Hoewel staatssecretaris Van Dam tevreden is met de strekking van de aangepaste Europese verordening Technische Maatregelen voor de visserij, stemt hij tijdens de komende Visserijraad op 11 mei niet in met voorstel. Van Dam is ‘buitengewoon teleurgesteld dat het voorzitterschap lidstaten tegemoet is gekomen die bezwaren hebben tegen de pulstechniek.’
Van Dam zegt in een brief aan de Tweede Kamer dat het voorstel van de Europese Commissie weliswaar veel positieve punten bevat die voor Nederland van belang zijn. Maar in een aanvullende bijlage worden hindernissen opgeworpen tegen pulsvisserij en mogelijk andere vernieuwingen. Daarmee druist het voorstel in uitgewerkte vorm tegen de kern van het nieuwe gemeenschappelijk visserijbeleid: het stimuleren van innovatie en verduurzaming.
Een duidelijk signaal
Van Dam schrijft: “Met het voorstel wordt het voor Nederland zeer lastig om in het vervolgtraject algemene acceptatie van de pulstechniek te bewerkstelligen. Dat werpt een onnodige belemmering op voor deze duurzame innovatieve vistechniek. Ik zal mijn ongenoegen hierover tijdens de Raad duidelijk kenbaar maken en zal, ondanks mijn positieve oordeel over de rest van het voorstel voor de algemene oriëntatie, mijn stem onthouden en zo een duidelijk signaal afgeven.”
Minder bodemberoering, brandstofbesparing en betere selectiviteit
Van Dam schrijft verder: “Daarbij zal ik wijzen op het onderzoek dat de afgelopen jaren al is gedaan met positieve resultaten: vermindering van bodemberoering en brandstofgebruik en betere selectiviteit. Ik zal ook wijzen op het aanvullende onderzoek dat nog plaatsvindt om negatieve effecten op het mariene ecosysteem uit te sluiten. Mijn inzet is dat de puls moet worden toegelaten wanneer uit het aanvullende onderzoek naar voren komt dat de puls geen significante negatieve effecten heeft. Die garantie wil ik nu in de regelgeving terugzien.”
Valse hoop
In een eerder bericht van de Nederlandse Vissersbond meldden we dat de Europese Raad een aanpassing had doorgevoerd die voordelig leek uit te pakken voor onze pulsvisserij. Dat was een conclusie op onvolledige stukken. De Nederlandse Vissersbond heeft daardoor misschien valse hoop gegeven, waarvoor onze excuses.
Pulstechniek voor maximaal maar 5% van de vloot?
Naar nu blijkt is de onderzoeksverplichting voor de puls is weliswaar geschrapt, maar in een bijlage voor de Noordzee is het gebruik van de pulstechniek gelimiteerd tot maximaal 5 procent van de vloot. Dit brengt meer dan de helft van de ontheffingen voor de Nederlandse vloot juist ernstig in gevaar na 2019. Het eerdere voorstel van de Europese Commissie, waarin dus wel de onderzoeksverplichting was opgenomen, was voor de Nederlandse visserijsector veel beter dan de compromisversie van de EU-Raad.
Het zijn vooral Frankrijk (waar zelfs de minister nog in maart heeft gepleit tegen de ontheffing) en Denemarken die de pulsvisserij willen tegenhouden. Volgens Van Dam zijn België en Duitsland inmiddels ‘voorzichtig positief’.
Onderzoek moet doorgaan
Het is van groot belang voor Nederland dat het onderzoek en het monitoringsprogramma met de pulsvisserij doorgaat en dat er niet getornd word aan de onderzoeksontheffingen. Daarin liggen onze belangrijkste, wetenschappelijk onderbouwde argumenten richt andere lidstaten, Commissie en Raad. Het ministerie van Economisch Zaken, opdrachtgever van het vierjarig onderzoeksprogramma naar het effect van de transitie van de Nederlandse vloot naar puls, geeft verder in haar reactie aan dat het van groot belang is dat de vissers gemotiveerd blijven om aan het onderzoek te blijven meedoen.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt of Derk Jan Berends, T 0527 698151 of secretariaat@vissersbond.nl