De garnalenvisserij hoopt binnenkort toestemming te krijgen voor het voeren van het MSC-keurmerk voor duurzame visserij. Echter, natuurorganisaties willen eerst op korte termijn om de tafel met de MSC (Marine Stewardship Council) en de visserijorganisaties. Zij maken zich zorgen om de bijvangst, die volgens hen zo’n zestig procent van de totale vangsten zou uitmaken.
De natuurorganisaties – Wereld Natuur Fonds, Natuurmonumenten, Stichting de Noordzee en de Waddenvereniging – hebben de afspraak voor het gesprek inmiddels staan. Naar aanleiding van berichtgeving hierover stelde Tweede Kamerlid Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren vragen aan minister Henk Kamp van Economische Zaken. Wassenberg twijfelde aan de betrouwbaarheid van het duurzaamheidskeurmerk en van het certificeringsinstituut Marine Stewardship Council (MSC). Bovendien bracht hij het keurmerk in verband met ‘een marketingtruc en een vorm van greenwashing’.
Barbara Holierhoek, voorzitter van de Noord-Nederlandse garnalenvisserijverenigingen Ons Belang en Hulp in Nood, barst bij het horen van de Kamervragen uit in hol gelach. “We kunnen de Kamerfractie van de Partij voor de Dieren niet beschuldigen van dossierkennis. Misschien willen ze een keer met ons bijpraten. Dit hele verhaal speelt al sinds 2009. We visten en vissen niet op overbeviste soorten, daarom was er geen quotering en daardoor was het lastig om beheersplannen op te stellen. Daar kwam de ACM – de Autoriteit Consument en Markt – nog tussen, die onderzocht of het ons misschien alleen te doen was om het beïnvloeden van de prijzen. Begin 2016 waren we dan toch een eind op weg naar het MSC-keurmerk. Allerlei plannen, controles en inspraakrondes waren eraan voorafgegaan. We zitten nu in de laatste fase. We denken dat we er met de natuurorganisaties wel uitkomen en dat we voor het eind van dit jaar het keurmerk kunnen invoeren.”
Moordmachine of duurzame sector
Johan Nooitgedagt, voorzitter van de Vissersbond, over de vragen van de Partij voor de Dieren: “De partij profileert zich bepaald niet als vriend van de visserijsector. Je zou bijna denken dat de garnalenvissers een soort moordmachine zijn. Nou, het is echt niet zo dat wij zomaar een certificaat krijgen. Daar moeten we heel wat voor doen. Natuurlijk, er zijn altijd verbeterpunten. Daar werken we keihard aan.”
“Wassenberg vraagt zich af of het klopt dat 60% van de totale vangst van de garnalenvissers bestaat uit bijvangsten, waaronder jonge schol, kabeljauw, haaien en roggen. Dat percentage is rijkelijk hoog gegrepen.
“Wij nodigen het Kamerlid uit om een keer mee te vissen en het zelf te aanschouwen. We gebruiken verplicht een spoelsorteermachine aan dek, om de niet gewenste vangsten levend overboord te zetten. Tevens gebruikt de visser verplicht een zeefnet om deze ongewenste bijvangst te voorkomen en we experimenteren met maaswijdtes van de netten.”
Wat de vraag van de Partij voor de Dieren over de invoering van de aanlandplicht betreft zegt Nooitgedagt: “Wat een onzinnige vraag. Alsof met de aanlanding de bijvangst omlaag gaat. Nu gaat die levend overboord. Met de aanlandplicht wordt alles dood aangeland. Die aanlandplicht is een stokpaardje van Brusselse bureaucraten. Zij hebben zich laten leiden door een mediacircus over bijvangst, maar zich onvoldoende verdiept in de achtergronden.”
Aannames onjuist
Het MSC zelf vult bij monde van woordvoerder Mieke Snoek aan: “Je kunt uit het publieke rapport van de final auditor opmaken hoe het werkelijk zit met dat percentage. De gemiddelde bijvangst wordt in het rapport op 60% gezet. In het bericht van de natuurorganisaties staan kabeljauw, haaien roggen en schol direct naast dit percentage genoemd. De indruk zou kunnen ontstaan, dat de 60% van de vangst vooral op deze soorten betrekking heeft. Dat klopt niet. De samenstelling: 40% garnaal van de juiste maat. Van de 60% bijvangst bestaat 38% uit ondermaatse garnaal, 11% uit bodemdieren en 11% uit vis, waarbij schol verreweg de meest bijgevangen vis is met zo’n 1,5%. De overige soorten: bijna nul. Het kan altijd beter, maar daar werken de vissers hard aan.”
“We staan in voor de betrouwbaarheid van ons keurmerk. Milieu Centraal heeft vorig jaar in opdracht van het ministerie onderzoek gedaan naar keurmerken. In oktober 2016 zijn de resultaten bekend gemaakten wij zitten bij de top-elf op het gebied van duurzaamheid, controle en transparantie. MSC-visserijen presteren juist beter.”
“Het Kamerlid vraagt zich af of 31% van de vis met dit keurmerk afkomstig is uit overbeviste bestanden. Het aangehaalde artikel uit De Correspondent verwijst naar een artikel van Froese, waaruit dit zou blijken. Dat is volledig onterecht en onjuist. Froese gebruikte aantoonbaar verkeerde definities en veronderstelde dat visserijen MSC-gecertificeerd zijn waar dat helemaal niet het geval is. MSC zorgt er juist voor dat alleen gevist wordt op grotere, gezonde en herstelde visbestanden.”
Kamervragen instrument parlement
“Kamervragen zijn een instrument voor het parlement”, zegt Frank Wassenberg van de Partij voor de Dieren. “Onze vragen waren niet zozeer bedoeld om het ene rapport, of de ene organisatie af te wegen tegen de andere, maar om na te gaan of het beleid van de minister helder en duidelijk is. Hij is de eerste aanspreekpersoon voor een Kamerlid. Normaal gesproken geeft de minister binnen drie weken een antwoord.”
“Wat betreft de opmerking van de Vissersbond over de aanlandingsplicht zou ik willen verwijzen naar een rapport van Imares. Vrij recent, het is gepubliceerd in maart 2016. Het rapport meldt dat van de terug overboord gezette bijvangst onder bepaalde omstandigheden slechts 10% het overleeft. Ook dit is een reden dat ik vragen aan de minister stel.”
Bron: Harlinger Courant (26 september), auteur: Gijs van Hesteren
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Nooitgedagt van de Nederlandse Vissersbond, T 0527-698151 of secretariaat@vissersbond.nl