De eerste dinsdag van de maand, inmiddels traditiegetrouw, de dag voor diverse overleggen met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Ditmaal niet fysiek in Den Haag, maar via de digitale snelweg. ’s Ochtends stond het overleg in het teken van de aanlandplicht en de technische maatregelen, ’s middags het zogenaamde aanvoeroverleg waarin een breed scala aan relevante zaken voor de kottervissers werd behandeld.
RTC’s
In de maand maart werd de kottersector geconfronteerd met tal van tijdelijk gesloten gebieden, zogenaamde Real Time Closures (RTC’s). Op de Noordzee werden dergelijke RTC’s afgekondigd in Belgische, Nederlandse en Deense wateren terwijl in dezelfde periode ook de Noren meerdere gebieden instelden. De wettelijke basis van deze RTC’s is vastgelegd in de EU verordening 724/2010. Wanneer een RTC wordt ingesteld in EU-wateren op basis van deze verordening geldt het voor nagenoeg alle vistuigen, in ieder geval alle door de Nederlandse kottervissers gebruikte sleepnetten. Durk van Tuinen merkte tijdens het overleg op dat er grote verschillen zijn tussen deze sleepnetten en mogelijk ook bijvangsten van rondvis waarop de RTC’s zijn gebaseerd. Uiteraard wordt elke kottervisser geraakt door het instellen van een RTC, maar in deze gevallen leken de boomkorvisserij onredelijk hard getroffen. Dit omdat de RTC’s werden bepaald na inspecties aan boord waarbij andere vistuigen werden gebruikt. Van Tuinen pleitte om te onderzoeken of er meer diversiteit kan worden aangebracht in de regelgeving qua vistuigen zodat het ook beter aansluit op de praktijk.
Gerichte inktvisvisserij
Nog steeds speelt de discussie over het wijzigen van de minimale maaswijdte voor gerichte inktvisvisserij in EU-wateren. Daar in Engelse wateren de maaswijdte de mogelijkheid om met minimaal 40mm te vissen reeds verwijderd is uit de voorschriften, loopt er binnen de EU nog een procedure. Voor de Noordzee zijn de overheden het in de Scheveningengroep reeds eens over het ophogen van de 40mm naar een minimale maaswijdte van 80mm, maar doordat de maatregel idealiter gekoppeld wordt met de wetgeving in de noordwestelijke wateren is het ook van belang hoe het consultatieproces daar verloopt. Met name de Ieren zouden nog vragen, zo ook bezwaren, hebben over het aanpassen van de 40mm maaswijdte. Tijdens het overleg met het ministerie van LNV afgelopen dinsdag hebben de Nederlandse Vissersbond en VisNed geopperd om de koppeling met de Noordwestelijke wateren los te laten, zodat het proces kan worden bespoedigd. LNV neemt deze oproep mee en zal in het EU-speelveld in beeld brengen of de aanpassing nog voor het najaar 2024 kan worden gedaan.
Proportionaliteit voorwaarden aan subsidies
Vorige week hebben we in ons weekjournaal bericht over de consequenties van overtredingen op subsidies. In het aanvoeroverleg hebben we gevraagd naar de proportionaliteit van dergelijke consequenties. Als voorbeeld daarbij hebben we de tegemoetkoming genomen die een deel van de kottervissers hebben verkregen uit de zogenaamde stilligregeling voortkomend uit het Brexit Adjustment Reserve (BAR). Door de Brexit zijn quota van Nederlandse kottervissers gekort en via de BAR werden er regelingen beschikbaar gesteld waarmee dit verlies enigszins kon worden gecompenseerd. Is het dan redelijk dat bij een overtreding, een ernstige inbreuk, dergelijke middelen uit de BAR worden gekort? In vele gevallen gaat dit om flinke sommen geld die in onze optiek niet in verhouding staan met overtredingen die vissers zouden kunnen begaan. Het LNV heeft aangeven dat in de verordening omtrent het EFMZV hierover nadere informatie staat. Ook de berekeningswijze bij een eventuele terugvordering wordt daarin vermeld. Gezamenlijk zal dit worden bestudeerd aan de hand van praktijkvoorbeelden zodat een nauwkeurigere inschatting kan worden gemaakt van mogelijk gevolgen.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het Team Nederlandse Vissersbond via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Durk van Tuinen.