Voorbereidingen proefopstelling luchtdruk
Hoe reageren platvissen op luchtdruk? Met die vraag gingen initiatiefnemers Jacob Nentjes en Kornelis Koffeman (ST-27) samen met VCU aan de slag. Afgelopen week werd de innovatie met luchtdruk getest in een proefopstelling in het Visserij-Innovatiecentrum te Stellendam. Namens de Nederlandse Vissersbond was Durk van Tuinen aanwezig bij de test.
Luchtdruk
Het initiatief is gericht om te onderzoeken of platvis van de bodem kan worden opgeschrikt met luchtdruk. Naast de VCU, werden het Visserij-Innovatiecentrum, Gemeente Urk, WMR, de Nederlandse Vissersbond en VisNed bij het idee betrokken. Vanwege de innovatie die mede gericht is op selectiever vissen, is besloten om de pilot op te nemen in het project ‘Netinnovatie kottervisserij deel II’.
Platvissen toevoegen aan de proef
Natuurlijk gedrag
“Het is niet een onlogische denkrichting van de vissers om met luchtdruk platvissen op te schrikken van de zeebodem”, vertelt de Nederlandse Vissersbond. “Walvissen en dolfijnen maken in de natuur ook gebruik van lucht gedurende hun jacht. Zij drijven door middel van luchtbellen vissen bijeen, die ze vervolgens opeten. Echter gaat het hier om pelagische vissen en niet om platvissen, maar dit interessante vraagstuk was een proef waard.”
Proefopstelling
Afgelopen week is het effect van luchtdruk op platvissen getest in een proefopstelling in het Visserij-innovatiecentrum te Stellendam. De luchtdruk is vanaf verschillende hoogtes en vanuit verschillende hoeken toegepast op diverse soorten platvissen. Via video-opnames onder water werd het gedrag van de platvis bestudeerd. Deze video-opnames zullen deze weken nader bestudeerd worden, waarna mogelijk vervolgonderzoek zal plaatsvinden.
Videobeelden van de proef
Meer informatie
Durk van Tuinen
Neem voor meer informatie contact op met Durk van Tuinen via 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.
Het project Netinnovatie Kottervisserij deel 2 wordt ter voorbereiding op de aanlandplicht door de Nederlandse Vissersbond namens de kottersector uitgevoerd met steun uit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV).
