Woensdag 1 maart lichtte de directeur-generaal, Charlina Vitcheva, van DG MARE de nieuwe actieplannen voor de visserij- en aquacultuursector toe tijdens de vergadering van de Visserijcommissie (PECH) in het Europees Parlement. Vorige week werden de actieplannen bekend gemaakt. Tijdens de vergadering van de Visserijcommissie is hier verder over gedebatteerd. De inbreng van Europarlementariërs Peter van Dalen (CU) en Bert-Jan Ruissen (SGP) was krachtig en vertaalde de zorgen van de visserijsector.
Wat is DG MARE
Charlina VItcheva is de huidige directeur-generaal van DG MARE. DG MARE is het directoraat-generaal Maritieme Zaken en Visserij en is verantwoordelijk voor het beleidsterrein visserij, het Zeerecht en Maritieme Zaken van de Europese Unie. In haar eerste presentatie tijdens de PECH-vergadering geeft ze uitleg over de nieuwe actieplannen. In deze plannen wordt duidelijk dat de Europese Commissie niet van plan is het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) te hervormen, maar wel bezig om visserij te reguleren via fundamentalistische milieuwetgeving.
Vooruitgang dankzij vissers
Volgens Vitcheva is het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) belangrijker dan ooit en geeft het alle instrumenten die nodig zijn voor een duurzame, winstgevende en veerkrachtige visserij- en aquacultuursector in de EU. De Europese Commissie ziet tastbare vooruitgang en deze vooruitgang heeft geleid tot duurzamere visserijen in de praktijk. “Dankzij de inspanningen van de vissers, de lidstaten en het maatschappelijk middenveld, en ik wil echt onderstrepen dat dit echt te danken is aan de inspanningen van de visserijsector zelf, zijn we erin geslaagd om kritieke visbestanden weer op te bouwen”, zo meldt Vitcheva. Een voorbeeld dat Vitcheva geeft, is dat we zijn overgegaan van 5 duurzaam geoogste visbestanden in 2009 (vlak voor de laatste hervorming van het GVB) naar meer dan 60 visbestanden in 2022. En deze vooruitgang gaat nog steeds door.
“Zagen we deze waardering voor de inspanningen van de visserijsector ook maar eens terug in de praktijk in plaats van wetgeving nog verder aan te scherpen waardoor bodemvisserij geleidelijk uitgebannen moet worden”, aldus Van Tuinen van de Nederlandse Vissersbond. “Deze boodschap klinkt strijdig met de drastische actieplannen die de Europese Commissie tegelijkertijd presenteert.”
Bert-Jan Ruissen geeft in het debat aan dat het zuur is om vast te moeten stellen dat de Commissie ondertussen wel degelijk bezig is met een hervormingagenda die de visserijsector heel hard raakt. “Die hervormingsagenda gaat dan niet via het GVB, maar via de agenda van Natuur en milieu en die is zeer diep aangrijpend en heeft ook hele negatieve gevolgen voor de visserijsector en slaat al het perspectief voor de visserijsector voor een belangrijk deel weg”, zo stelt Ruissen.
Totaal geen besef
Een ander opvallende inbreng van Vitcheva is dat het GVB ook instrumenten biedt om kritieke punten, zoals de COVID-crisis, het hoofd te bieden. “De visserijvloot heeft bewezen veerkrachtig en winstgevend te zijn, zelfs tijdens deze crisis”, zo zegt Vitcheva.
Dat de Europese Commissie dit kan zeggen laat ons zien dat ze totaal geen besef heeft wat zich momenteel afspeelt in de visserijsector. De reactie van Peter Van Dalen hierop was sterk en krachtig en bracht de gevoelens over die leven in de visserijsector.
Peter Van Dalen betoogt: “ik heb het plan gelezen en denk ‘op welke planeet leeft DG Mare eigenlijk?’ Er staan tranentrekkende woorden als ‘visserij voor de toekomst’, de ‘geloofwaardigheid van de sector’. Is het u ontgaan, daar in Berlaymont, dat de visserij aan het kapot gaan is! honderden, duizenden vissers staan inmiddels op de kant. Schepen zijn verdwenen, de visserij gaat ten onder! En u komt met mooie woorden als ‘de visserij voor de toekomst’, ‘elektrische schepen’. Zeg, hallo?! waar zijn jullie? De visserij gaat kapot! En de import van vis groeit! Wij eten straks allemaal hier Chinese vis, Vietnamese vis, Thaise vis, allemaal landen die al dik rode kaarten zouden moeten hebben. Beseft u dat wel waar we mee bezig zijn? Een visserij die aan het kapot gaan is en wij straks aan de Chinese vis eten? Dit is toch de waanzin ten top! Dus dit document kan meteen de prullenbak in, het slaat helemaal nergens op.”
Evaluatie aanlandplicht uitgesteld
Vitcheva gaat ook in op de aanlandingsplicht wat ze als ‘een van de meest kritische elementen’ benoemt. Vitcheva benadrukt nog eens dat het doel van de aanlandplicht is om verdere innovatie richting selectiviteit te stimuleren en om zo bijvangsten te voorkomen. Echter wordt een evaluatie van de aanlandplicht uitgesteld, omdat er nog geen voldoende gegevens bekend zijn volgens DG MARE. ‘We zullen een specifieke evaluatie van de aanlandingsverplichting uitvoeren wanneer we meer gegevens hebben, omdat de aanlandingsverplichting pas in 2019 volledig van kracht is geworden, dus we hebben nog niet veel gegevens om te evalueren. Nu moedigen we aan om meer gegevens te verzamelen om deze verdere discussie te voeren’, zo meldt Vitcheva.
Plan kan in papierversnipperaar
Ook hier reageren Nederlandse Europarlementariërs Bert-Jan Ruissen en Peter van Dalen op. Van Dalen betoogt: “we weten al heel lang dat de hele sector en alle adviesorganen, helemaal geen aanlandplicht willen. Het is bedacht achter een bureautje in Berlaymont. Het werkt niet! En dat is het hele probleem waar we nu mee zitten: er worden dingen bedacht achter bureaus, ver weg in de lucht, ver weg van de problemen waar onze vissers dag in dag uit mee te knokken hebben. Dit plan gaat wat mij betreft in de papierversnipperaar!”
Ruissen vindt het teleurstellend dat de Commissie de discussie over de aanlandplicht heel bewust voor zich uit schuift. “We stimuleren selectiviteit, maar willen dit doen door het gebruik van selectieve netten te stimuleren en niet door het instrument van een aanlandplicht”, aldus Ruissen.
Breed verzet
Gelukkig was er in de Visserijcommissie breed verzet tegen het actieplan. Het geeft een steun in de rug dat onze Europarlementariërs zo krachtig reageren richting DG MARE en daarmee ook de Europese Commissie. Deze realiteitszin bij EU-lidstaten geeft hoop. Bijna alle EU-lidstaten die aan de zee liggen hebben een bodemvisserij en men zal dat niet op willen geven. ‘Met name ook Nederland zal krachtig moeten reageren richting de Commissie om het beloofde toekomstperspectief voor de Nederlandse visserij te waarborgen, zeker gezien de situatie waarin we nu zitten’, aldus Durk van Tuinen.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Durk van Tuinen en/of Emma Kater.