Op 10 maart heeft er een Executive Committee Meeting van de North Sea Advisory Council (NSAC) in Stockholm plaatsgevonden. Durk van Tuinen is namens de Nederlandse Vissersbond hierbij aanwezig geweest. Tijdens de vergadering werd er een terugkoppeling gegeven vanuit de diverse werkgroepen van de NSAC, waaronder de werkgroepen demersale visserij, garnalenvisserij, zeebaars, Skagerrak & Kattegat en ruimtelijke ordening. In vele werkgroepen staat momenteel de implementatie van de aanlandplicht centraal.
Choke species
Volgens de gefaseerde implementatie aanpak van de aanlandplicht zouden wijting en kabeljauw in diverse demersale visserijen per 1 januari 2017 onder de aanlandplicht moeten vallen. Echter is er duidelijk waarneembaar dat er nog vele onduidelijkheden (en onmogelijkheden) zijn met betrekking tot de implementatie van de aanlandplicht, daardoor is de Nederlandse visserijsector van mening dat de tweede stap veel te vroeg komt. Met name de wijting vormt een zogenaamde choke species, een verstikkende soort omdat er op het gebied van het (bijvangst)quotum problemen kunnen ontstaan. Er zal duidelijkheid moeten komen over de definitie van de choke species en hoe de Europese lidstaten daar mee om denken te gaan. Op 14 en 15 april wordt er een workshop georganiseerd in Edinburgh op het gebied van choke species. Tijdens deze workshop zal ingegaan worden op de gevolgen voor de visserij.
Overlevingskansen discards
Tijdens de NSAC vergadering verzorgde IMARES een presentatie over de studies naar de overlevingskansen van discards in de demersale visserijen. Hierbij werd nadrukkelijk opgemerkt dat er duidelijkheid dient te komen wanneer er sprake is van hoge overleving van een (bijvangst)soort. Op basis van hoge overleving kan er namelijk een uitzondering worden afgegeven op de aanlandplicht, maar dan dient er wel helder te zijn wat er onder hoge overleving wordt verstaan.