Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het ingenieursbureau Witteveen + Bos opdracht gegeven om te verkennen wat de beste opties zijn voor het aansluiten van de windparken op de Noordzee op het landelijk netwerk. Afgelopen dinsdag vond de onlinepresentatie plaats van de afwegingsnotitie met als titel Effectenanalyse Verkenning aanlanding windenergie op zee (VAWOZ). Na afloop werd het rapport besproken en becommentarieert door de belanghebbende partijen. Derk Jan Berends van de Nederlandse Vissersbond nam namens de visserij deel aan de discussie.
In 2030 55% minder CO2-uitstoot
“In de Klimaatwet (2019) is vastgesteld met hoeveel procent de CO2-uitstoot in Nederland moet worden teruggedrongen. Het doel voor 2030 is een reductie van de CO2-uitstoot van 49 % ten opzichte van 1990. Wind op zee speelt een cruciale rol om deze klimaatdoelen te halen. De Routekaart Wind op Zee 2030 (publicatie in maart 2018) draagt hieraan bij door drie windenergiegebieden op zee aan te wijzen met een gezamenlijke omvang van 6,1 Gigawatt (GW). Recente inzichten en ontwikkelingen laten echter een grotere vraag is naar energie door een verdere elektrificatie van onder meer de industrie, om hiermee de CO2-uitstoot te verminderen. Hierdoor is het nodig om zowel voor 2030 als daarna extra windenergie op zee te realiseren. Zo is er in het Klimaatakkoord (2019) een verhoogde ambitie vastgelegd om de CO2-uitstoot in 2030 met 55 % te verminderen ten opzichte van 1990. Hiervoor moeten er voor 11,5 GW aan windparken op zee staan.” aldus de bijna 600 pagina’s tellende afwegingsnotitie.
Verkennen van de aansluitvarianten
In de afwegingsnotitie licht Witteveen + Bos de verschillende tracévarianten tussen de windenergiegebieden en aansluitlocaties toe met een effectenanalyse op het milieu, de techniek, de kosten, het energiesysteem, de omgeving en de toekomstvastheid. Het document is het startpunt van een lang proces wat uiteindelijk zal leiden tot een beleidsmatige keuze voor een aansluitlocatie en een voorkeurstracé (route van de elektriciteitskabels). Hoewel het in eerste instantie gaat om de periode tot 2030 wordt al wel zoveel mogelijk rekening gehouden met de periode na 2030. Voor de 6 aangewezen windenergiegebieden op de Noordzee zijn verschillende tracévarianten met aansluitpunten op het Nederlandse stroomnetwerk onderzocht. Zie het kaartje: Windenergie op de Noordzee – Juli 2021.
Systeemintegratie is een groot probleem
Het is al enige tijd bekend dat het huidige stroomnet de extra stroom van de windenergie op zee niet aankan. Vissers zien al jaren dat de molens op zee vaak stilstaan terwijl het waait. Systeemintegratie, het verwerken van de huidige en toekomstige stroom van windenergie op zee in het landelijke stroomnetwerk, is op dit moment een groot probleem. De transitieopgave waar Den Haag en Europa voor staan om in 2030 heel veel windenergie op zee op te wekken en gebruiksklaar bij de afnemers te krijgen is enorm. Het vereist veel denkwerk en het maken van de juiste keuzes om dit te realiseren. In al dat geweld kunnen andere belangen als duurzame voedselproductie uit zee sneuvelen.
Effecten voor de visserij
In de afwegingsnotitie (rapport) is het volgende opgenomen over de effecten voor de visserij: “De Noordzee en de Waddenzee zijn voor een groot deel in gebruik ten behoeve van visserij. Hierbij geldt dat er per gebied gevist wordt op verschillende soorten. Voor alle tracévarianten wordt tijdens de aanleg van de kabels op zee een veiligheidszone rondom de werkschepen gehandhaafd. Dit kan leiden tot tijdelijke hinder voor de visserij, aangezien een deel van het areaal binnen de veiligheidszone tijdelijk niet kan worden bevist. Daarnaast kan er hinder zijn door beroering van de bodem, wat vertroebeling van het water veroorzaakt. Tijdens de gebruiksfase zouden de ankers van de vissersboten schade kunnen aanrichten aan de kabels. Het uitganspunt is daarom dat er in de onderhoudszone een ankerverbod geldt. Ook kan tijdens de gebruiksfase vertroebeling voorkomen door onderhoud. Voor de tracévarianten geldt dat vrijwel het gehele tracé eveneens in gebruik is ten behoeve van de visserij. Op dit aspect zijn alle tracévarianten beoordeeld als oranje. De effecten zijn beheersbaar en van tijdelijke aard.”. Tijdens de bespreking van het rapport is door de Nederlandse Vissersbond onder andere gewezen op de mogelijke effecten van magnetische velden, die ontstaan door de duizenden kilometer aan stroomkabels op de zeebodem, op het zeeleven en daarmee ook op de visserij.
Bij de les blijven
Voor wat betreft het VAWOZ-proces van het kiezen van de beste tracévarianten met aansluitpunten staan we nog aan het begin. De belangen van de visserij moeten in dat proces goed worden behartigd. De Nederlandse Vissersbond zal het proces blijven volgen en op belangrijke momenten inspreken in het belang van de visserij.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.