De Haaienzaal in het Oceanium van Diergaarde Blijdorp bood afgelopen dinsdag de ideale ambiance voor de eerste dialoogbijeenkomst van het project ‘Bridging knowledge gaps for sharks and rays in the North Sea’. Vertegenwoordigers vanuit de visserijsector, onderzoek en NGO’s spraken met elkaar en deelden kennis over de lopende onderzoeken en initiatieven met betrekking tot haaien en roggen. Namens de Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid waren Teun van Dam, Fedor den Elzen en Amerik Schuitemaker aanwezig.
Stock assessments
De dag werd afgetrapt met een presentatie door Wageningen Marine Research (WMR) over de manier waarop de bestandschattingen van diverse roggensoorten tot stand komen en welke uitdagingen dit met zich meebrengt. Van de ene roggensoort is namelijk meer data en kennis beschikbaar dan van de ander. Dit maakt dat onderzoekers voor de bestandschatting een aantal roggensoorten extra voorzichtig te werk gaan en het zogenoemde ‘voorzorgsprincipe’ toepassen.
Voor andere soorten, zoals de gevlekte rog, blonde rog en stekelrog in de Noordzee, wordt er juist steeds meer en kwalitatief betere data verzameld. In 2023 zal daarom voor deze soorten een nieuwe benchmark opgesteld worden. Hiermee wordt bedoeld dat onderzoekers aan de hand van de meest recente data nieuwe afspraken maken over de toekomstige methodes die gebruikt zullen worden voor de bestandschatting van die soort.
Een lopende discussie tussen onderzoekers blijft het ontvlechten van de gecombineerde TAC voor rog. Vissers geven aan dat bijvoorbeeld de aantallen stekelrog de afgelopen jaren in de vangsten zijn toegenomen, maar dat de gecombineerde TAC niet dezelfde toename doormaakt en dus limiterend is voor de hoeveelheid die kan worden aangeland. Een individuele TAC voor bijvoorbeeld stekelrog zou hiervoor uitkomst kunnen bieden. Een zorg blijft echter wel dat de overige roggensoorten in de gecombineerde TAC zogenoemde choke species kunnen worden. WMR liet weten dat het loskoppelen van gevlekte rog, blonde rog en stekelrog eerst zal worden toegepast in de Golf van Biskaje en de Keltische Zee. De ervaringen die hiermee zullen worden opgedaan, kunnen later worden gebruikt voor een eventuele loskoppeling van de genoemde roggensoorten in de Noordzee en het Engels Kanaal.
Onderzoeksprojecten
Vervolgens werden de aanwezigen middels verschillende presentaties bijgepraat over de voortgang van de verschillende onderzoeksprojecten.
In het project ‘Bridging knowledge gaps for sharks and rays in the North Sea’ zijn inmiddels 4 onderzoeksreizen uitgevoerd aan boord van boomkorkotter TX-3 en flyshooter SL-45 om de overleving van stekelrog en gevlekte rog te monitoren. In de periode tot en met september zullen nog 5 reizen uitgevoerd worden. Naast het onderzoeken van de overleving wordt ook DNA-materiaal verzameld en een aantal roggen getagd en teruggezet in zee. Deze tags registreren vervolgens de diepte en laten na een bepaalde periode los. Als een tag wordt teruggevonden, wordt de tag uitgelezen en levert dit belangrijke informatie op over de route die de rog heeft afgelegd.
Het project ‘Innorays’ gebruikt DNA-technieken om meer kennis te vergaren over de populatiegrootte van verschillende roggensoorten. Hoewel het DNA van stekelrog en blonde rog zich niet makkelijk laat ontcijferen, lukt het onderzoekers in het project steeds beter om het DNA in kaart te brengen. Door DNA van verschillende individuen van een roggensoort te vergelijken en verwantschap te onderzoeken, kan de populatiegrootte worden geschat. Twee individuen met veel overeenkomst zullen waarschijnlijk meer verwant zijn (bijvoorbeeld broer en zus) dan twee individuen met relatief minder overeenkomsten (achterneven). De mate van diversiteit tussen de DNA-samples zegt dus iets over de grootte van de roggenpopulatie. Naast DNA-analyse wordt er ook gebruik gemaakt van videobeelden en cameradetectie om de vangst te analyseren en zo populatieschattingen te kunnen verbeteren.
Terugkoppeling consultatie Haaienactieplan
Na de lunch presenteerde advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos de resultaten en conclusies uit de consultaties van het Haaienactieplan die zij afgelopen periode bij verschillende belanghebbenden hebben gehouden. Het haaienactieplan heeft als doel om een beter beheer van haaien en roggen mogelijk te maken en daarvoor is meer kennis nodig over de verspreiding en de levenscyclus van verschillende soorten haaien en roggen. De eerdergenoemde onderzoeksprojecten geven invulling aan die kennisleemtes.
De aanwezigen bediscussieerden aan de hand van een aantal stellingen en vragen onderwerpen als bijvangst van haaien en roggen en ruimtelijke/temporele maatregelen voor bescherming van haaien en roggen. Een voorbeeld van een vraag die werd besproken: Is bijvangst wel een probleem als blijkt dat gevangen roggen na het terugzetten in zee een grote kans van overleven hebben? “In zulke vragen zie je terug dat het van groot belang om gedegen onderzoek te doen. Om deze reden is de Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid ook betrokken bij onderzoeksprojecten en ondersteunen we de onderzoekers waar nodig”, aldus Amerik Schuitemaker. Een andere stelling die aan de orde kwam: Nederland dient zich op internationaal vlak in te zetten voor een terugzet- en rapportageverplichting voor ruwe haai. De aanwezigen waren het met de stelling eens als dit noodzakelijk is voor de bescherming van de ruwe haai. Schuitemaker voegt hier nog aan toe: “Het is bij het instellen van zo’n maatregel dan wel belangrijk om goed uit te leggen aan commerciële vissers en sportvissers waarom een dergelijke maatregel wordt getroffen. Een stukje communicatie over het doel en de winst die ermee behaald wordt. Alleen dan creëer je draagvlak onder de vissers”. De input van de aanwezigen wordt door Witteveen+Bos meegenomen in de verdere evaluatie van het Haaienactieplan.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Amerik Schuitemaker via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.