Noorwegen wil als eerste land ter wereld beginnen met diepzeemijnbouw. Op de bodem van de zee zijn veel metalen te vinden die nodig zijn voor de energietransitie. De mijnbouwsector is daarom ook bezig om diepzee mijnbouw apparatuur te ontwikkelen. Natuurorganisaties maken zich zorgen. Wat is het gevolg van al dat stof en zware metalen die loskomen tijdens het mijnen?
Geen levenloze bouwput
Mensen zijn zich er misschien niet bewust van, maar de zeebodem zit vol leven, ook kilometers diep. Erik Wurz, sponsenspecialist bij Wageningen University & Research, vergelijkt het met een bos waar het altijd nacht is. Sponzen vormen ‘bomen’ voor andere dieren om in te verschuilen en voedsel te zoeken. Ze zorgen ervoor dat de bodem niet gewoon een platte vlakte is en verbinden de waterkolom en de grond.
De bodem is ook rijk aan mineralen. Dat komt door bijvoorbeeld heetwaterbronnen die metaalrijk water uitspuwen in het koude zeewater. Daardoor ontstaat er neerslag dat zich in miljoenen jaren tot grote schoorstenen kan vormen. Die metalen, zoals koper, nikkel, ijzer en zink, zijn erg gewild. Zo kunnen er accu’s voor elektrische auto’s van gemaakt worden. Dus de metalen zijn ook voor de groene transitie van belang. Maar hoe duurzaam is het om deze metalen van de zeebodem te halen?
Sterven in het stof
Wurz onderzocht samen met collega’s het effect van sediment dat tijdens het mijnen loskomt op sponzen en brokkelsterren. De sponzensoort die ze in het onderzoek gebruikten komt veel voor in de Noord-Atlantische Ocean en de brokkelsterren leven in nabijheid van de sponzen. Elke drie minuten werd er water in het aquarium gespoten waarin deeltjes fijngemalen sulfide was gemengd, om het stof na te bootsen wat vrijkomt als er gemijnd zou worden. Het verging de dieren slechter dan in eerste instantie werd verwacht. Bij de sponzen trad 10x zoveel meer weefselsterfte op dan bij de controlegroep. De brokkelsterren stierven allemaal een langzame dood. Brokkelsterren kunnen, zoals hun naam suggereert, makkelijk uit elkaar ‘brokkelen’. Eén voor één lieten hun armen los tot ze bewegingsloos achterbleven. Dat is geen goede voorbode voor het diepzeeleven.
Moeilijk vraagstuk
Het onderzoek van Wurz geeft veel inzicht, maar veel vragen blijven ook onbeantwoord. Hoe groot de stofdeeltjes zijn die vrijkomen tijdens het mijnen is niet bekend. Evenmin is het bekend hoever de stofwolk zal verspreiden en hoe giftig de metalen zijn voor bijvoorbeeld de sponzen. Dat er meer onderzoek moet komen naar de effecten van diepzeemijnbouw is bekend. Maar dat gaat niet zomaar. De grote diepte waarop het mijnen gaat plaatsvinden, brengt ook moeilijkheden met zich mee. Het is moeilijk bereikbaar en onderwaterrobots zijn duur. Mijnbouwbedrijven zijn vaak al in bezit van deze middelen, maar zij kunnen nooit onafhankelijk onderzoek doen. Of Noorwegen diepzeemijnbouw gaat toestaan, is nog maar de vraag. Er is veel kritiek gekomen vanuit natuurbeschermingsorganisaties. De Noorse regering zegt alleen door te zetten met de plannen als het duurzaam kan. Wurz heeft er geen vertrouwen in. “Ik denk niet dat het erg realistisch is om te denken dat een grote operatie als deze ook weer kan worden afgeblazen.”
Johan K. Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond verbaasd zich. “Zeer opmerkelijk dat bodemvisserij een etiket van ‘slecht’ krijgt opgeplakt, terwijl de hele wereld wel steeds meer pogingen doet om diepzee-mijnbouw te starten. Dat doen ze vanwege een gebrek aan grondstoffen. Op dergelijke diepten is in elk geval geen bodemvisserij van de Nederlandse kotters. Het moet zo zijn dat op dergelijke dieptes nog ongerepte natuur is. Reden om nulmetingen te doen”.
BRON: NRC
Voor meer informatie
Contact opnemen met het Team Nederlandse Vissersbond via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt