Het scholbestand in de Noordzee en het Skagerrak heeft afgelopen jaar een recordomvang bereikt. Sinds het begin van de bestandsopname zijn er nog nooit zoveel schollen geteld. De hoeveelheid volgroeide exemplaren is gegroeid naar circa een miljoen ton. Maar de schol wordt magerder en moeilijker te vangen.
ICES, de internationale raad voor zeeonderzoek, schat dat het scholbestand oploopt tot 935.000 ton (2016: 836.066 ton). Desalniettemin heeft ICES in de aanloop naar de vaststelling van de TAC’s en quota geadviseerd om de vangstmogelijkheden fors te verlagen. Dit om te kunnen voldoen aan de norm van Maximale Duurzame Oogst (maximum sustainable yield MSY). Bij de vissers leverde dit veel onbegrip op.
Schol vermagert
Het Deutsche Fischerei Verband, de Duitse visserijvereniging, analyseerde dezelfde wetenschappelijke (BTS) gegevens die ICES gebruikt voor haar wetenschappelijke advies. Die gegevens tonen aan dat het gemiddelde gewicht van de schol fors is afgenomen. In 2003, toen de scholpopulatie veel kleiner was, werden volwassen individuele exemplaren veel zwaarder dan nu het geval is.
Een driejarige schol (de onderste lijn in de grafiek hierboven) woog in 2003 gemiddeld iets meer dan 200 gram, terwijl die in seizoen 2015 – 2016 nog maar net boven de 100 gram woog. Dat is bijna een halvering van het lichaamsgewicht. Bij de vijfjarigen bedraagt de gewichtsafname ongeveer 20 procent en de negenjarige exemplaren zijn gemiddeld teruggegaan van 700 gram in 2003 naar onder de 500 gram.
Voedselconcurrentie
Wat veroorzaakt de afname in lichaamsgewicht? Een van de mogelijke oorzaken zou voedselschaarste kunnen zijn. De populatie is weliswaar sterk gegroeid – er is nooit zoveel schol geweest in de Noordzee sinds 1957, toen wetenschappers deze soort zijn gaan onderzoeken – maar de hoeveelheid beschikbaar voedsel in de zee is niet toegenomen. De productiviteit van de zee is de laatste decennia eerder afgenomen als gevolg van de afname van de belangrijkste bouwstoffen fosfor en stikstof in de Noordzee, stelt het artikel van het Deutsche Fischerei Verband. In dat geval leidt het voortplantingssucces van de scholpopulatie tot grotere voedselconcurrentie tussen individuele vissen en een verminderde groei.
Andere factoren
De Nederlandse visserijsector kan het vermageren van de schol niet ontkrachten noch bevestigen. Barend Hakvoort van Visafslag Urk geeft aan dat het gemiddelde gewicht van de schol pas sinds ongeveer een jaar wordt geregistreerd. Daardoor kan de visafslag nog geen betrouwbare waarneming vaststellen. “Het valt ons wel op dat de schol iets magerder is, maar dat zou ook kunnen komen door een wat strengere winter.” Dus zeker niet de twintig procent die uit de BTS-statistieken naar voren komt. Ook aan boord is het niet opgevallen dat de afgelopen jaren de schol magerder zou zijn geworden, aldus scholvisser Dirk Romkes van de MDV-1 Immanuel
Ronald de Gruiter van de gelijknamige Zeevisgroothandel in Middelburg ziet wel dat de schol wat magerder is. “Maar dat zou net zo goed kunnen komen doordat meer schepen zijn overgestapt op bijvoorbeeld de twinrig. Daarmee wordt meer boven de bodem gevist in vergelijking met de boomkor. De dikste schollen zitten op de bodem, want daar is het grootste voedselaanbod voor deze vis.”
MSY al bereikt bij huidige omvang?
Aan het begin van dit millennium was de scholpopulatie nog zorgelijk en zijn forse maatregelen genomen om de visserijdruk te verlagen. Veel vissersschepen zijn uit de vaart genomen en de scholpopulatie heeft zich daadwerkelijk hersteld, tot de recordomvang van vandaag de dag. Volgens Ruben Verkempynck van Wageningen Marine Research denken wetenschappers dat het biologisch optimum nog niet bereikt is, in tegenstelling tot de optimale visserijmortaliteit, die ligt namelijk wel tegen het optimum aan. De forse verlaging in maximale vangstmogelijkheden is te wijten aan het feit dat de recente vangstmogelijkheden te hoog ingesteld zijn.
‘Onderbevissing’
Het Deutsche Fischerei Verband stelt dat er sprake is van ‘onderbevissing’: het verhogen van de visserijdruk op de schol is dan juist goed voor de gezondheid van het gehele bestand. Door meer schol weg te vangen, vermindert de onderlinge voedselconcurrentie en kunnen volwassen én onvolwassene dieren gezond doorgroeien. Bovendien past dit in het Europese Visserijbeleid, dat streeft naar een gezond evenwicht tussen exploitatie en ecologie.
Meer schol wegvissen is makkelijker gezegd dan gedaan. Barend Hakvoort: “Er is een goede markt voor de scholvisserij en er zijn volop schepen die gericht op schol vissen. De prijs is afgelopen jaar met veertien procent toegenomen. Maar we zien dat er acht procent minder aanvoer is. De vissers zeggen dat de schol zich het afgelopen jaar moeilijk laat vangen en ook voor dit jaar verwachten ze minder aan te voeren dan gemiddeld. Daar is geen verklaring voor, dat is ieder jaar anders.”
Meer onderzoek nodig
Het wetenschappelijk onderzoek naar visbestanden past zich continu aan op basis van voortschrijdend inzicht. De gewichtsafname van individuele schollen is zeker een ontwikkeling die verder onderzocht zal worden, geeft Verkempynck aan. Maar daar kunnen nog geen gefundeerde conclusies op gebaseerd worden.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl
<< Terug naar het Weekjournaal