Op de kotters in de haven van Harlingen wordt zichtbaar hard gewerkt deze vrijdag. Vangsten worden van boord gehaald, de vissersvaartuigen worden grondig schoongemaakt en netten geboet. Zo ook op de WR18 van René de Jong en zijn bemanning. In de koffiepauze vertelt hij de Nederlandse Vissersbond over zijn kotter en hoe hij in het vissersvak rolde.
In Solidum
René is sinds 1 januari 2020 schipper en eigenaar van de WR18 ‘In Solidum’. ’s Winters vist René met zijn twee bemanningsleden op garnalen en ’s zomers op schol en kreeft. De kotter is bijna 25 meter lang en al sinds 1962 in de vaart.
Mee opgegroeid
De hele familie van René is bezig in de visserij. Hij is ermee opgegroeid. “Van jongs af aan ging ik al mee op de kotter. Dat vond ik geweldig. Ik wilde daar later ook mijn werk van maken. Inmiddels is dat gelukt”, lacht René.
“Eerst een visserijdiploma”
Voordat René de WR18 kocht werkte hij op verschillende kotters, waaronder de NG10, de WR123 en de WR274. “Ik wilde altijd al visserman worden. Mijn vader vond het belangrijk om eerst een diploma te halen en daarna pas te gaan werken. Dus na de middelbare school startte ik met de visserijschool in Den Helder. Na het behalen van mijn diploma ben ik op mijn achttiende begonnen met vissen,” vertelt René.
Stratenmaker
“In die tijd was er niet veel te verdienen in de visserij, dus stopte ik op mijn eenentwintigste met vissen. Een vriend van mij was stratenmaker en hij vroeg mij toen te komen helpen. Daar ben ik een tijdje blijven hangen. In de winters was ik nog regelmatig aan boord van een kotter te vinden als opstapper. Na acht jaar straten maken, begon de visserij toch weer te lonken en ben ik weer vast op de kotter gestapt.”
“De vrijheid op zee is fantastisch mooi”
Het mooiste aan de visserij vindt René de vrijheid op zee. “Ondanks alle regels die er nog steeds bij worden verzonnen, blijft de vrijheid op zee fantastisch mooi. Ik geniet er iedere week weer van”, zegt de visserman. “Toch blijft het lang op zee zijn wel een ding. Als visserman ben je de hele week weg, dat maakt het weleens lastig. Vissers moeten daarom gesneden zijn van hard hout.”
“Zonder regels zijn we ook nergens”
Naast het lang weg zijn van huis, wordt het met alle regels tegenwoordig ook ontzettend moeilijk gemaakt vindt René. “Zonder regels zijn we ook nergens. Er zijn gelukkig zat regels die goed zijn, zoals het weekendverbod en de nodige inspecties voor veiligheid op de kotter”, vertelt René. “De beperkingen ben ik minder fan van. We hebben bijvoorbeeld vijf volgsystemen in de brug staan en dat is overdreven. Ik denk dat ze locaties voor windmolenparken uit die gegevens afleiden. Die parken komen op de beste visgronden te staan, waardoor wij er dus niet meer kunnen vissen”, legt de visser uit.
Visserij in afgeslankte vorm
De toekomst van de visserij ziet er volgens René nog enigszins rooskleurig uit. “Visserij zal er altijd blijven, maar wel in een afgeslankte vorm. Ik vermoed dat de grotere schepen het zwaar zullen krijgen. De kleinere garnalen- en eurokotters ook, maar die redden het wel”, zegt René.
Visserijminister
Op de vraag wat René zou doen als hij minister van de visserij was, antwoorde hij: “Ik heb er eigenlijk nooit over nagedacht hoe ik het zou doen als minister, maar ik zou in ieder geval de bouw van windmolens meteen een halt toeroepen.” Ook de steun voor onder andere Greenpeace gaat er bij René meteen uit. “Laat ze eerst maar eens wetenschappelijk bewijs leveren voor de uitspraken die ze doen!”
“Vissersbond neemt veel zaken uit handen”
De Nederlandse Vissersbond is voor René een steun in de rug. “Ze nemen mij veel zaken uit handen, zoals met de C188. Het scheelt mij een hoop werk en de Nederlandse Vissersbond regelt het harstikke goed. Ik ben blij dat ik voor deze organisatie heb gekozen!”