Schippers die na het behalen van hun diploma SW-5 een eerste vaarbevoegdheid voor schipper op een grote kotter aanvragen, hoeven slechts drie maanden vaartijd op te doen in een functie die hoort bij het SW5 diploma, de overige vaartijd mag men opdoen in de SW6 functie die men al had. Ze hoeven dus niet langer hun volledige vaartijd (3 jaar) te voldoen. Dat is het resultaat van een werkoverleg tussen KIWA en de Nederlandse Vissersbond op Urk afgelopen vrijdag.
Het probleem van de vaartijd
Vorige week werd in het Weekjournaal aandacht besteedt aan het probleem van de vaartijd. Het volgende voorbeeld werd geschetst: “Stel een visser met SW6 vaart al tien (10) jaar op een grote kotter en heeft een vaarbevoegdheid als schipper (tot 45 meter tot 1125 KW) voor beperkt vaargebied (tot 30 mijl). Hij gaat nu de SW5+ opleiding volgen tegelijk met iemand die net zijn SW6 diploma heeft gehaald zonder werkervaring en ze slagen beiden. Op het moment dat ze beiden aanvraag doen voor een vaarbevoegdheidsbewijs, staat de teller voor wat betreft de vaartijd van beide op nul. De ervaren schipper moet, net als de schoolverlater, eerst weer drie (3) jaar als plaatsvervangend schipper op schepen tot 60 meter varen, voordat hij zijn schipper vaarbevoegdheid tot 60 meter kan krijgen. Voor iemand die al jaren ervaring heeft als plaatsvervangend schipper, weliswaar in beperkt vaargebied, is dat erg moeilijk te bevatten. In feite is er voor de overheid bij het verstrekken van een vaarbevoegdheid geen verschil tussen een schoolverlater en een ervaren visserman die al jaren als plaatsvervangend schipper of schipper op een kleiner vaartuig (tot 24 meter) dienstdoet. Dat is natuurlijk vreemd.”
Oplossing snel gevonden
Dat het vreemd is vinden ook de medewerkers van het KIWA, die afgelopen vrijdag op werkbezoek bij de Nederlandse Vissersbond op Urk waren. Het is één van de problemen waar ook het KIWA als uitvoerende organisatie, bij het verstrekken van vaarbevoegdheidsbewijzen, dagelijks tegenaan loopt. Het KIWA is niet verantwoordelijk voor het beleid en de regelgeving maar probeert wel met de overheid en het bedrijfsleven mee te denken om problemen op te lossen. In overleg met de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT), heeft het KIWA nu de oplossing voor het probleem van de vaartijd van ervaren schippers gevonden: ervaren schippers die na het behalen van hun SW5-diploma een aanvraag doen voor een vaarbevoegdheid schipper tot 60 meter voor onbeperkt vaargebied, hoeven slechts drie (3) maanden in een lagere functie als plaatsvervangend schipper te varen, mits ze kunnen aantonen dat ze alle benodigde vaartijd hebben opgedaan in die lagere functie. Die drie (3) maanden zijn, ondanks de ervaring die de schipper heeft, bedoeld om te wennen in de nieuwe functie. Immers was de schipper bevoegd op vissersvaartuigen tot 45 meter met een vermogen tot 1125 KW in beperkt (tot 30 mijl) vaargebied. Uitgaande van het voorbeeld kan de ervaren schipper dus na het behalen van zijn SW5-diploma binnen drie (3) maanden beschikken over een vaarbevoegdheid van schipper op een grote kotter (tot 60 meter) in onbeperkt vaargebied. “Dat is geweldig nieuws en wij zijn de mensen van KIWA en ILT dankbaar voor het bieden van deze praktische oplossing.”, aldus Ruth Roman, medewerkster bemanningszaken van de Nederlandse Vissersbond.
Blijven werken aan oplossingen
De afgelopen jaren is zowel door het KIWA als de Nederlandse Vissersbond en de Stichting Sectorraad Visserij, geïnvesteerd in de samenwerking. Het heeft ertoe geleid dat problemen opgelost konden worden. Een voorbeeld is de website van het KIWA, waar op verzoek van de visserijsector, de nodige wijzigingen hebben plaatsgevonden om het aanvragen van vaarbevoegdheden en monsterboekjes te vereenvoudigen. Naast het oplossen van het probleem van de vaartijd dat nu opgelost is, zijn er meer knelpunten.
Knelpunt 1 – verlies waarde diploma
Een groot knelpunt voor de mobiliteit in de maritieme sector is het verlies aan waarde van diploma’s, nadat de vaarbevoegdheid is verlopen. Binnen vier (4) jaar na het behalen van een diploma moet een vaarbevoegdheid zijn aangevraagd. Zo niet, dan vervalt het recht op een vaarbevoegdheid en verliest het diploma haar waarde. Het aanvragen van een vaarbevoegdheid na de periode van vier (4) jaar betekent dan opnieuw naar school om een diploma te halen. Alsof alle kennis die men heeft opgedaan na vier jaar is vervlogen. Maar dat geldt ook voor iemand met zowel een visserij- als koopvaardijdiploma, die is overgestapt van de visserij naar de koopvaardij en na vijf (5) jaar besluit om weer in de visserij te gaan werken als schipper. Ondanks zijn ervaring is dat niet mogelijk omdat zijn visserijvaarbevoegdheid is verlopen. Hij zal dus weer naar school moeten om opnieuw zijn visserijdiploma te behalen. Hiervoor is wel een oplossing in de vorm van een speciaal EVC (eerder verkregen competenties) traject maar dat is kostbaar en niet altijd beschikbaar.
Knelpunt 2 – plaatsvervangend schipper
Een ander knelpunt speelt vooral in de garnalensector. Veel garnalenvissers maken gebruik van de mogelijkheid om met twee man te vissen, de zogenaamde 48 uursregeling. Er moet dan een vaarbevoegde schipper en plaatsvervangend schipper aan boord zijn. Tot voor kort was het mogelijk om met een S VII-diploma de vaarbevoegdheid van plaatsvervangend schipper (stuurman) te verkrijgen. Met ingang van het nieuwe Besluit zeevarenden is het S VII-diploma komen te vervallen. Op 8 maart 2019 verscheen hierover een artikel in het Weekjournaal. Dit betekent dat er na 1 april 2019 geen mogelijkheid meer is om een vaarbevoegdheidsbewijs op basis van een S VII-diploma aan te vragen. Ook de S VII-functies zijn daarmee vervallen, maar de bestaande vaarbevoegdheden zijn wel blijven bestaan. Een belangrijke voorwaarde voor het verlengen van een S VII- vaarbevoegdheidsbewijs na 1 april 2019 is dat de houder in het bezit van het radiocertificaat Marcom-B moet zijn. Iemand die voor 1 april 2019 een vaarbevoegdheid als plaatsvervangend schipper (stuurman) had kan de volgende functies uitoefenen:
- Plaatsvervangend schipper < 24 meter < 3000 kW vaargebied beperkt (tot 30 zeemijl). Let wel op: Marcom-B is vereist.
- Plaatsvervangend schipper <45 meter < 1500 kW vaargebied onbeperkt. Let wel op: hier is Marcom A- vereist.
Het probleem dat zich hier manifesteert is dat in de aanloop naar 1 april 2019 een aantal plaatsvervangend schippers zich onvoldoende heeft gerealiseerd, dat men voor die datum een vaarbevoegdheid moest aanvragen dan wel verlengen. Ze hebben vaak vele tientallen jaren ervaring als plaatsvervangend schipper in de garnalenvisserij (beperkt vaargebied) maar het is verplicht om een vaarbevoegdheid te hebben.
De vertegenwoordigers van de Nederlandse Vissersbond zullen beide knelpunten aan de orde stellen bij de Stichting Sectorraad Visserij. Vanuit de Sectorraad kan dan met de Overheid worden overlegd op welke wijze deze knelpunten opgelost kunnen worden.
Voor meer informatie
Kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, Johan Baaij of Ruth Roman, T 0527 69 81 51 of secretariaat@vissersbond.nl.