Het slechte weer begin deze maand is reden voor kreeftjesvisser Jacob Snoek (SC-45) om niet uit te varen, maar aan de wal te blijven voor onderhoudswerkzaamheden. Voor de rubriek ‘Op de brug bij…’, waarin Jacob vertelt over het visserijbedrijf dat hij samen met zijn jongere broer bestiert, maakt hij graag even tijd.
SC-10, SC-25, SC-35 en SC-45
Samen met zijn jongere broer Willem staat Jacob Snoek aan het hoofd van het Duitse ‘Seefischereibetrieb Hecht GmbH’. Onder het bedrijf vallen de kotters SC-10 ‘Amrumbank’, SC-25 ‘Evert Snoek’, SC-35 ‘Jacob Senior’ en SC-45 ‘Marijtje Keuter’. De Eurokotters SC-35 en SC-45 vissen voornamelijk op langoustines. De 32-meter lange SC-25 vist op doelsoort tong en de nieuwe SC-10 vooral op doelsoort schol.
Schipper op de SC45
Jacob is schipper op de twinrigger SC-45 en daarnaast ‘flexibel inzetbaar’. Dat vertelt hij terwijl we vanuit de kombuis van de SC-45 uitkijken op de nieuwbouwkotter SC-10. “Ik vaar nu drie jaar op de SC-45. De schipper die voor mij op de SC-45 zat, is destijds doorgeschoven naar onze pulskotter SC-25”, vertelt Jacob. “Onze nieuwste aanwinst, de SC-10, is een twinrigkotter met de mogelijkheid tot flyshoot. Voor deze kotter is er een nieuwe schipper bijgekomen die veel kennis heeft van de betreffende visserij.
Tweede generatie
Jacob en Willem zijn de tweede generatie binnen het zeevisserijbedrijf. “Ons bedrijf is opgericht door mijn vader en zijn broer. Mijn opa financierde hun eerste kotter, de UK-257”, vertelt Jacob. Vanwege quotumproblemen werd de kotter eind jaren tachtig omgevlagd naar Duitsland en werd het de SC-25. “Daarna ging het snel en werden in 1992 de Eurokotters SC-10 en SC-20 nieuw gebouwd, waarna de oude SC-25 werd doorverkocht. Na enkele jaren met goede resultaten, werden in 1995 ook de Eurokotters SC-35 en SC-45 bijgebouwd.”
Omslagpunt
In 2007 sloeg het roer om binnen het visserijbedrijf van Snoek. Na een kort ziekbed overleed de vader van Jacob en Willem. “Dat was toch wel een omslagpunt. Samen met mijn moeder en Willem ben ik om tafel gaan zitten om de taken te verdelen”, vertelt Jacob.
“Er moesten keuzes worden gemaakt.”
“Daarnaast wilden we de vier kotters die we destijds in de vaart hadden zolang mogelijk bij elkaar houden. Tot in 2011 de brandstofprijzen enorm stegen en de visprijzen laag waren. Het was hard werken, waarna er uiteindelijk weinig overbleef. Dat kon niet de bedoeling zijn, er moesten keuzes worden gemaakt”, zegt Jacob. “Uiteindelijk namen we de beslissing om de SC-10 en SC-20 te verkopen. De opbrengst investeerden we direct weer in een stevige renovatie van de overgebleven Eurokotters SC-35 en SC-45.”
Pulskotter SC-25
In de jaren erna was de vangst goed en werd het rendement weer beter. Hierdoor gingen de broers weer investeren. Ze kochten de bestaande SC-25 ‘Jelle Ras’ over. Dit schip werd uitgerust voor de pulsvisserij en daarnaast ook voorbereid als twinrigger. “Met het pulstuig kunnen we nu ons (beperkte) quotum voor tong optimaal benutten. Je begrijpt dat wij het liefst met deze kotter op tong blijven vissen”, zegt Jacob.
