Minister Schouten van LNV heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat ze de visserij op paling in de Urker- en Schokkerhaven per 1 januari 2021 heeft gesloten vanwege te hoge gehalten aan dioxine en dioxine-achtige PCB’s. Dat laatste blijkt uit onderzoek in opdracht van LNV door Wageningen Food Safety Research (WFSR).
De vissers zijn hiervan individueel op de hoogte gesteld. De PO IJsselmeer (Nederlandse Vissersbond) die de belangen van de beroepsvissers op het IJsselmeer behartigt, was vooraf niet door het ministerie op de hoogte gesteld en moest het uit de media vernemen. Er leven nog veel vragen bij vissers en de PO overweegt stappen te ondernemen tegen dit besluit.
Hoe ontstaan dioxines en PCB’s?
Dioxines zijn een bijproduct van onvolledige verbranding, denk aan natuurverbrandingen als vulkaanuitbarstingen, maar ook verbranding van huisvuil, recyclage en non-ferrometalen. PCB’s werden geproduceerd voor industriële toepassingen. Sommige PCB’s hebben een negatieve impact op de gezondheid, waardoor er in 1985 een verbod op de productie van PCB’s kwam. Dioxines en PCB’s dragen een gifitigheidscoëfficiënt (TEF) bij zich. Hoe hoger de TEF, hoe gevaarlijker. (Bron: www.vmm.be)
Welke normen worden gehanteerd?
In het rapport van WSFR wordt onderscheid gemaakt tussen dioxine-TEQ, totaal-TEQ (som van dioxines en dioxine-achtige PCB’s) en niet dioxine-achtige PCB’s (ndl-PCB’s). Deze stoffen zijn schadelijk als deze in het menselijk lichaam terecht komen. Dat kan door het consumeren van voedsel met te hoge gehalten aan deze stoffen, zoals paling. Om die reden laat het ministerie van LNV jaarlijks wilde paling bemonsteren in verschillende wateren waaronder het IJsselmeer. Het ministerie van LNV hanteert daarbij een norm die niet mag worden overschreden. Is dat wel het geval, dan gaat het ministerie van LNV over tot het sluiten van gebied voor de visserij. Deze norm wordt de beleidsregellimiet genoemd.
De beleidsregellimiet bedraagt 8,8 pg/g voor totaal-TEQ en 250 ng/g voor de ndl-PCB’s. Voor de dioxine-TEQ geldt geen beleidsregellimiet, maar deze informatie is voor de volledigheid wel gegeven. In dit document worden resultaten vergeleken met alleen de beleidsregellimieten, omdat die het referentiekader vormen voor het openen of sluiten van gebieden door het ministerie van LNV. De vanuit de EU opgestelde maximum limieten (ML’s) zijn 3,5 pg/g voor dioxine-TEQ, 10 pg/g voor totaal-TEQ en 300 ng/g voor de ndl-PCB’s. Hoewel voor de volledigheid weergegeven, spelen deze ML’s geen rol bij het openen en sluiten van gebieden. In feite hanteert Nederland dus een strengere norm dan de Europese Unie voorschrijft. Dat is een beleidskeuze (bron: WSFR).
Welke gebieden betreft het?
LNV gaat twee nieuwe gebieden sluiten waar de norm (beleidsregel-limiet) wordt overschreden: de haven van Urk (IJsselmeer) en de Schokkerhaven (Ketelmeer). Voor de bemonsterde paling in de haven van Urk geldt dat de norm voor totaal-TEQ 9,8 pg/g bedraagt en dat ligt dus boven de norm van 8,8. De norm van de niet dioxine-achtige PCB’s wordt niet overschreden. Voor de bemonsterde paling in de Schokkerhaven werden beide normen overschreden. Naast deze gebieden is er bij Lelystad ook paling bemonsterd waarvan de total-TEQ 9,1 bedroeg. Volgend jaar wordt deze locatie opnieuw bemonsterd. Blijkt de norm dan weer te worden overschreden dan zal ook dat gebied worden gesloten.
Hoe is er bemonsterd?
WSFR hanteert een vast protocol voor het bemonsteren van paling in Nederland. Paling tussen 53-76 cm lengte worden bemonsterd. Dioxines en dioxine-achtige PCB’s hopen zich doorgaans op in het vetweefsel. In de loop van de tijd groeit de paling uit tot een lange schieraal met relatief veel vet ten opzichte van korte dunne rode aal. Hoe vetter de paling des te groter de kans dat de norm wordt overschreden.
Hoe worden de vissers gecompenseerd?
Het zijn niet de vissers die verantwoordelijk zijn voor het feit dat de paling in de haven van Urk en de Schokkerhaven vervuild is met dioxine en dioxine-achtige PCB’s. Toch zijn de vissers daar nu wel de dupe van. Het ligt voor de hand dat de overheid werk maakt van het saneren van vervuilde gebieden zoals de beide havens zodat vissers weer op paling kunnen vissen. Op korte termijn zal dat waarschijnlijk niet gebeuren en dan is financiële compensatie belangrijk. De PO IJsselmeer zal er op toezien dat dit ook gebeurt.
Voor meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.