Op 21 februari jl. heeft de Europese Commissie een mededelingenpakket gepresenteerd met visserijmaatregelen waarin de Commissie onder andere wil toewerken naar uitfasering van bodemberoerende visserij in beschermde gebieden. Donderdag 6 april jl. is het standpunt van het Nederlandse kabinet op het mededelingenpakket gepresenteerd. Het kabinet betreurt het dat het Actieplan enkel ingaat op maatregelen voor de bodemberoerende visserij. De lidstaten zijn kritisch op het besluit van de Commissie. Er is meer maatwerk nodig om te komen tot een doelmatige bescherming van mariene ecosystemen in plaats van een algemeen verbod op bodemberoerende visserij in beschermde gebieden op zee.
Uitfasering bodemberoerende visserij
In het mededelingenpakket schetst de Commissie haar toekomstvisie op het visserijbeleid. Hoewel de mededelingen juridisch niet-bindend zijn, doet de Commissie oproepen aan lidstaten om maatregelen te nemen en geeft zij toelichting op acties die de Commissie zelf onderneemt. De Commissie acht een structurele transformatie in de visserijsector nodig om de milieu- en klimaatimpact van visserij en aquacultuur te beperken. De Commissie stelt in het pakket onder andere voor nieuwe beschermde gebieden te creëren en bestaande gebieden doeltreffend te beheren. Concreet wil de Commissie vanaf maart 2024 bodemberoerende visserij weren in alle reeds bestaande Natura 2000-gebieden die vallen onder de Habitatrichtlijn. Ook wil de Commissie toewerken naar uitfasering van bodemberoerende visserij in 2030 voor aangewezen beschermde gebieden en daarnaast bodemberoerende visserij te verbieden in nieuwe beschermde natuurgebieden.
Zeer kritisch
Nederland is met andere landen zeer kritisch op de ambities van de Commissie. Onder meer Duitsland, Spanje en Frankrijk lieten al weten tegen het plan van de Europese Commissie te zijn. Voor de garnalenvisserij met name zou het plan desastreuze gevolgen hebben, hoewel zij al een techniek gebruiken die de bodem minder beroerd door met rollers te vissen die over de bodem rollen en niet de bodem omwoelen.
Vrij in hun keuze voor nationale maatregelen
Het kabinet stelt vast dat lidstaten op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijnen en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie vrij zijn in hun keuze om nationale maatregelen vast te stellen die bijdragen aan het behalen van hun natuur- en milieudoelstellingen. Het voorschrijven dat (nationale) maatregelen zonder meer een algemeen verbod op bodemberoerende visserij moeten inhouden om de natuur- en milieudoelstellingen te halen in alle beschermde gebieden (zoals de Commissie nu doet), is naar de mening van het kabinet dermate ingrijpend dat dit via een nieuwe wetgevingshandeling zou moeten worden geregeld in de basisverordening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB).
Goede wetenschappelijke onderbouwing
In tegenstelling tot hetgeen de Commissie stelt, kan volgens het kabinet een dergelijke algemene/brede verplichting alleen ingesteld worden op basis van goede wetenschappelijke onderbouwing. Er is veel meer maatwerk nodig in plaats van een algemeen verbod op bodemberoerende visserij in beschermde gebieden op zee. Bovendien hebben een aantal lidstaten zorgen geuit over het voorstel van de Commissie om de op brandstof geldende belastingvrijstelling voor de visserij- en aquacultuursector op te heffen.
Positieve aspecten van pulsvisserij
Het kabinet acht de uitfasering van bodemberoerende visserij in 2030 niet haalbaar zonder grote negatieve effecten voor de visserijsector en de visserijketen door het ontbreken van alternatieve vistechnieken voor bodemberoerende visserij en de tijd die innovatie kost. In het standpunt van het kabinet wordt daarbij genoemd dat haar inzet gericht zal zijn op het blijven benoemen van de positieve aspecten van pulsvisserij. Hierbij zal het kabinet er op wijzen dat, hoewel het pulstuig een bodemberoerend vistuig is, de impact op de zeebodem vele malen kleiner is dan van de boomkor met wekkerkettingen. Daarnaast zal het kabinet er op wijzen dat het pulstuig een grotere selectiviteit en een veel lager brandstofgebruik kent en daarom een belangrijke bijdrage kan leveren aan de energietransitie. De platvisvisserij kan hiermee toekomstperspectief geboden worden, waardoor de sector ook aantrekkelijk blijft voor een nieuwe generatie vissers.
Hoopgevend
“Het standpunt van het kabinet is hoopgevend voor de sector en laat zien dat het toekomstperspectief van de visserijsector niet geheel in handen ligt van de Europese Commissie. De lidstaten aan de kust hebben een groot belang in de visserij en zullen zich daarom samen krachtig opstellen om het plan voor een verbod op bodemvisserij van tafel te vegen”, aldus voorzitter Johan K. Nooitgedagt.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl, vragen naar Johan K. Nooitgedagt of Emma Kater.