Reactie op de ‘Staat van de Wadden’

3 juli, 2025

Op 23 juni, tijdens de Toogdag van de Wadden, presenteerde de Waddenacademie het rapport ‘Staat van de Wadden’. Dit rapport is opgesteld in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) om de huidige status en recente ontwikkelingen in de Waddenzee in kaart te brengen. Het geldt als de basis voor het nieuwe beleidskader Natuur Waddenzee, dat tot doel heeft de natuurwaarden te behouden en negatieve effecten van menselijk gebruik te beperken.

Slechte staat Waddenzee

Het rapport concludeert dat de algemene ecologische staat van de Waddenzee op veel punten in slechte staat is en/of verslechterend is. Zo bevindt 38% van de onderzochte indicatoren (92 van 238) zich in een slechtere staat dan de referentiewaarden. Daarnaast toont 16% (37 indicatoren) een verdere verslechtering. Voor 28% (66 indicatoren) is de status onzeker – wat wij zorgelijk vinden, zeker wanneer op basis van dit rapport besluiten worden genomen. Het is bij de interpretatie van de percentages belangrijk om te vermelden dat de 238 indicatoren in het onderzoek zijn opgedeeld in 34 indicatoren over ‘weer & klimaat’, 85 over ‘leefomgeving’ en 119 over ‘soorten’. Met name bij de indicatoren over ‘soorten’ (en specifiek bodemdieren, vogels en fytoplankton) is een groot gedeelte van de staat onzeker (38%).

Natuurlijke schommelingen als probleem

In een eerder bericht over de nieuwe Natura 2000-doelen gaf de visserijsector al aan dat in de huidige systematiek natuurlijke schommelingen – zoals het tijdelijk afnemen of verplaatsen van soorten – niet meer worden beschouwd als aanleiding voor nader onderzoek, maar direct als probleem dat om ingrijpen vraagt. Ditzelfde ligt ook met het rapport van de Waddenacademie op de loer. Als voorbeeld noemt de visserijsector het volgende: 

Wanneer het aantal zwarte zee-eenden in een bepaald Natura 2000-gebied lager uitvalt dan de norm, wordt dat vaak gezien als verslechtering door menselijk gebruik, terwijl deze soort sterk migreert, gevoelig is voor klimaatveranderingen, en elders tijdelijk in hogere aantallen voorkomt. Toch leidt zo’n signaal vaak direct tot maatregelen, zoals visserijbeperkingen, zonder dat eerst grondig is onderzocht wat de werkelijke oorzaak is. Zo verdwijnen de noodzakelijke stappen van analyse, duiding en proportionaliteit – en wordt elk ecologisch signaal automatisch een beleidsprobleem.

Invloed van klimaatverandering

Het onderdeel ‘weer & klimaat’ omvat voornamelijk indicatoren waarvan de staat ervan grotendeels beïnvloed wordt door klimaatverandering. Bij de vertaling van de staat van de weer- en klimaatindicatoren naar toekomstige maatregelen moet daarom enige voorzichtigheid worden geboden. Klimaatverandering vindt namelijk op veel grotere schaal plaats dan alleen het Waddenzeegebied en maatregelen voor specifiek het Waddenzeegebied zorgen dan niet voor het gewenste effect. De Waddenacademie adviseert dan ook dat rekening moet worden gehouden met klimaatverandering met het oog op de effectiviteit van maatregelen.

Visbestanden: tegenstrijdige bevindingen

Met betrekking tot vissoorten – waaronder wijting – spreekt het rapport over een slechte staat en een onduidelijke trend. Deze conclusie is naar onze mening niet in lijn met eerdere wetenschappelijke rapporten of de praktijkervaring van vissers. In het Wadden Sea Quality Status Report van vorig jaar werd nog gemeld dat de stand van de wijting stabiel is in het westelijk deel van de Waddenzee, en oostelijk juist in aantal toeneemt. Ook onze vissers zien de laatste tijd in toenemende mate wijting in hun vangsten. Johan K. Nooitgedagt, voorzitter Nederlandse Vissersbond: “Het feit dat het wijting-quotum in 2026 omhoog zal en kan gaan is al een bewijs dat het momenteel goed gaat met de wijting. Deze quota worden door onafhankelijke wetenschappers van de EU vastgesteld op advies van ICES vanuit Kopenhagen. De Waddenacademie schetst helaas een ander beeld dan wat eerder onderzoek en de praktijk ons leert. Dat is zeer jammer, temeer omdat de zogenaamde Commissie Eijsackers (een tijdelijke groep mariene wetenschappers) recent een advies heeft uitgebracht voor de garnalenvissers (ook Waddenzee) en we die juist strikt proberen op te volgen. Wispelturig beleid is voor niemand wenselijk. Klap op de vuurpijl in deze voorbeelden is de uitstekend goede mosselstand”.

Vissers als waardevolle informatiebron

Vissers brengen het grootste deel van hun werkweek door op zee en zijn daarmee de “oren en ogen” van het water. Zij signaleren veranderingen vaak als eerste. Het zou daarom vanzelfsprekend moeten zijn dat hun waarnemingen en kennis structureel worden meegenomen in rapporten als deze. Visserij en wetenschap zijn geen tegenpolen – integendeel, ze versterken elkaar. Voor een betrouwbare inschatting van visbestanden en de ecologische staat van de Waddenzee is samenwerking met vissers essentieel.

Vissers hebben, net als natuurbeschermers, belang bij gezonde vispopulaties en een robuust ecosysteem. Wij pleiten er dan ook voor dat de bevindingen van de visserijsector nadrukkelijker meegenomen worden bij het opstellen van het nieuwe beleidskader Natuur Waddenzee.

Oproep tot samenwerking

Wij hopen dat onze reactie bijdraagt aan een evenwichtige en effectieve verdere ontwikkeling van het beleidskader. De Nederlandse Vissersbond is actief betrokken bij het Beleidskader Natuur Waddenzee en gaat hierover graag verder in gesprek met de betrokken partijen. Wij staan klaar om onze praktijkervaring uit de regio te delen.

Voor meer informatie

Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Johan K. Nooitgedagt, Amerik schuitemaker of Thomas van den Beukel .

Johan K. Nooitgedagt
Amerik Schuitemaker
Thomas van den Beukel

Aanmelden weekjournaal

Plaatsen van formulier mailchimp

Recent Courses