Voor de kabinetsformatie heeft voorzitter Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond acht programmapunten geformuleerd.
“Politici die nu mooie beloftes doen, kunnen we daar straks ook op aanspreken,” aldus Nooitgedagt.
1. Minister voor voedsel
Terugkeer van een Minister voor voedsel met bijzondere aandacht voor de positie van de producenten. Een Minister voor boeren en vissers (en de keten) kan in Brussel het verschil maken. Voedsel is niet vanzelfsprekend. Voedselvoorziening begint bij boeren en vissers. De EU en Nederland mogen niet teveel afhankelijk worden van voedselimport. Voedsel en de beschikbaarheid daarvan heeft de potentie een geopolitiek machtsmiddel te zijn.
2. Ruimte voor voedsel
Vissers, tuinders en boeren die verantwoord voedselproduceren moeten daarvoor ruimte krijgen, nu en in de toekomst. Voor vissers betekent dit: de Noordzee is geen industriegebied, maar wel een blauwe akker om voldoende te kunnen oogsten. Goede productiemethoden zorgen voor de balans tussen de belangen van de mens (voedsel), planeet (natuur en milieu) en economie (arbeid en inkomen).
Bij claims voor ruimte op zee door bijvoorbeeld energieproducenten en natuurbeschermers moet het belang van de visserij net zo goed gelden. Vissers worden nu van de zee geveegd door het ontstaan van steeds meer gesloten gebieden.
3. Brexit en visserij
De EU en Nederland moeten alle zeilen bijzetten om de Brexit voor onze vissers succesvol af te ronden. Nederland is zeer afhankelijk van de toegang tot de wateren van het VK. Daar vist Nederland al honderden jaren op soorten die het VK blijkbaar eerder niet interessant vond.
De quota zijn al heel lang op basis van historischeaanlandingen verdeeld. Omgekeerd is het VK afhankelijk van de EU-markten op het gebied van vele sectoren. De Brexit-onderhandelingen voor vis mogen voor het VK niet het icoonproject worden om te laten lijken dat de uittreding voor de VK-vissers succesvol is afgerond. Alles in het werk stellen om de relatieve stabiliteit te handhaven voor de visgronden en de quota.
4. Tegengaan free-rider gedrag
Algemeen verbindend verklaren van maatregelen van de Producenten Organisaties. In de afgelopen jaren heeft de overheid verantwoordelijkheden doorgeschoven naar de visserijorganisaties. Dat is te begrijpen want het controleren van de vele regelingen is kostbaar voor de gemeenschap. We zien echter dat bedrijven die niet aansluiten zich kunnen profileren als ‘free-rider’ en voor eigen gewin gaan. Dat maakt het samen reguleren van controle voor de goedwillende ondernemers onmogelijk.
Daarom moeten regels over controle en verantwoord beheer (minimale maten en maximale hoeveelheden om quota te verdelen), kwaliteit, duurzaamheid, certificeringen, onderzoek, scholing en promotie algemeen verbindend worden voor alle vergunninghouders in het werkingsgebied. De EU biedt deze mogelijkheden, maar onze nationale overheid wil zover niet gaan omdat het dossier eerlijke mededinging hierbij dominant is. Andere lidstaten binnen de EU doen het gewoon!
5. Aanlandplicht wordt innovatiepakket
In plaats van een aanlandplicht voor ondermaatse vis moet er een innovatiepakket voor het verhogen van selectiviteit komen. Vissers kunnen niet gedwongen worden om tegen hun natuur in te werken door met een aanlandplicht allevis dood te maken. Dat is de klok terugdraaien naar vroeger, toen er nog een industrievisserij was voor veevoer.
Vissers moeten gestimuleerd worden selectiever te vissen. Het ontwikkelen van innovaties moet makkelijker gemaakt worden (zonder lastige terugbetalingen aan de RVO waarvoor juridische procedures gevoerd moeten worden), de regels moetensoepeler en in combinatie met een in te stellen fonds om koplopers te belonen voor hun vruchtbare inspanningen. De huidige EU aanlandplicht zal een chaos in de visserij betekenen en een vernietiging van de moeizaam behaalde resultaten van een verantwoorde handelswijze van vissers met een goede visstand.
