Den Haag, 16 juli 2015 – Vanaf 1 januari 2016 wordt de aanlandplicht gefaseerd ingevoerd, vissers moeten hun vangst aan gequoteerde vissoorten aanlanden, zowel maats als ondermaats. De gehele vangst wordt afgetrokken van het quotum van de visserman terwijl er nauwelijks marktwaarde is voor ondermaatse vis. De Nederlandse vloot voert verschillende experimenten uit om de selectiviteit van de visserij en de overleving van ongewenste bijvangst te verhogen. De ambities op dat gebied zijn vastgelegd in een stappenplan van de overheid en sector samen dat onlangs door staatssecretaris Dijksma aan de Tweede Kamer is gepresenteerd. De sector gaat zich inzetten om een reductie van 35% in de hoeveelheid ondermaatse bijvangst te realiseren in 2019 ten opzichte van 2010. Daarnaast wordt er onderzoek uitgevoerd waarin de overlevingskansen van bijvangstsoorten worden aangetoond. In ruil daarvoor zal de staatssecretaris inzetten voor rek en ruimte voor de vloot. Vertegenwoordigers van Ministerie en PO’s zijn vandaag bij elkaar gekomen om de consequenties van de Aanlandplicht voor het quotumbeheer te bespreken. Er zijn nog veel zaken die uitgewerkt moeten worden.
Uitgangspunten nationaal beheer
Het Ministerie van Economische Zaken heeft de volgende uitgangspunten geformuleerd voor het nationaal beheer onder de Aanlandplicht:
- Lasten voor de vissers zoveel mogelijk beperken
- Co-management systeem werkt goed: in stand houden
- Verdeling basis contingenten: in stand houden
- Administratieve lasten beperken
- Beheer ondernaatse vangst registraties dicht bij visser houden
- Ruimte en flexibiliteit voor onvoorziene omstandigheden
- In principe geen voorstander van nieuwe verhandelbare rechten
- Stimulans om ondermaatse vis te mijden
- Voorkomen dat ondermaats illegaal gediscard wordt en dat ophoging wordt aangewend voor maatse vis
Opsplitsen van quotum
Op dit moment is er sprake van een aanlandquotum terwijl dat onder de Aanlandplicht een vangstquotum zal zijn. Voor deze transitie gaan het Ministerie en de visserijsector ervan uit dat het aanlandquotum wordt opgehoogd met het percentage discards (ondermaatse vis). Er zijn verschillende mogelijkheden om het vangstquotum te beheren. Een optie is om het individueel te verdelen. Een andere optie is om het maatse deel individueel en het ondermaatse door de overheid te laten beheren. Aan beide opties kleven voor- en nadelen. Individueel verdelen heeft als voordeel dat iedere visser zelf verantwoordelijkheid neemt voor de mate waarop hij selectief vist. Maar het is lastig om te controleren of wel alle ondermaatse vis wordt aangeland omdat de visser zal proberen het quotum zoveel mogelijk voor maatse vis te benutten. Het beheren van de ondermaatse quota door de overheid heeft als voordeel dat dit eenvoudiger te beheren is.
Stimuleren van vermijden ondermaatse vis
Hoe kunnen vissers gestimuleerd worden selectief te vissen en daardoor ondermaatse vis vermijden? Gedacht wordt aan het stimuleren door extra quotum voor maatse vis toe te kennen. Het probleem is dat door gebrek aan controle en handhaving het heel lastig is om vast te stellen of iemand selectief vist.
Vissers zonder quotum
Vissers zonder quotum die op dit moment gequoteerde vis vangen moeten die overboord zetten, met de Aanlandplicht is dat niet toegestaan. In principe moet deze vis worden aangeland wat ten laste wordt gebracht van het quotum van andere vissers. Dat geldt ook voor vissers waarvan het quotum is vol gevist. Te denken valt aan een nationaal quotum wat hiervoor beschikbaar gesteld kan worden.
Niet-PO leden
Het is belangrijk dat beperkingen die voor PO leden gelden ook voor niet-PO leden gelden. Als gekozen wordt voor een nationaal ondermaats quotum dan is het wel zaak dat alle vissers, wel of niet PO lid, dezelfde rechten hebben op gebruik van dit quotum.
Internationale ruilen
Het is moeilijk voorspelbaar wat de invloed van de Aanlandplicht is op de internationale ruilen. Nederland heeft jaarlijks behoefte aan extra quotum van bepaalde soorten in ruil voor soorten waar ze een overschot aan heeft. Het is goed denkbaar dat de Nederlandse vloot in de toekomst niet meer voldoende vangstrechten kan krijgen door ruilen dan nu het geval is.