In de rubriek ‘Op de brug bij…’ maken we nader kennis met een lid van de Nederlandse Vissersbond, om meer te weten te komen van de persoon achter de visser.
Vijf uur slaap gehad, de batterij is weer opgeladen. Kooi uit, douchen, eten en dan is het tijd voor aflossing van de wacht. We spreken schipper Jan Pieter Luime van de eurokotter OD-3 ‘Adrianne’ als hij terug is op de brug. Ze vissen net onder de kust – ter hoogte van Camperduin – met de puls op tong.
Sinds iets meer dan een jaar heeft Jan Pieter (42) uit Ouddorp weer een relatie. Zelf heeft hij geen kinderen, maar zijn vriendin kwam met ‘bonus-zoon’ van veertien. “Volgende week heeft hij meivakantie en mag hij een reisje mee. Dat wordt de tweede keer voor hem. Hij vindt het geweldig en ik net zo,” vertelt Jan Pieter.
Stuurhut en kombuis gereviseerd
Ze zijn met vier man aan boord van de ‘Adrianne’. Momenteel vissen ze dus op tong, maar vanaf het einde van de zomer stappen ze over op de garnalenvisserij, tot het begin van het nieuwe jaar. Jan Pieter is tevreden over de visserij en over hoe het zakelijk loopt, want er kan geïnvesteerd worden: “De kotter is van 1982. Vorig jaar hebben we de stuurhut en de kombuis gereviseerd. Bedrading, betimmering, alles wat gemoderniseerd moest worden hebben we aangepakt. Ook de ramen, daar zit nu dubbelglas in, dat was nog enkelglas. Nu is ze up-to-date als een schip uit 2017. In februari heeft ze vier weken in het droogdok gestaan. De romp en buitenkant zijn geheel gestraald. Die vier weken zijn we er zelf net zo druk mee geweest als de mensen op de werf.”
Net als bij de meeste mannen op de vloot kreeg Jan Pieter de visserij er met de paplepel ingegoten. Zijn eigen vader, die ook in het visserijbedrijf zit, was kokkelvisser. Ik zag meer in de ‘gewone’ visserij. Het was vooral door opa, met wie hij op zijn veertiende mee mocht op een visreis. Het veranderde zijn aanvankelijke ambitie om timmerman te worden resoluut. De zee en de visserij riepen en hij was definitief verkocht aan het vak na een stage aan boord van de GO-7 en later op de SL-9. In augustus 1997 zette hij samen met zijn vader het visserijbedrijf van zijn opa voort.
Verrassingspakket
“Het mooiste aan het vak… Als ik tijdens het garnalenvissen voorzichtig voor de kust tussen de zandbankjes vaar. De dieptes en ondieptes daar zijn altijd in beweging, dat is elke keer na wat storm weer anders. Constant varen op je dieptemeter, terwijl naast je de zeehonden liggen te luieren in het zonnetje. Dat is een natuurlijk verrassingspakket.”
“En natuurlijk het moment dat je het net ophaalt, de spanning van wat er dit keer in zit. De visserij is iedere keer weer anders, de vis zwemt steeds weer op een andere plek. Om een mooie trek te maken moet je natuurlijk een beetje geluk hebben, maar het is vooral een kwestie van aanvoelen waar de vis zit. Dat ontwikkel je door de kennis en ervaring die je zelf door de jaren opdoet. Plus de kennis die je deelt met andere vissers. Al zijn vissers daar niet zo scheutig in. Ikzelf heb maar twee vissers in mijn vriendenkring met wie ik echt praat over de kneepjes van het vak.
“Windparken? Zet ze in de dode scholbox”
Helaas zijn er veel mensen die het werkplezier van Luime dwarsbomen. “Er zijn teveel mensen die de ballen verstand hebben van de visserij, maar die zich er tóch mee bemoeien. Neem de aanlandplicht. Kijk, het doel wat men ermee wil bereiken, het gerichter vissen en verminderen van ongewenste bijvangst, daar heb ik heus begrip voor. Maar laat de manier waarop wel éérst wetenschappelijk onderzoeken voor je er officieel een regel van maakt. Dat is niet gebeurd.”
“Dat geldt ook voor het instellen van natuurgebieden. Eén flinke storm heeft veel meer invloed op de natuur onder water dan alle vissers samen. Er zijn betere manieren om de natuur te beschermen. En kijk naar de windmolens. Die bouwen ze nu op de beste visbestekken. Daar zijn goede alternatieven voor. Zet ze maar in die dode scholbox, daar zwemt toch geen vis meer.”
Gedonder van alle tijden
Dat gedonder rond de visserij lijkt van alle tijden. “Heb je die uitzending van Andere Tijden onlangs gezien over de kottervisserij? Destijds in de jaren ‘80 was er dikke heibel over de quota. Mijn opa zei daarover dat hij ‘geulen in de weg trok naar Emmeloord’, zo vaak waren er vergaderingen over de gang van zaken bij de Vissersbond destijds. Wat nooit verandert is dat men de visserij wil veranderen, lijkt het. Met als grootste verschil dat vis voor en na de oorlog nog gewoon volksvoedsel was, dat is steeds minder geworden. Nu is vis-eten voor veel mensen luxe.”
Het zijn die constante bemoeienissen van buitenaf die volgens Jan Pieter eisen stellen aan wat een visserman in zijn mars moet hebben voor een loopbaan op zee. “Je moet sterk in je schoenen staan en tegen een stootje kunnen. Niet bang zijn voor verandering en nieuwe verrassingen kunnen omdenken. Dat is de essentie van innoveren. Dat kunnen vissers best, want op zee heb je geen winkels en als er wat stuk gaat, moet je soms ook improviseren.”
Improviseren en innoveren
“Improviseren en innoveren, daar liggen de kansen. Want het wordt de visserman steeds lastiger gemaakt, het visgebied wordt meer en meer ingeperkt zonder dat we iets van inspraak hebben. Neem de windmolens op zee. Dat kwaad is geschied voor de traditionele visserij, maar we willen de vissen toch uit het water blijven houden. Dan moeten we breder op zoek naar mogelijkheden en oplossingen.”
“Anders denken, anders vissen. Net als met zeewier, dat kan ook als voedsel dienen en daar zijn mensen ook mee bezig om te laten groeien en oogsten. Voor mijn eigen toekomst hou ik in de gaten wat de mogelijkheden voor mij zijn. Ik heb net flink geïnvesteerd, dus niet alles tegelijkertijd. Voorlopig kan ik wel doorgaan met de combinatie tong en garnalen, hoewel het wel behoorlijk druk is in de garnalenvisserij.”
“Ze willen allemaal de visserij een goede toekomst bieden.”
Wat kan er verbeteren aan de dienstverlening van de Nederlandse Vissersbond? “Het is geen goede zaak dat er zoveel verschillende organisaties zijn die de Nederlandse visserij vertegenwoordigen. Twee voor de kotters en dan nog actiegroep EMK. Maar ze willen allemaal hetzelfde: de visserij een goede toekomst bieden. Maar we lopen zo het risico dat onze tegenstanders leden van de ene club kunnen uitspelen tegen leden van de andere. Het is zonde dat er niet één krachtige organisatie is die namens alle vissers spreekt en zo meer gewicht in de schaal kan leggen. Verder heb ik voor de Vissersbond enkel goede woorden, ben geregeld aanwezig bij vergaderingen, dan weet je wat er speelt en dan kan je ook je stem laten horen.”