Tweede Kamerleden Vedder (CDA), Grinwis (ChristenUnie), Bisschop (SGP) en Valstar (VVD) hebben vragen gesteld aan minister Van der Wal, minister voor Natuur & Stikstof en minister Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de garnalenvissers die per 1 oktober een nieuwe vergunning op grond van de Wet natuurbescherming nodig hebben. De vragen zijn ingediend in samenspraak met de Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid.
Ingediende vragen aan ministers
De vragen die op het bureau liggen bij minister Van der Wal en minister Adema zijn als volgt beschreven:
- Kunt u een update geven van de ombouw van de garnalenkotters c.q. van het verloop van de daarvoor in het leven geroepen subsidieregeling ? Leidt het conform de voorwaarden installeren van de in de subsidieregeling genoemde SCR-katalysator daadwerkelijk tot het verstrekken van nieuwe garnalenvergunningen in het kader van de Wet Natuurbescherming? En kunnen de garnalenvissers daarmee op dezelfde visserijgebieden een vergelijkbare visserij-inspanning (visuren) leveren als in het nabije verleden?
- Hoeveel nieuwe schone scheepsmotoren en/of SCR-katalysatoren zijn sinds het instellen van de subsidieregeling reeds verstrekt? Kunt u de al dan niet gebrekkige voortgang in de verbouw van garnalenschepen (op schone motoren gebied) toelichten, mede in het licht van de binnenkort aflopende gedoogbeschikking en de door u en ons gedeelde wens om de garnalenvissers langjarig toekomstperspectief te bieden?
- Kunt u een update geven over de voortgang voor wat betreft het maken van een koppeling tussen de vergunningverlening en de ondertekening van een gedragscode, zoals voorgesteld in de handreiking vanuit het Ketenbreed Garnalen Beraad?
- Kunt u uitleggen waarom aan de kustvissers wel en aan andere scheepvaart geen stikstoftoets wordt gevraagd, terwijl deze andere scheepvaart zich (deels) wel in dezelfde gebieden als de kustvisserij afspeelt?
- Kunt u uitleggen waarom aan de kustvisserij een stikstoftoets wordt gevraagd, terwijl daar geen geschikt rekenmodel voor is?
- Bent u het met de vragenstellers eens dat het gebruikte rekenmodel voor deze toepassing zodanig grofmazig is aangepast (leidend tot willekeurige uitkomsten die haaks kunnen staan op duurzaamheidsdoelen), dat het verstandig zou zijn om zowel een wetenschappelijk toets te laten uitvoeren op de geschiktheid van het rekenmodel voor deze toepassing, als een juridische toets op de wetgeving of het gebruik van dit rekenmodel werkelijk de enige manier is om aan wetgeving te voldoen?
- Klopt het dat het model dat moet worden gebruikt in deze stikstoftoets zodanig afwijkt van het gebruikelijke model voor landgebonden puntbronnen, dat het tot willekeurige uitkomsten leidt, die zijn vertaald naar een maximaal aantal visuren in grote hexagoon gebieden? Bent u het met het Ketenbreed Garnalen Beraad eens dat hiermee geen ecologisch en economisch efficiënte visserij mogelijk is? Kunt u dit antwoord onderbouwen? Wilt u hierbij tevens ingaan op de specifieke zorgen inzake het verdwijnen van de kleinschalige visserij?
- Deelt u de zorgen over het risico dat hierdoor ontstaat op concentratie in hexagonen met rekenkundig (maar willekeurig) de meeste stikstofruimte, wat tot niet duurzame visserij leidt (intensivering, ipv de in de gedragscode beoogde extensivering)?
- Bent u op de hoogte van het feit dat de bijdrage van de garnalenvisserij aan de depositie op de relevante N2000-gebieden minder dan 1 promille (<0,1%) is van de totale depositie? Hoe weegt u dit feit in relatie tot alle onzekerheden in de berekeningen in Aerius, waar reeds de vinger bij is gelegd door de Commissie Hordijk in 2020? Biedt, naast de aloude adviezen van de Commissies Remkes en Hordijk, het recente advies ‘Normeren en beprijzen van stikstofemissies; sturen op stikstof’ van ABD Topconsult geen betere handvatten voor de omgang met de garnalenvisserij dan de huidige stikstoftoets inclusief gemankeerde berekeningswijze?
