Vertegenwoordigers van circa veertig Europese visserijgemeenschappen uit Denemarken, België, Frankrijk en Nederland kwamen op dinsdag 25 april bijeen in Brussel. Daar is besloten in de toekomst nauwer samen te werken op de dossiers die gezamenlijk gedragen worden. Onder andere Johan Nooitgedagt gaf een beschouwing op de ontwikkelingen:
Ik liep op een mooie avond over de haven. Daar raakte ik in gesprek met een visserman. Ik wil jullie vertellen wat hij mij vertelde: “Ik ben al jaren visserman en heb altijd met plezier m’n werk in de natuur gedaan. Buiten op zee ben ik in m’n element. Ik ben de vierde generatie in m’n familie die vist. M’n vader heeft mij nooit gevraagd of ik het bedrijf wilde overnemen. Dat was vanzelfsprekend want ik ging op m’n 15e jaar al mee naar zee. Het was al ruim na de oorlog dat ik begon en iedereen in Nederland was blij dat wij hielpen met de voedselvoorziening. Elke vis die in het net kwam was een zegen. Zo heb ik altijd gedacht. Nu leeg ik m’n netten aan dek en denk ik bij mijzelf: ‘Wat laat ik m’n zoon na’?
Zijn stem werd nu iets luider en wat feller. “Ik voel het nu als een straf wanneer ik de verkeerde vissen vang. M’n plezier in het vak dreigt weg te gaan. Ik krijg kortsluiting in m’n hoofd omdat ik door de aanlandplicht alle vis die ik vang aan boord moet houden. Vis die ik niet wil hebben heb ik altijd overboord gegooid. Sterker nog, de ondermaatse vis moest ik altijd overboord gooien op straffe van een boete. Dus, voor één te kleine vis die ik vroeger aan boord hield kon ik een boete krijgen en nu krijg ik een boete wanneer ik deze overboord gooi. Die vis die ik niet overboord mag gooien moet ik meenemen en apart bewaren van de rest van de vis want het is alleen voor veevoer. Ik mag dat niet verkopen voor menselijke consumptie. Het kost mij dus heel veel extra ruimte aan boord, het levert alleen de veevoerprijs op en ik heb er samen met m’n bemanning extra werk van. Het is voor mij de wereld op z’n kop. Voor mensen aan de wal trek ik de vergelijking dat de overheid het rode verkeerslicht wisselt voor een groene en omgekeerd. Wat een chaos zou het dan in het verkeer worden. Allemaal ongelukken”.
De overheid wisselt het rode verkeerslicht voor een groene en omgekeerd
Ik hing natuurlijk bij deze visserman aan z’n lippen want het begon een schokkend verhaal te worden. Aan z’n emoties kon ik zien dat we hier met een serieus probleem te maken hebben. Zijn steeds rodere ogen werden ook vochtig. Hij ging verder: “Visserij gaat steeds meer een kat en muisspel worden. We hebben op zee veel controle van de overheid. Die verrekte aanlandplicht ontwricht ons allemaal!
Ook vanuit de biologische/ecologische wetenschap is er geen begrip voor: zij zeggen dat er geen extra vis van zal komen. Het visbestand wordt er niet beter van. Het is zelfs slechter voor het milieu. Het is in de natuur: eten of gegeten worden. De vis die overboord gaat overleeft voor een deel. Al zullen er maar drie van de tien overleven en verder opgroeien, dan is dat winst. Daarnaast zijn er dan nog zeven vissen die worden gegeten door andere predatoren. Dat varieert van zeevogels, krabben tot andere vissoorten. Het is niet voor niets dat kweekvissen drie kilo vis eten om één kilo visvlees aan hun eigen lijf te ontwikkelen. Je zou zeggen dat de vee- en visvoer industrie een sterke lobby hebben gevoerd om de aanlandplicht er in Brussel door te rammen!
Aanlandplicht is slecht voor people, planet én profit
Ik zeg je te blijven strijden. De aanlandplicht is slecht voor de profit, is slecht voor de people en het is slecht voor de planet. Sprekende over de triple P gedachte. Wat ik straks extra aan vis meeneem is geen vis voor menselijke consumptie. Het is gewoon veevoer. Ze willen een deel van de productie van de zee gebruiken voor veevoer. Dat is de klok terugdraaien. Mijn opa wist nog te vertellen dat vismeel werd gebruikt om als mest over het land uit te rijden. De aanlandplicht is kostenverspilling, er is geen draagvlak voor en met de controle gaan we het kat en muisspel weer een nieuwe boost geven. Ik zal mij tot het uiterste inspannen om deze regeling samen met mijn collega’s terug te draaien. Ik ga niet tegen mijn natuur in werken. Snap je nu waarom ik geen plezier meer in mijn werk heb en zorgen heb hoe ik nu straks mijn bedrijf aan mijn zoon, de vijfde generatie, moet doorgeven?”
Ik heb deze visserman beloofd dit onder de aandacht te brengen bij alle mensen die hier invloed op uit kunnen oefenen. Zo kunnen we niet verder! Die avond was de zon allang in de zee gezakt. Ik liep naar huis. Ik kon het verhaal niet uit m’n hoofd krijgen. Het is net alsof de grote rode knop ‘play’ bleef hangen. Hiermee ging ik de donkere nacht in en besefte mij dat dit geen droom was terwijl het wel de inhoud van een nachtmerrie had kunnen zijn. Ik bedacht me het verhaal op te schrijven en verder te vertellen……..