Nieuwbouwkotter SC-10 ‘Amrumbank’
In 2018 kwam nieuwbouwkotter SC-10 in de vaart. “Bepaalde vissoorten ga je steeds Noordelijker vangen. Dat vergt een ander schip dan de kotters die wij al hadden varen. Daarnaast wilden we niet alleen op kreeftjes vissen, maar ook op schol en kabeljauw”, vertelt Jacob. De 32-meter lange en 8,70 meter brede ‘Amrumbank’ is ontworpen door de Deen Ove Kristensen en werd in Polen in samenwerking met van Slooten Shipbuilding gebouwd. De kotter is 339 GT en wordt momenteel ingezet als twinrigger.
“Er zijn veel uitdagingen voor de visserij”
Dat er momenteel heel veel op de visserij afkomt is duidelijk. “De tweede generatie Snoek moet niet de laatste zijn. Er zijn veel uitdagingen voor de visserij”, aldus Jacob. Eerder uitte hij al zijn zorgen over het totaalverbod op pulsvisserij, nu noemt hij ook de windmolenparken die als paddenstoelen uit de grond schieten en de naderende Brexit. “De SC-25 vist deels in Engelse wateren. Als met een harde Brexit de (puls)kotters uit Engelse wateren worden geweerd, komen er dus meer in Europese wateren. Dat wordt vissen op een postzegel”, vertelt Jacob.
Regels en nog meer regels
Ook tegen het ministerie loopt Jacob aan. “Het ministerie zit erg vast op de regels. We moeten bijvoorbeeld op tijd en elke dag ons logboek aanleveren. Als het door omstandigheden een keer wat later binnenkomt, dan hebben wij direct een mail in de mailbox: waar blijft het logboek?”, legt Jacob uit. “Verder is de inschatting van gevangen kilo’s een probleem aan het worden. Voorheen was een redelijke inschatting voldoende, maar inmiddels moeten we een hele correcte inschatting maken van wat we gaan aanlanden, anders zitten we al snel buiten de toelaatbare foutmarge van maximaal 8% en hebben we een fikse boete te pakken”, aldus Jacob. “Dit is onnodig en daarin ontbreekt de visserijmentaliteit weleens”, vertelt Jacob. “Het is jammer dat er van buitenaf zo gereguleerd wordt. Vissers zijn praktijkmensen. Die houden niet van dat geleerde en alle regels. Er moet een bepaalde vrijheid blijven, dat maakt het werk juist aantrekkelijk en leuk.”
Overgebleven Vrijheid
De (overgebleven) vrijheid vindt Jacob wel het leukste van het vissersvak. “Het blijft mooi en uitdagend om een eigen koers te bepalen. Elke trek afwachtend wat de natuur ons weer te bieden heeft. Ook als bedrijf zullen we een duidelijke ‘koers’ moeten varen. Daarom zorgen wij zoveel mogelijk voor een vaste structuur binnen het bedrijf. Regelmatig komen we als schippers en bemanning op zaterdag bij elkaar; om te bespreken hoe de week is verlopen en welke koers we de komende weken zullen gaan varen”, vertelt Jacob. “Dat is gewoon fijn en duidelijk.”
“Als je met een-nul achterstaat, dan heb je nog niet verloren”
Ondanks de vele hobbels in de visserijwereld, wil de familie Snoek positief blijven. “Dat hebben we ook van onze vader geleerd. Zijn motto was: als je met een-nul achterstaat, dan heb je nog niet verloren. We moeten blijven doorzetten”, vertelt Jacob. “Daarnaast ook positief blijven en er alles aan proberen te doen om niet terug te vallen in een traditioneel patroon. We moeten blijven investeren in innovatie en de visserij aantrekkelijk houden voor de jeugd.”
De Nederlandse Vissersbond
De Nederlandse Vissersbond is een welkome aanvulling voor het bedrijf van Snoek. “De Nederlandse Vissersbond heeft veel kennis in huis. Daarin zijn ze voor ons type visserijen verder dan in Duitsland”, vindt Jacob. “Het is fijn om altijd iemand aan de zijlijn te hebben die ondersteuning biedt. De Nederlandse Vissersbond verzorgt onze bemanningspapieren, maar hielp ons onlangs ook met wet- en regelgeving. Het is een een-tweetje en het is geregeld. Dat is heel fijn.”