- Hoe verhoudt uw omgang met de garnalenvisserij tot op heden zich volgens u tot het vorig jaar ingezette stikstofbeleid van het inmiddels demissionaire kabinet, waarbij in lijn met de adviezen van de Commissie Remkes meer en meer op emissiereductie wordt gestuurd, wat heeft geleid tot reductiedoelstellingen voor NOx van 25% in de sector mobiliteit en 38% in de sector industrie en voor NH3 van 41% in de landbouw de komende jaren? Hoe taxeert u in dat licht de inspanningen en de reductie in de garnalenvisserij met meer dan 90% door te investeren in SCR-katalysatoren of N-emissiearme motoren? Kunt u in dit licht nog eens goed naar uw antwoord op vraag 3 kijken?
- Hoe wordt voorkomen dat de hele garnalenvloot per 1 oktober aan de kant komt te liggen, omdat er niet op tijd Wnb-vergunningen zijn verstrekt? Hoe borgt u dat deze Wnbvergunningen ook betekenen dat er voldoende visuren mee gemaakt kunnen worden, en daarmee het perspectief geven om de investering van de SCR-katalysatoren of nieuwe, schone motoren mee terug te kunnen verdienen?
- Bent u bereid om de gedoogbeschikking te verlengen met 15 maanden, conform de eerdere vraag van de sector, tot 1 januari 2025, onder voorwaarde dat:
-
- Alle schepen binnen deze periode worden voorzien van stikstofreducerende motoren, of katalysatoren zodat de emissie wordt begrensd tot max. 1 à 2 gram N per KwH gebruik van motorvermogen?
- De gedragscode van Ketenbreed Garnalen Beraad operationeel wordt geïmplementeerd in afstemming met overheid en maatschappelijke organisaties?
- Er een alternatief voor de huidige stikstof toets komt, die, in tegenstelling tot de huidige systematiek, niet risicoverhogend uitpakt voor ecologische doelen op gebied van extensivering, verduurzaming, en zeebodem leven? Zo nee, waarom niet? Tot welke verlenging bent u dan wel bereid? En tot welke vergunningsduur?
In en in triest
“De vragen van de betreffende Tweede Kamerleden, maar juist ook de antwoorden, zijn van groot belang voor het voortbestaan van bijna alle kustvissers en in het bijzonder op dit moment de garnalenvisserij. Minister van LNV, mevrouw Christianne van der Wal, heeft nog steeds géén antwoord gegeven op onze ingediende notities en pamfletten omtrent deze moeilijke stikstofkwesties. Dat de Kamerleden, sommige vanaf hun vakantieadres, deze aandacht vragen is heel bijzonder en toont dat ze zeer begaan zijn met de positie van deze kleinste ondernemers van de Nederlandse Visserij. Er zijn voor België, Denemarken, Nederland en Duitsland ongeveer 500 garnalenvissers actief. Daarvan moeten 200 garnalenvissers van Nederland maatregelen nemen die per schip anderhalve ton euro aan kosten met zich mee kunnen brengen. Of je dan wel een vergunning krijgt om het terug te verdienen is dan nog steeds de vraag. Om die reden werd ook een oproep door ons gedaan voor een saneringsregeling want veel garnalenvissers zien het gewoon niet meer zitten om te varen onder de Nederlandse vlag. We blijven strijden voor deze en andere belangen in de visserij en kijken uit naar de antwoorden van Minister van LNV, mevrouw Christianne van der Wal, die de hoeder van de stikstof mag worden genoemd. De garnalenvissers stoten maar 0,01 % van de scheepvaart in onze visserijgebieden uit. De auto-carrier, Noord van Ameland, die nu een week in de brand zal staan stoot meer rotzooi uit dan de garnalenvissers met elkaar kunnen bedenken. Dat is in en in triest om mee maken en ook om moed te houden. Ik ken garnalenvissers die staan er gewoon bij te janken en ik moet zeggen dat ik daar zelf ook emotioneel bij word. Dit doet wat met je”. Aldus voorzitter Johan K. Nooitgedagt.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt.