De kunstmatige riffen in windpark Borselle 1&2 zijn een succes. Maar kunnen de windparken nog aantrekkelijker gemaakt worden? Het energiebedrijf Ørsted gaat kijken naar de mogelijkheden om meer schuilplekken te creëren.

Uit onderzoek werd duidelijk dat de kunstmatige riffen, die in 2020 werden geïntroduceerd, gewaardeerd werden door kabeljauwen. Meer daarover kunt u lezen in het artikel Kunstmatige riffen in een windmolenpark, een schuilplaats voor kabeljauw. Ørsted gaat nu naar de tekentafel om windparken aan te passen, waardoor ze nog geschikter worden als leefgebied.

Positieve bijdragen

Het is niet de bedoeling dat elk windpark nu vol gelegd gaat worden met betonnen buizen, aldus Karin Bilo, ecoloog bij Ørsted. “We gaan juist kijken hoe we deze kennis kunnen integreren in het basisontwerp van windparken. We gaan dus kijken hoe we de bestaande ontwerpen en structuren kunnen aanpassen.” Een idee is om openingen in de funderingen van windturbines aan te brengen. Ook de stortstenen kunnen worden voorzien van openingen, zo kunnen windparken natuur inclusief worden gebouwd. “Hopelijk gaan ze de binnenkant van de turbines benutten als nieuw leefgebied, om te schuilen of om voedsel te vinden. Leven trekt leven aan en dat is juist ons doel bij de bouw van toekomstige windparken.”

De bouw en exploitatie van windparken heeft ook negatieve impact op het ecosysteem. Dat ontkent Bilo niet. Verstoring door onderwatergeluid, elektromagnetische velden en aantasting van leefgebied zijn problemen die blijven spelen in windparken. Maar de impact op de natuur kan men wel trachten te verminderen. “Daarom is het belangrijk dat de impact van een windpark zo min mogelijk is. Het gaat om bodemrust en je moet de natuur z’n gang laten gaan. Die weet uiteindelijk het best wat het nodig heeft om te herstellen en weer veerkrachtig te worden.”; zegt Bilo.

Nederlandse Kabeljauwen

Als de innovatieve plannen gaan lukken, kan dit goed nieuws zijn voor kabeljauw. De vissoort lijkt door opwarming van het klimaat steeds verder naar het noorden te trekken. Maar nu hier geschikt habitat ontstaat, blijft de vis hopelijk hier hangen. Voorzitter van de Nederlandse Vissersbond, Johan K. Nooitgedagt is voorzichtig hoopvol. “Laat het echt waar worden want dan vangen we meer kabeljauw in de Zuidelijke Noordzee. Heerlijk visje, maar nu alleen uit de Noord en zeer bescheiden. Ik help het hopen dat ze ‘groeien en bloeien’ binnen de windmolenparken. Eerst zien en dan geloven”.