Supermarktketens hebben veel macht en kunnen daar misbruik van maken door leveranciers de duimschroeven aan te draaien. Om misbruik een halt toe te roepen stelt parlementariër Jaco Geurts van het CDA voor om een voedselscheidsrechter aan te stellen. Hij refereert in het radioprogramma De Ochtend aan het voorbeeld van Albert Hein (Ahold) en Delhaize die onlangs gefuseerd zijn en direct aan hun leveranciers hebben laten weten met terugwerkende kracht minder te willen betalen voor hun producten. Duizenden boeren, tuinders en vissers worden hier de dupe van. Een voedsel scheidsrechter zou aan deze praktijk een einde moeten maken. De huidige mededingingsregels van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) bieden blijkbaar onvoldoende bescherming tegen het uitsluiten van marktwerking.
Uitsluiten van marktwerking
“De Autoriteit Consument & Markt (ACM) ziet erop toe dat bedrijven eerlijk concurreren en beschermt consumentenbelangen” staat op de website van de ACM, de Nederlandse kartel waakhond. Bedrijven moeten eerlijk concurreren ofwel er moet sprake zijn van marktwerking. Dat geldt niet alleen tussen bedrijven die dezelfde diensten of producten aanbieden maar ook tussen de verschillende schakels van de aanvoer- en productieketens. Op het moment dat er tussen de schakels in een keten een partij een grote machtspositie heeft zoals in het geval van de supermarkten, kan er van eerlijke concurrentie geen sprake meer zijn. In de agro-foodketen is er sprake van trechtervorming waarbij duizenden producenten leveren aan slechts een paar supermarktketens die het vervolgens weer verspreiden onder miljoenen consumenten. Jacco Geurts beschreef dit heel goed in het radioprogramma De Ochtenden. De huidige mededingingsregels die door de ACM bewaakt worden helpen blijkbaar niet tegen het uitbuiten van duizenden boeren, tuinders en vissers. Er is meer nodig een voedselscheidsrechter zou een oplossing kunnen zijn. Producenten, handelaren en consumenten in de hele voedselketen zouden een beroep kunnen doen op deze voedselscheidsrechter als er sprake is van het uitsluiten van marktwerking. In het radioprogramma werd ook de mening van het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel (CBL) gevraagd. Het CBL ziet niets in een voedselscheidsrechter omdat de meeste agrarische producten worden geëxporteerd. Geurts wees er echter op dat de voedselscheidsrechter juist ook over de grenzen zou moeten werken en volgens hem is er in landen om ons heen ook interesse voor.
Wie mag de vis vangen?
Voor de visserijproducten van de Nederlandse vloot geldt dat deze vooral worden geëxporteerd. Ongeveer een kwart van de aangevoerde vis wordt in Nederland afgezet, de rest wordt geëxporteerd. De visserij op pelagische soorten als haring, makreel en horsmakreel is geconcentreerd bij een paar grote aanvoerders. Die vangen, verwerken en verkopen hun producten rechtstreeks aan afnemers in binnen- en buitenland. In de kottervisserij worden de weekvangsten aan platvis, rondvis en schaal- en schelpdieren traditioneel via de veilingklok verkocht. De laatste jaren is ook in de kottervisserij sprake van een toename van de contractverkoop. Vishandelaren sluiten megacontracten af met supermarktketens om schol- en andere platvis te kunnen leveren tegen zo laag mogelijke prijzen. Marges staan onder druk en iedere verstoring van de aanvoer vertaald zich in onzekerheid en mogelijk verlies voor de handelaar. De hoeveelheid vis die in het contract staat moet namelijk geleverd worden tegen de overeengekomen prijs. De veilingklok biedt voor een handelaar met een grote leverplicht veel onzekerheid en daarom wordt de toevlucht genomen tot contractvisserij. Vissers krijgen een contract aangeboden met de garantie dat ze hun producten kunnen blijven afzetten gedurende de contractperiode tegen een prijs die vaak net iets boven de veilingklok prijs ligt. Als vissers massaal overstappen op deze vorm van contractvisserij draait er geen klok meer en is het aan de handelaar om te bepalen welke prijs voor de vis betaalt kan worden. Kan, want ook de handelaar wordt de duimschroeven aangedraaid door de supermarkt die de producten tegen steeds lagere prijzen wil verkrijgen. Het wordt dan vissen tegen steeds lagere prijzen met als gevolg dat de rentabiliteit van de visser onder druk komt te staan wat uiteindelijk leidt tot het staken van de onderneming. In de visketen zal er een verschuiving plaatsvinden van partijen (handel/verwerking) die het vissen gaan oppakken, de vis moet namelijk wel worden gevangen. Die partijen worden groter en uiteindelijk wordt een hele visketen beheerst door slechts een paar grote partijen. Zo kan het dus ook gaan in de kottervisserij als de veilingklok stopt met draaien. Het lijkt een proces dat niet te stoppen is maar het is uiteindelijk aan de vissers gezamenlijk of ze dat laten gebeuren. De wild gevangen vis heeft altijd een afnemer, de consument, maar het is meer de vraag wie mag die vis voor hem vangen?
Relevantie van een Voedselscheidsrechter
In de kottervisserij zou een voedselscheidsrechter van toegevoegde waarde kunnen zijn zeker als de veilingklok tot stilstand is gekomen of in het geval vissers te maken hebben met slechts een paar afnemers. In het verleden hebben pogingen van vissers om de macht van de garnalenhandel te weerstaan geleid tot torenhoge boetes van de NMa, de voorloper van de ACM. Het was toen al duidelijk dat de mededingingsregels niet leiden tot eerlijke concurrentie in de keten. Het is altijd nog de vraag of de consument er beter van is geworden, de vissers in ieder geval niet. In dat geval zou een voedselscheidsrechter wellicht uitkomst kunnen bieden.
Meer informatie
De initiatiefnota van Jacco Geurts (CDA) over het versterken van de voedselketen, een eerlijke boterham.
Klik hier voor de uitzending van de Ochtenden.