Het kabinet heeft afgelopen week drie nieuwe gebieden voor windparken op de Noordzee aangewezen die samen met eerdere aanwijzingen in 2030 moeten zorgen dat er 21 megawatt aan energie wordt opgewekt. Dat is vier keer de hoeveelheid die alle Nederlandse huishoudens nodig hebben. De extra gebieden zijn nodig om sneller naar het einddoel in 2050 te kunnen gaan; Nederland geheel (72 gigawatt) of deels (38 gigawatt) zelfvoorzienend te laten zijn in duurzame stroom. Dit volgt uit het definitieve Programma Noordzee 2022-2027. Minister Jetten van Klimaat en Energie schrijft dat bij de aanwijzing zorgvuldig is gekeken naar de andere belangen zoals de visserij. Uit het Klimaatfonds zou onder andere de verduurzaming en aanpassing van de visserij en de versterking en bescherming van het Noordzee-ecosysteem betaald kunnen worden. De Nederlandse Vissersbond en PO Delta Zuid zijn hier sceptisch over. Het kabinet heeft de afgelopen jaren wel laten zien dat de visserij weinig hoeft te verwachten als het gaat om perspectief voor de sector en dat geldt ook voor de zee zelf als bron van voedsel en natuur.
Programma Noordzee 2022-2027
Het Programma Noordzee 2022-2027 is onderdeel van het Nationaal Waterprogramma waarin de plannen voor nationale wateren voor 6 jaar worden vastgelegd. Intussen zijn de ingediende zienswijzen op het ‘Ontwerp Programma Noordzee 2022-2027’ en het ‘Aanvullend Ontwerp Programma Noordzee 2022-2027’ verwerkt tot het definitieve Programma Noordzee en bijbehorende reactienota’s. Het kabinet heeft haast omdat anders het doel om Nederland in 2050, geheel of deels zelfvoorzienend te laten zijn in duurzame stroom (CO2-neutraal), niet wordt gehaald. Hiervoor is een capaciteit van respectievelijk 72 en 38 gigawatt nodig. De aanwijzing van de drie nieuwe wingebieden voor windenergie past in die ambitie. In 2030 was oorspronkelijk 11,5 gigawatt voorzien maar dat wordt nu aangepast naar 21 gigawatt; een verdubbeling van de productiecapaciteit.
Onderzoek naar kansrijke windenergiegebieden
De betrokken ministeries I&W, LNV en EZ hebben in maart 2022 een definitief ontwerp vastgesteld waarin gebieden zijn aangewezen die prioriteit hebben voor de plaatsing van windparken. Hierbij is volgens de ministeries gekeken naar de ecologische effecten en naar de effecten op ander gebruik, de maatschappelijke kosten en baten en de samenhang met aanlanding van de energie. Toch zijn wij hier niet gerust op omdat de effecten op het ecosysteem maar moeilijk in te schatten zijn. Een dergelijke industrialisatie van de zee heeft nooit eerder plaatsgevonden. Om 72 gigawatt in 2050 te produceren zijn vele duizenden turbines nodig. In het gunstigste geval worden hiervoor mega-turbines gebruikt van 12 megawatt dan komt dat neer op 6.000 windmolens met een hoogte van 260 meter die op de zeebodem komen te staan. Het kan niet anders dan dat dit negatieve effecten heeft op het ecosysteem; de vissen, de zeezoogdieren en de vogels. Vreemd genoeg staat de visserijsector vrijwel alleen als het gaat om haar strijd tegen de industrialisering van de Noordzee door de aanleg van mega-windparken. Niet alleen de vissers maar ook de natuur wordt het kind van de rekening.
Aangewezen gebieden
De drie gebieden die nu definitief zijn aangewezen, namelijk Doordewind, Nederwiek en Lagelander, zijn geen verrassing. De Nederlandse Vissersbond heeft eerder al van de plannen gehoord tijdens een stakeholderbijeenkomst eind vorig jaar. Voorafgaand aan het besluit tot de definitieve aanwijzing zijn door Emma Kater-de Boer namens de Nederlandse Vissersbond twee zienswijzen ingediend over windenergie op zee. Het verslag over de informatiebijeenkomst in oktober 2021 en de vragen die hier zijn gesteld door Derk Jan Berends en Emma Kater-de Boer zijn hier terug te lezen. Tevens zijn het noordelijke deel van IJmuiden Ver en het zuidelijke deel van Hollandse Kust West herbevestigd. Nederwiek ligt naast het energiegebied IJmuiden Ver, precies tegen de grens van Engelse kustwateren. Lagelander ligt voor een deel vast aan het energiegebied IJmuiden Ver. Nederwiek en Lagelander liggen op uitstekende en druk beviste tongbestekken die nu verloren gaan. Doordewind ligt als een taartpunt tegen de grens met Duitse wateren.
Stroom, voedsel en natuur moet in balans zijn
De Nederlandse Vissersbond is betrokken bij alle Wind op Zee projecten en bijbehorende kabeltracés. Naast het participeren in werkgroepen per specifiek windgebied, dienen we ook schriftelijk onze zienswijze in. Dat vergt wel een enorme inspanning in tijd en (wetenschappelijke) kennis van onze organisatie. ”Het is uitermate frustrerend dat de overheid er zo weinig mee doet. De overheid stelt op dit moment het belang van “groene” stroom boven dat van verantwoord voedsel uit zee en zelfs de natuur. Dat is niet toekomstbestendig. Er moet juist balans zijn tussen stroom, voedsel uit zee en de natuur” aldus Emma Kater-de Boer van de Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid.
Voor meer informatie
Contact opnemen met het team Nederlandse Vissersbond/PO Delta Zuid, vragen naar Emma Kater- de Boer of Ruben van Beek via T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl.