Eind december vorig jaar meldde de Vogelbescherming dat 2017 voor het eerst sinds jaren een goed jaar was voor de visdief in het IJsselmeergebied. ‘Voor het eerst in jaren was er weer voldoende spiering beschikbaar om de jongen te voeden,’ rept de organisatie. De spieringvisserij wordt in hetzelfde bericht als belangrijkste bedreiging voor de visdiefpopulatie bestempeld (lees het persbericht).
Onderaan het persbericht is een link naar de nieuwsbron; het gaat om een in opdracht van de Vogelbescherming uitgevoerd onderzoek ‘Visdieven in het IJsselmeergebied’. Dit onderzoek komt echter niet tot de conclusie dat de spieringvisserij de grootste bedreiging is voor het visdiefje. De vogel is minder afhankelijk van dit visje dan velen beweren.
Zo blijkt inderdaad het dieet voor 88% uit spiering te bestaan voor de populatie visdiefjes op vogeleiland De Kreupel gedurende de jaren 2005-2016, maar het aandeel daalde tot 58 % in het goede visdiefjesjaar 2017. Bij de Marker Wadden bestond het dieet in 2017 zelfs nog maar voor 40 % uit spiering (zie pagina 30 van het rapport voor de cijfers). Visdiefjes doen hun naam eer aan door zich te goed te doen aan een banket van vissoorten en niet alleen spiering. Eten wat de pot schaft. Anders zouden ze wel Spieringdiefje genoemd worden.
Herziening spieringadvisering
Wageningen Marine Research (WMR) bracht december 2017 een herziende advies uit over de spieringvisserij. Op basis van dit advies is uit voorzorg besloten (weer) geen vergunning af te geven voor de spieringvisserij in het IJsselmeergebied. Zo is wetenschappelijk niet vastgesteld dat spieringvisserij de paaistand bedreigt en dat er een verband bestaat tussen het aantal visetende vogels en de hoeveelheid spiering (de Leeuw en Tulp, 2004 en van der Hammen et al. 2017).
In het rapport van WMR wordt vermeldt dat de aantallen aalscholvers en visdiefjes (broedvogels) sinds de jaren tachtig zijn toegenomen in het IJsselmeergebied, maar opvallend is dat er ook beschreven is dat er een lichte daling was gedurende de jaren 2013-2015. Gedurende deze jaren is er namelijk helemaal niet op spiering gevist in het gebied I. Daarnaast vermeldt WMR dat geschikte nestplekken zeer belangrijk zijn.
Nieuw broedbiotoop zorgt voor impuls
Wat volgens het onderzoek Visdieven in het IJsselmeergebied veel meer de succesbepalende factor voor de visdiefpopulatie lijkt te zijn, is het aanbod van geschikte broedplaatsen. Het visdiefje heeft een uitgesproken voorkeur voor een kale bodem. Gebrek aan beheer van bestaande broedgebieden zorgt ervoor dat planten en struiken het gebied overwoekeren en dat predatoren kunnen toenemen. De visdief vertrekt (indien mogelijk) naar andere gebieden om te broeden. Zo had het eiland De Kreupel in het IJsselmeer ook een grote aantrekkingskracht direct na de aanleg op de visdiefjes en zodoende kwamen er grote aantallen naar dit gebied.
Met de aanleg van nieuwe eilanden als de Marker Wadden viel de vogel met de neus in de boter. De kale zandplaten op de Marker Waden zijn direct door broedkolonies ingenomen. De broedpopulatie op de Marker Waden is goed voor een groot aandeel (36,5 %) van de onderzoeksgegevens. Deze broedpopulatie is ook zeker mede bepalend voor de grotere aanwas in 2017. Nieuwe broedgebieden hebben ook als voordeel, dat het vaak even duurt voordat predatoren hierop inspringen. Daarnaast wordt door het creëren van nieuwe broedgebieden de kansen voor de soort gespreid. Volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland is de visdief altijd een dynamische soort geweest, die regelmatig een nieuwe verspreiding kent met daarop reagerende populatieaantallen.
Duurzame beroepsvisserij
De Vogelbescherming richt haar pijlers naar eigen zeggen op een duurzame beroepsvisserij op het IJsselmeer. Echter, de positieve effecten van visserij – zoals het wegvangen van grotere vissen waardoor het aandeel van ideale kleinere prooivisjes voor de visetende vogels toeneemt in het IJsselmeer – onderkent de organisatie niet. Ook missen wij het aspect dat de visstand en vispopulatie verandert vanwege hogere watertemperaturen, afname van voedingsstoffen (fosfaat) en het ontbreken van migratiemogelijkheden voor vissen.
Frequenter rooien
De Vogelbescherming heeft tot op heden veel geld en energie gestoken in de strijd tegen (spiering)visserij in het IJsselmeergebied. Met de in eigen opdracht verzamelde wetenschappelijke kennis zou het richting donateurs én visdiefjes beter te verantwoorden zijn dat de organisatie haar financiën en energie steekt in het frequenter rooien van bestaande broedplaatsen en de realisatie van nieuwe broedplekken.
Lees ook
Algemeen Overleg Visserij: Het Rijk slechte rentmeester IJsselmeer
Alternatief voor spieringprotocol pas in 2018
Uitleg spieringstandpunt bij Omroep Flevoland
Spieringvissers nog steeds met lege handen
Vogelbescherming en sport faliekant tegen spieringvisserij
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl