De Nederlandse Vissersbond is een samenwerking aangegaan met zes Masterstudenten van de Universiteit van Wageningen in het kader van het vak ‘Academic Consultancy Training’ (ACT) om onderzoek te doen naar de invloed van klimaatverandering op de Nederlandse platvisvisserij. Gedurende 8 weken hebben de studenten in kaart gebracht welke informatie hier al over bekend is en hoe deze geïntegreerd kan worden tot een voorspelling voor de toekomst.
Omgevingsfactoren
Schol (Pleuronectes platessa) en tong (Solea solea) zijn platvissoorten die van economisch belang zijn voor de Nederlandse kottervisserij. Er wordt op gevist in de Noordzee en het Engels Kanaal. Deze populaties van schol en tong worden beïnvloed door klimaatverandering, maar de mate waarin dit zal plaatsvinden, is onbekend. Om vast te stellen wat de invloed van toekomstige klimaatverandering is op de Nederlandse schol- en tongvisserij, is onderzocht hoe gedurende de verschillende levensstadia van de schol en tong, deze door verschillende omgevingsfactoren worden beïnvloed. De belangrijkste omgevingsfactoren in dit onderzoek zijn temperatuur, zuurgraad, zoutgehalte en zuurstof. Nadat is vastgesteld hoe deze factoren de verschillende levensstadia beïnvloeden, is de toekomstige verandering van deze omgevingsfactoren onderzocht. Naar aanleiding van IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change)-rapporten is onderzocht hoe deze omgevingsfactoren zullen veranderen in een scenario van 2001 tot 2099 (100-jaar periode). Voor dit onderzoek is klimaatscenario RCP 8.5 gebruikt, welke ervan uit gaat dat de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren op dezelfde voet verder gaat. De invloed van deze specifieke veranderingen is vastgesteld voor schol en tong op individueel niveau en daarna op populatieniveau door middel van ‘scenariokaarten’.
Schol
Op basis van de toekomstscenario’s van de omgevingsfactoren en hun effect op schol wordt er verwacht dat de schol naar het noorden zal migreren. Dit komt vooral door de verwachte temperatuurstijgingen, die voor alle levensstadia een netto negatief effect hebben. Daarnaast zullen bij klimaatscenario RCP 8.5 de zuurstofwaardes voor schol te laag zijn in het noordoosten van de Noordzee om te kunnen leven. Vandaar dat verwacht wordt dat de scholpopulaties zullen verplaatsen naar het noordwesten van de Noordzee en noordelijkere wateren en dat er een afname van de maximale lichaamsgrootte zal zijn. Temperatuurstijging heeft namelijk een negatief effect op de maximale lichaamsgrootte van een vis.
Tong
Er wordt op basis van de toekomstscenario’s van de omgevingsfactoren verwacht dat de gevolgen van klimaatverandering in de zuidelijke Noordzee en het Engels Kanaal tong ten goede zal komen. Dit komt omdat een verhoogde temperatuur en een lager zoutgehalte zal leiden tot minder sterfte in het ei- en juveniele stadium, betere groeiomstandigheden en ook een toename van het aantal volwassen tongen. Echter is ook bij tong geobserveerd dat de maximale lengte afneemt en wordt verwacht dat de tong zal migreren uit de delen waar het gehalte opgelost zuurstof in het water te veel zal dalen. Temperatuurstijging heeft namelijk een negatief effect op de hoeveelheid opgelost zuurstof in het water. De verwachting is dat dit voornamelijk in de centrale Noordzee zal plaatsvinden. Samenvattend zal door de temperatuurstijging de tongpopulatie groeien in de gebieden met voldoende zuurstof en zal de tong zich ook noordelijker verspreiden, doordat deze wateren warmer worden.
Toekomstscenario
Door de voorspellingen van temperatuur en opgeloste zuurstof te combineren met de gevonden optimumwaardes voor deze omgevingsfactoren, kan er “door de oogharen” een gebied geschetst worden voor schol en tong. Zoutgehalte en pH zijn niet meegenomen bij het maken van deze kaarten, omdat de literatuur niet toereikend was. Op de kaarten is in het rood het gebied te zien waar de populaties in de aangegeven periode op basis van temperatuur en opgeloste zuurstof voor kunnen komen. Schol zal meer richting het noorden en het westen trekken.
Op basis van de beschikbare kaarten, lijkt tong afwezig in het Engels Kanaal en weg te migreren voor de Nederlandse kust. Dit geeft echter een scheef beeld, omdat de beschikbare kaarten geen data toonde voor het Engels Kanaal. Uit literatuur blijkt dat de tong in het Engels Kanaal zal blijven en het verspreidingsgebied van tong groter zal worden, wanneer de watertemperatuur toeneemt. Zuurstof zal hier niet zo snel een limiterend effect op hebben.
Sterkte-zwakteanalyse
Naast het onderzoek naar de invloeden van klimaatveranderingen op de schol- en tongpopulaties is er ook een sterkte-zwakteanalyse gedaan om vast te stellen welke factoren belangrijk zijn om mee te nemen in de adviesvorming. Hieruit is gebleken dat de Nederlandse visserij, ondanks hun expertise en bereidheid om te innoveren, tegen meerdere maatschappelijke problemen aanlopen, waaronder de verdeling van de visquota en de internationale discussie rondom de pulsvisserij. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste punten uit deze sterkte-zwakteanalyse weergegeven.
Parameter: | Positieve factoren | Negatieve factoren |
Interne herkomst | Sterke punten:
· Ervaring · Innovatief |
Zwakke punten:
· Afhankelijk van overheid · Arbeidsbeschikbaarheid |
Externe herkomst | Kansen:
· Langere vistochten · Nieuwe bevisbare soorten · Pulsvisserij · Handel in quota
|
Bedreigingen:
· Brandstofprijzen · Kleinere vis · Minder schol · Ruimtelijke planning · Verstoring voedselweb |
Conclusie en advies
Uit de literatuurstudie blijk dat de scholvisserij onder druk komt te staan door de temperatuurstijging en een afname van het opgeloste zuurstof in het water, met als gevolg een verschuiving van het leefgebied in noordwestelijke richting. Ook de afname van de lichaamslengte van schol kan problematisch worden door de minimale aanlandmaat. Voor de tongvisserij is de toekomst gunstig, doordat de tongpopulaties in het Engels Kanaal en de zuidelijke Noordzee naar verwachting toe zullen nemen door de warmere watertemperatuur. Ook zal de tong beter groeien door de afname van het zoutgehalte en de pH. Echter wordt ook bij de tong een afnemende lichaamslengte waargenomen.
Concluderend geeft het ACT-team het volgende advies. Een gelijksoortig onderzoek kan plaatsvinden over de vissoorten die mogelijk naar de Noordzee en het Engels Kanaal kunnen migreren. Op basis hiervan kunnen in de toekomst quota (bijvoorbeeld van schol) geruild worden voor nieuw bevisbare soorten. Ten tweede kan een onderzoek plaatsvinden naar het eventueel verlagen van de minimale vislengte voor vangst en verkoop, gezien de trends die klimaatverandering veroorzaakt. Ten derde kan een onderzoek plaatsvinden naar de invloed van stroming en ruimtelijke planning op schol- en tongpopulaties. Investeringen in innovatie voor duurzame visserij met betrekking tot het verlagen van brandstofgebruik biedt kansen voor zowel klimaat als de visserij. Als laatste kan er in onderzoek geïnvesteerd worden naar beleid op het gebied van quota en draagvlak voor pulsvissen.
Dit onderzoek is uitgevoerd door Anne de Bruijn, Thijs Glastra, Laura Ossendrijver, Annemijn Sandig, Nynke Schipper & Claire van der Wal. Lees het volledige onderzoeksrapport hier.
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Amerik Schuitemaker via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.