6. Warme sanering IJsselmeervissers
Er moet een warme sanering van de vangstrechten komen voor IJsselmeervissers die zich daarvoor vrijwillig aanmelden. Deze sanering van ‘merken’ is een natuurmaatregel. Dat schept ruimte om voor de achterblijvers een verantwoord bestaan op te bouwen zonder voortdurende strijd met natuurorganisaties, sportvisserij en overheden. Het huidige ‘kat en muisspel’ moet maar eens stoppen. Het is controle op controle voor de vissers, terwijl het IJsselmeer en Markermeer wordt volgebouwd met Windmolenparken en Natuurgebieden waar geen vissers mogen komen.
Ten opzichte van deze megaprojecten (in geld uitgedrukt) is voor de oplossing van de visserij een marginaal bedrag nodig en krijgen alle partijen weer rust om hun werk te doen. Alle innovatie en denkkracht in deze visserij staat stil omdat elke dag een nieuwe bedreiging met zich meebrengt. Het IJsselmeer en Markermeer is een kroonjuweel om een verantwoorde visserij te stimuleren voor alle stakeholders, maar het probleem is dat niemand vrijwillig zijn vangstrechten gaat inleveren zonder dat hij/zij daar iets voor terugziet.
7. Natura 2000: ecosysteembenadering vanuit visserijperspectief
Bij de analyse voor het maken van de Passende Beoordeling voor de Natura 2000 (N2000) visserijgebieden, valt op dat de sector steeds dieper in het moeras van problemen wegzakt. Steeds meer partijen gaan N2000 als problematisch ervaren. In het begin was het vooral de visserijsector die kritisch was, maar gaandeweg wordt dit perspectief ook gedeeld door overheidsinstanties en uiteindelijk zelfs door natuurbeschermingsorganisaties.
Veelal eindigen dilemma’s omtrent de Passende Beoordeling bij de Raad van State en is de gehele procedure voor de visserijsector een enorme administratieve last die alleen maar toeneemt. De visserij is feitelijk altijd in het nadeel omdat de wetenschappelijke bewijslast (onderzoek) enorm kostbaar is en de lasten
voor de goedwillende vissers zijn.
Daarnaast kunnen ook de kosten voor de juridische procedures niet over de gehele groep worden gedeeld omdat de overheid de handelswijze van Producenten Organisaties niet algemeen verbindend wil verklaren (wat volgens de Europese Verordening van PO’s wel de bedoeling is). Dit is in het bijzonder voor de visgebieden IJsselmeer, Markermeer, Waddenzee (VisWad), Kustzone (VIBEG), Voordelta, Vlakte van de Raan, Oosterschelde en de Noordzeewateren een ‘blok aan het been’.
8. Gelijk speelveld voor garnalenvissers
De garnalenvisserij is onvoldoende EU gereguleerd en daarom is er nog steeds geen gelijk speelveld. Nederlandse garnalenvissers hebben te maken met gesloten gebieden en de regels die hiervoor gelden zijn niet of in mindere mate van toepassing voor buitenlandse vissers. Buitenlandse garnalenvissers vissen in het weekeinde in Nederlandse wateren terwijl Nederlandse garnalenvissers een weekeindverbod hebben.
Ook zien we een uitbreiding van de Europese garnalenvisserij terwijl dit uit oogpunt van verantwoord beheer niet wenselijk is. De Nederlandse Vissersbond roept de overheid op om de lidstaten van de garnalenvissers om de tafel te zetten en een beleid voor beheer van de EU garnalenvisserij te organiseren. Dit moet zij snel doen voordat het te laat is.
Meer informatie
Voor meer informatie over deze standpunten kunt u contact opnemen met Johan K. Nooitgedagt, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.