De eiwittransitie in Nederland richt zich nu vooral op het verminderen van vleesconsumptie en het bevorderen van plantaardige eiwitten. Een begrijpelijke koers, gezien de impact van vlees op het klimaat en de volksgezondheid. Maar deze beweging is incompleet zolang we vis niet actief meenemen in het beleid. Vis is geen vlees – het is in veel opzichten beter.
In de zoektocht naar duurzamer eten ligt de nadruk vaak op minder vlees en meer plantaardig. Maar wat als er een alternatief is dat zowel duurzaam als voedzaam is – én lokaal beschikbaar? Dan komen we uit bij vis. Zeker soorten als haring, makreel, mosselen, garnalen, tong en schol zijn uitstekende kandidaten. Ze worden in Nederland al op verantwoorde wijze gevangen en hebben, mits duurzaam beheerd, een veel lagere ecologische voetafdruk dan bijvoorbeeld rundvlees of kip.
Vis is rijk aan hoogwaardige eiwitten, omega-3-vetzuren, vitaminen en essentiële mineralen. Daarmee is het een volwaardige en gezonde eiwitbron die niet onderdoet voor vlees – integendeel. En het mooie is: veel van deze vis komt gewoon uit onze eigen Noordzee. Lokaler kan haast niet.
Toch dreigt de huidige beleidsdiscussie deze sector over het hoofd te zien. Terwijl vis juist een verbindende rol kan spelen tussen duurzaamheid, volksgezondheid, voedselzekerheid en cultureel erfgoed. Vissers weten het allang: vis is niet alleen gezond, maar ook gewoon heel lekker. Wie bewust wil eten, hoeft niet automatisch volledig plantaardig te leven. Door vaker te kiezen voor verantwoorde vis, kies je voor een gebalanceerd dieet én steun je vissers die duurzaam werken.
Wie serieus werk wil maken van een breed gedragen eiwittransitie, doet er goed aan vis expliciet op te nemen in beleid en voorlichting. Niet als bijzaak, maar als strategisch onderdeel van de oplossing. Niet minder, maar beter eten – dat is de richting die we op moeten. Vis verdient daarbij een centrale plek op het bord.

Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl,
vragen naar Johan K. Nooitgedagt.