In opdracht van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris hebben drie consortia van overheid, kennisinstellingen, ingenieurs- en ontwerpbureaus en waterbouwers gewerkt aan een inrichting van Nederland die voor de toekomst bestand is tegen zeespiegelstijging. De consortia focusten zich op de oplossingen ‘meebewegen’, ‘beschermen’ en ‘zeewaarts’. Consortium ‘zeewaarts’ heeft als oplossing een kustmeer uitgewerkt dat door een tweede kustlijn voor de Zeeuwse delta wordt gecreëerd.
Kennis voor ruimtelijke inrichting
Het in 2019 gestarte Kennisprogramma Zeespiegelstijging vormt de basis voor het onderzoek naar de snelheid en omvang van de zeespiegelstijging, en de gevolgen hiervan voor Nederland. Deze effecten zijn in het Kennisprogramma uitgewerkt voor een zeespiegelstijging tot wel 5 meter en gaan over het gehele Nederlandse watersysteem, zowel zee als de rivieren. Deze kennis wordt gebruikt om in te schatten waar maatregelen, zoals dijkversterking, waterberging en landaanwinning, nodig zijn en hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Ook wordt deze kennis meegenomen in de plannen voor woningbouw en de energietransitie.
Kunstmatig zoetwatermeer
Om Nederland tegen de stijging van het zeewaterpeil te beschermen en het zoete water via haar rivieren naar zee af te kunnen blijven voeren, bedacht het consortium ‘zeewaarts’ een groot kunstmatig zoetwatermeer wat zich uitstrekt van Walcheren tot de Maasvlakte II. Vanuit dit kustmeer wordt zoet water naar zee gepompt. Op dit moment stroomt zoet water via open riviermondingen naar zee, maar bij zeespiegelstijging van enkele meters is dit niet meer mogelijk en stroomt zout water Nederland binnen. Het afsluiten van de open riviermondingen is dan noodzakelijk volgens experts.
Enorme impact
Als een paal boven water staat dat de aanleg van een dergelijk kustmeer op de korte, maar ook zeker op de lange termijn een enorme impact heeft op de Zeeuwse delta. Op ecologisch vlak zal de delta ingrijpend veranderen doordat het gebied wordt afgesloten van de zee en daarmee onder andere zout water, het getij en invloed van wind en stroming wordt weggenomen. Economisch gezien heeft deze ingreep grote gevolgen voor toerisme, recreatie, aquacultuur en visserij. Johan K. Nooitgedagt (voorzitter): “Ik heb afgelopen dinsdag navraag gedaan bij het Ministerie van LNV en daar was men niet op de hoogte van deze opdracht, laat staan het resultaat. Je zou toch mogen verwachten dat vakministers de interactie van projecten met elkaar uitwisselen. We spreken al een aantal jaren over de natuurcompensatie Voordelta (NVC) als gevolg van de aanleg van de Maasvlakte II door het Rotterdamse Havenbedrijf. Minister van der Wal is voornemens visgebieden in de Voordelta te sluiten. Terwijl ze dit besluit nog moet nemen, wordt de Minister ingehaald door een plan wat hier allemaal zoetwater van moet maken. De ongelooflijke schok die er door de hoofden van vissers gaat is niet met een pen te beschrijven. Hun toekomst bungelt alle kanten uit. Nu worden er nog meer vissers gedupeerd dan alleen in de Voordelta. Ik denk dan aan de mosselkwekers en -handelaren die nu het zoute water van de Oosterschelde benutten. Evenzo de zo geroemde oesterbedden en de gehele keten die hier achter schuilt. Yerseke voortaan aan de boorden van een zoete zee? Een land dat zo met z’n volk om gaat moet wel in wanhoop zijn en is niet langer serieus te nemen. Den Haag denk eens na voordat je iets naar buiten brengt en probeer te beseffen wat de boodschap doet met onze medemensen”.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt.