De milieuclubs ‘Seas at Risk’ en ‘Oceana’ hebben recent een rapport uitgebracht waarin zij beweren dat onderzoek aantoont dat de bodemtrawlvisserij – die zij “een van de meest destructieve visserijtechnieken” noemen – in de Europese Unie grotendeels vervangen kan worden door “veel minder agressief tuig”. De EBFA, die de belangen van de EU-bodemtrawlvissers vertegenwoordigd, denkt daar heel anders over.
Alternatieve vistuigen
De bodemtrawlvisserij in de Europese Unie (EU) is goed voor 32% van de totale EU-aanvoer (7,3 miljoen ton), zo stelt het rapport. In het rapport wordt de bodemtrawl als een destructieve methode neergezet. Volgens de ’beide milieuclubs zijn er betere alternatieven en is de bodemtrawlvisserij niet essentieel. In de EU worden meer dan 25 verschillende vismethoden gebruikt, zoals ringzegens, kieuwnetten of potten en vallen, die samen goed zijn voor 66% van de totale EU-aanvoer.
Vermindering van visserij
Een alternatief vistuig kan echter ook milieuproblemen hebben, vooral wat betreft de bijvangst van beschermde soorten. Oceana en Seas at Risk adviseren in dat geval een algehele vermindering van de visserij . Daarnaast stelt het rapport dat verschillende andere soorten die in grote hoeveelheden worden aangeland door bodemtrawlers, zoals kabeljauw, ernstig overbevist worden. De bodemtrawlvisserij moet verdwijnen vinden de beide milieuclubs: “Een vermindering van de bodemtrawlvisserij, zou daarom haalbaar zijn en zou de mariene milieu en vispopulaties, en tegelijkertijd de EU-visserij naar duurzaamheid te helpen transformeren en de doelstellingen van de Europese Green Deal om Europa klimaatneutraal te maken, te verwezenlijken.”
Insecten in het diervoer
De milieuclubs stellen verder voor om in plaats van zandspiering, sprot en blauwe wijting, die niet voor menselijke consumptie maar in vismeel en visolie worden gebruikt, te vervangen door alternatieve voedselbronnen zoals insecten of planten. De meeste diervoerbedrijven hebben echter duidelijk gemaakt dat ze niet van plan zijn om duurzaam gevangen vismeel uit hun producten te bannen.
Sociaal-economische gevolgen
Tot slot voegt het rapport toe dat, terwijl de bodemtrawlvisserij geleidelijk wordt uitgebannen, “het van fundamenteel belang is om het welzijn van werknemers en gemeenschappen die momenteel afhankelijk zijn van bodemtrawls te beschermen, door inkomenszekerheid te bieden of het creëren van alternatieve werkgelegenheid en omscholingsmogelijkheden te bevorderen”.
Europese aanvoersector van bodemvisserij heeft een andere boodschap
De boodschap van Oceana en Seas at Risk is in strijd met die van de “European Bottom Fishing Alliance” (EBFA), een alliantie van visserijorganisatie uit 14 EU-landen, die meer dan 22.000 vissers en 8.000 vissersvaartuigen vertegenwoordigen. De EBFA toont juist de duurzaamheid en het algehele belang aan van de bodemtrawlvisserij aan voor alle EU-lidstaten. Deze visserij is goed gereguleerd, gecontroleerd, onderzocht en vooral in meerderheid duurzaam gecertificeerd. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat dankzij een effectief en wetenschappelijk onderbouwd management voor bodemvisserijactiviteiten, de visserij alleen kan plaatsvinden in beperkte en zeer veerkrachtige mariene visgronden. Daardoor wordt de impact op de mariene ecosystemen en hulpbronnen geminimaliseerd.
Lees hier meer over de oprichting van de “European Bottom Fishing Alliance” (EBFA).
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Emma Kater-de Boer of Durk van Tuinen, via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.