Wageningen University & Research (WUR) heeft een zogenaamde ‘desk study’ van alle bestaande kennis omtrent passieve visserij in relatie tot windparken gepubliceerd. De studie is een eerste rapportage van alle kennis omtrent passieve visserij in relatie tot windparken. Het is onderdeel van een groter onderzoekstraject waarin van april tot en met oktober 2023 testen met visserijactiviteiten in het windpark Borssele I en II zijn uitgevoerd.
Vloeiend uit Noordzeeakkoord
Gezien het aantal windparken dat de komende jaren alleen maar zal toenemen op de Noordzee, wordt vanuit het Noordzeeakkoord gezocht naar mogelijkheden van medegebruik door vissers bij de nieuw aan te leggen windparken. Momenteel is de sleepnetvisserij niet toegestaan in de bestaande windparken, en de vraag is of dit in de nieuwe parken mogelijk zal zijn. Wel is in het Noordzeeakkoord ruimte gegeven voor toekomstige toepassing van passieve visserij. Op dit moment is het alleen nog mogelijk om onder bepaalde voorwaarden experimenteel aan de slag te gaan met passieve visserij binnen windparken. Er zal eerst nog aanvullende regelgeving ontwikkeld moeten worden, alvorens passieve visserij commercieel zal worden toegestaan.
Sector betrokken
Naast dat de sector is geraadpleegd voor kennis en praktijkervaring omtrent de mogelijkheden en onmogelijkheden van passieve visserij (in windparken), is met deze studie tevens de belangstelling vanuit de visserijsector voor het vissen in windparken in kaart gebracht. Met 9 geïnteresseerde, actieve vissers zijn praktijktesten vormgegeven die parallel lopen aan deze deskstudie en eveneens in 2023 plaatsvonden. Uit de focusgroep kwamen meerdere tuigen naar voren als mogelijk geschikt voor het vissen binnen windparken. Tuigen als handlijn, jiggen, spiegelnetten, fuiken, potten, longlines en staandwant werden genoemd. Wat betreft doelsoorten kwamen vooral economisch interessante soorten als tong, tarbot, griet, kabeljauw, zeebaars, inktvis en sepia (= zeekat) naar boven. De focusgroep heeft samen met de wetenschappers vier tuigen voor praktijktesten aangedragen op basis van doelsoort (is de soort aanwezig in het visgebied en levert deze voldoende op?), tuig (is het tuig op korte termijn te testen en is er vertrouwen vanuit de sector in deze techniek?), planning (zijn er voldoende beschikbare schepen en bemanning, overlappen de tuigen niet?) en seizoen (is er ruimte om de tuigen te testen, matchen de doelsoorten met de gekozen seizoenen en zijn er voldoende dagen dat het windstil is in een bepaald seizoen?). ‘
Praktijktesten
De tuigen handlijn, mechanisch jiggen, multi-species potten en staandwant zijn geselecteerd voor praktijktesten in vervolgonderzoek. Van april tot en met oktober 2023 zijn in totaal 35 dagen getest in het windpark Borssele I en II. De visserijactiviteiten die in het project zijn uitgevoerd bestonden uit:
- 5 dagen testen met staandwant met YE152
- 16 dagen testen met 4 verschillende soorten potten met YE152
- 4 dagen testen met handlijn met KG7 en,
- 10 dagen testen met een mechanische jig-installatie met MDV2.
Onder andere visserij technische haalbaarheid, economische rendabiliteit, veiligheidsrisico’s en wettelijke kaders zijn hierin vanuit een praktisch oogpunt per tuig benaderd en onderzocht.
In de kinderschoenen
Medegebruik binnen windparken staat nog in de kinderschoenen, en brengt onvermijdelijk de nodige uitdagingen met zich mee. Het juridische en beleidsmatige kader voor het vissen in windparken is complex en voor een deel nog niet vastgesteld of brengt beperkingen met zich mee voor eventuele commerciële visserij in een windpark. De volgende punten, waarover nog een besluit moet worden genomen, zijn van grote invloed op de haalbaarheid van commercieel vissen in een windpark op zee: de discussie rondom Waterwet/Visserijwet, de gedoogsituatie rondom veiligheidskeuringen (van schepen <12 meter), het vissen tussen zonsondergang en zonsopkomst, het aan boord hebben van verschillende typen vistuigen, het vissen met actieve tuigen en de ruimtelijke beperkingen binnen een windpark. Daarnaast zijn er veel kennisgaten op ecologisch en economisch gebied die nog aandacht vragen voor verder onderzoek, en ook de (veiligheids)risico’s moeten nader in kaart worden gebracht. Idealiter vergaren ze deze kennis middels praktijktesten.
Veel meer regels
Verder vraagt de omslag van vissen op een ‘vrije zee’ naar het vissen in een windpark op zee een dubbele transitie. De visserijsector zal moeten leren om te vissen in een gebied dat veel meer regels kent en waarbij er meer aandacht moet zijn voor communicatie en planning. Daarnaast is de Nederlandse vloot vooral gericht op actieve tuigen. De omschakeling naar passieve tuigen is de tweede transitie, waarbij er nieuwe ervaring opgedaan moet worden bij het praktisch gebruik van deze tuigen. Ook het wettelijke kader voor deze tuigen zal bekeken moeten worden, omdat uit deze studie blijkt dat beperkingen in het wettelijk kader kostenverhogend of volledig beperkend op gebruik zijn. Kleinschalige, passieve visserij vraagt flexibiliteit in gebruik om gericht te kunnen vissen op soorten die op dat moment in het park aanwezig zijn.
Praktische uitvoerbaarheid
“Ik heb nog niet uit het onderzoek kunnen lezen dat er zich binnen de windmolenparken een lucratieve visserij gaat ontwikkelen. Dat is natuurlijk wel waar de oorspronkelijke hoop zich op liet vestigen”, concludeert voorzitter Johan K. Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid. Wageningen University & Reasearch zal volgens afspraak met het ministerie LNV eind mei 2024 de eindrapportage van het onderzoek opleveren. Hier zal onder andere dieper ingegaan worden op de praktische uitvoerbaarheid van vissen in een windpark en de ervaringen met de gekozen passieve visserijmethoden voor dit project. “De praktische uitvoerbaarheid is voor de visserijsector van groot belang, dus we hopen dat er in het eindrapport hier een conclusie over kan worden getrokken”, aldus voorzitter Nooitgedagt.
Literatuur
De informatie uit dit artikel is afkomstig uit het rapport ‘Stand van Zaken kleinschalige, passieve visserij in windparken op zee. Het hele rapport is hier te lezen.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt of Emma Kater.