noordzee kreeg zelfs het begeerde keurmerk voor duurzaamheid, Marine Setwardship Council (MSC).
Helaas bleek dat de visserijsterfte sinds 2016 weer toenam tot boven de veilige biologische grens. De paaibiomassa nam geleidelijk weer af en belandde in 2018 onder het veilige niveau van Blim. De jaarlijkse aanwas (recruitment) is sinds 1998 laag en draagt niet bij aan de goede toestand die door zowel Noorwegen als de Europese Unie wordt nagestreefd.
Het doel is om kabeljauw net als de andere commerciële visbestanden in 2020 op het niveau van Maximum Sustainable Yield (MSY) te krijgen. Het MSC-label van de kabeljauw is geschorst in verband met de toestand van het bestand. Kabeljauw blijft dus een zorgenkind.
Advies Kabeljauw
De Europese Unie kan al dan niet in overleg met Noorwegen besluiten om het advies van ICES te volgen door de toegestane vangsten (Total allowable catch of kortweg “TAC”) in 2020 met 61% te reduceren. Los van flinke verlaging van het TAC, lijken we niet te ontkomen aan aanvullende maatregelen. Hoe die aanvullende maatregelen eruit moeten komen te zien, daar moet nog over nagedacht worden.
Afgelopen woensdag vonden er in Londen hierover verschillende bijeenkomsten plaats, waar ook Jacob Snoek en Derk Jan Berends aan deelnamen, zoals die van de vereniging van de Europese Producenten Organisaties (EAPO), de demersale werkgroep van de Noordzee AC (North Sea Advisory Council) en een speciale bijeenkomst met collega-visserijbestuurders uit de Europese Unie en Noorwegen.
Het is zeer waarschijnlijk dat er deze week nog geen akkoord over kabeljauw genomen gaat worden door de onderhandelaars van de Europese Unie en Noorwegen. In een tweede ronde die begin december in het Noorse Bergen plaatsvindt is dat hopelijk wel het geval. Voor de Nederlandse vissers die vooral op platvis, kreeftjes en garnalen vissen en nauwelijks kabeljauw bijvangen zouden er geen gevolgen van nieuwe kabeljauw-maatregelen moeten zijn. Vaak is het echter anders.
Andere gedeelde visbestanden
Nu in de eerste ronde alles gaat over kabeljauw komen de andere gedeelde visbestanden wat op de achtergrond. Voor schol in de Noordzee is het advies begin van deze maand door ICES fors bijgesteld van een daling van 8% naar een stijging van 17% volgend jaar. Voor haring in de Noordzee wordt door ICES een toename van de TAC van 9% geadviseerd. Voor wijting is het advies een daling van 13%, voor schelvis is het advies bijgesteld van een verlaging van 11% naar een verhoging van 23%.
Het is nog niet bekend hoe de Europese Unie en Noorwegen met deze adviezen zullen omgaan. Hopelijk is dat begin december na de tweede ronde van onderhandelingen in Bergen bekend. Uiteraard zullen wij dit nauwlettend blijven volgen.
Goed netwerken
Het bijwonen van de onderhandelingen en deelnemen aan de diverse overleggen met collega’s van visserijorganisaties uit binnen- en buitenland en niet te vergeten de vertegenwoordigers van de overheid heeft het voordeel dat er goed genetwerkt kan worden. De Nederlandse visserijvertegenwoordigers worden doorlopend bijgepraat over de onderhandelingen door Roos Strating van het ministerie van LNV.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Jacob Snoek of Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.