Dat gaat nog een mooie tijd worden. Veel ministers en staatssecretarissen worden verwacht van deze vier regerende partijen. Terwijl ik dit schrijf is het ei nog niet gelegd. Martijn van Dam is weg, maar wat hij ook zei, het was nooit goed.
Mag ik u er aan herinneren wat de boeren waren vergeten: het melkquotum ging eraf, op aandringen van vooral LTO. Want, zo vond men, de wereld zat te springen om zuivel en het was een schande dat er boetes werden gegeven voor het teveel melken. Advies LTO, melkquotum vrij en het mestprobleem was een feit. Grenzen aan de groei is misschien een kwestie van een vooruitziende blik? Martijn van Dam mocht het zonder last van enige ervaring oplossen. Dan pakken de schaal- en schelpdiervissers het toch realistischer aan met onze bewindvoerders. Staatssecretaris van Dam bedankt voor je inzet!
Waddenzee: veel partijen werken nog steeds langs elkaar heen
Waar de Rekenkamer dit stelt zal het nieuwe Kabinet hier toch iets mee moeten doen. Dit is met name het geval wanneer het Waddenfonds de bodem van haar schatkist ziet en het gekrakeel weer opnieuw begint. Het bestuur over de Waddenzee is een onoverzichtelijke kluwen, stond in een eerder rapport. Wie probeert een vergunning te krijgen voor een economische activiteit, wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
Ook natuurbeheerders lopen tegen ingewikkelde regels op. De één krijgt een vergunning voor een jaar en de ander soms tot dertig jaar. Wie in het Waddengebied iets wil ondernemen, wordt overal op getoetst door verschillende ministeries, maar ook door de provincies. De ene instantie weet vaak niet wat de andere doet. Vergunninghouders en handhavers stemmen hun activiteiten niet goed op elkaar af. Er wordt onnodig veel vergaderd. Ook met de afstemming van het beheer gaat het vaak mis.
De Rekenkamer telde eerder maar liefst dertien beheerders in het gebied, met versnippering en verkokering als gevolg. De natuur- en milieuorganisaties concludeerden dat er één beheerplan moet komen met één beheerorganisatie Werelderfgoed Waddenzee. Voor de schaal- en schelpdiervisserij zou het mooi zijn wanneer er langdurige vergunningen zijn voor de continuïteit van hun ondernemingen. Stop in elk geval met het rondpompen van papier en zet een duidelijke stip aan de horizon nu het Waddenfonds nog geld heeft wat ook werkelijk voor de Waddenzee is. Misschien jaagt het gekrakeel in en rond de Waddenzee juist wel het dierlijke leven weg. In acht genomen een betere bescherming van het leven in de zee, uitgaand van onze groeiende kennis van de relatie tussen menselijk lawaai (trillingen) en diergedrag. Zo’n aanpak staat nog maar in de kinderschoenen.
Veranderingen door exoten komen allemaal via ballastwater
Er zijn voorbeelden op de wereld zoals de Zwarte Zee, maar ook de Grevelingen waarbij de invoer van exoten de boel enorm hebben verstoord. Waarschijnlijk altijd via ballastwater hebben de ‘verstekelingen’ zoals bijvoorbeeld de ribkwallen de nieuwe wateren bereikt. De visserij is de dupe van deze veranderingen en bescherming blijft achterwege. Is er een vergunning of passende beoordeling voor het vervoer van het ballastwater naar de Waddenzee? Ik heb er in elk geval nog niet van gehoord. Het koloniseren van natuurlijke vijanden is waarschijnlijk een veel groter probleem aan het worden dan de visserijactiviteiten die al jarenlang worden gedaan. Heeft de beheerder dan een verkeerde focus bij de veranderingen en houden we nu een papieren tijger van vergunningen ‘natuurwet’ in stand? Is de oesterboorder niet een goed leermoment geweest voor de beheerders?
Over veranderingen gesproken: een deel van Texel was zelfs een stukje Vlieland
Het Eierlandse Gat bij Texel is op z’n smalst twee kilometer breed en heeft een maximumdiepte van ongeveer 20 meter. Het gat loopt van de Eierlandse Gronden ten noorden van Texel tot in de Waddenzee. Vroeger was daar nog Eierland waar veel meeuweneieren werden geraapt. Deze eieren gingen massaal naar de Amsterdamse bakkerijen en aan deze kostwinning dankte het eiland zijn naam. De Eierlandse duinen bestaan al sinds de middeleeuwen. Het hoogste duin is de Lemoensberg, genoemd naar de oude naam van de lamsoor, een kwelderplant.
Tot de 13e eeuw was Eierland een deel van Vlieland. Het was toen van Texel gescheiden door het Anegat. Tijdens de zware stormvloed van 1296 ontstond het Eierlandse Gat en raakte Eierland gescheiden van Vlieland. Het was daarmee een echt eiland geworden. In de loop van de 16e eeuw slibde het Anegat dicht en ontstond er een hoge zandbank. In 1630 werd de Zanddijk aangelegd en zo werden de beide eilanden verbonden. In 1835 werd onder leiding van Antwerpenaar De Cock begonnen met inpoldering van de kweldervlakte. Het land was nodig voor landbouw en werd de Eierlandse polder, met het dorp de Cocksdorp. De bewoners van de nieuwe polder kwamen uit heel Nederland, zoals af te lezen van de boerderijnamen Hunsingo, Gent en Nieuw Breda. Wat een geschiedenis en wat een veranderingen. De boer die ploegde maar voort, de mosselkweker, de handkokkelaar, de demonstratievisser en de garnalenvisser blijven hun werk doen op een zeer veranderlijke Waddenzee….
Deze column van voorzitter Johan Nooitgedagt verscheen eerder in VisMagazine
<< Terug naar het Weekjournaal