Het Nederlandse quotum voor tong stijgt voor 2017 met 15 procent. Het quotum voor schol blijft gelijk. Voor 2017 mogen de Nederlandse vissers meer tarbot, griet (+10%) en rog (+5%) aanlanden, maar dat is niet in verhouding met de (goede) vangsten van deze soorten gedurende 2016. De visserij op zeebaars wordt flink beperkt.
Dit zijn de uitkomsten van de onderhandelingen over de door de International Council on the Exploration of the Sea (ICES) geadviseerde totale vangsthoeveelheden tussen de EU-lidstaten en de Europese Commissie in Brussel.
Compliment voor team EZ
“Alles afgewogen mogen de Nederlandse vissers met dit resultaat niet klagen want het had heel veel slechter kunnen zijn. Uiteraard kun je nooit iedereen tevreden stellen maar het team EZ heeft hier een compliment verdiend. We kunnen ons nu weer volledig storten op de andere moeilijke dossiers die een bedreiging vormen,” aldus Johan Nooitgedagt, voorzitter Nederlandse Vissersbond.
Eerder al was eer voor een aantal visbestanden overeenstemming bereikt tussen de Europese Unie en Noorwegen. Johan Nooitgedagt was als gewoonlijk in Brussel om de onderhandelingen op de voet te volgen en de belangen van de Nederlandse kottervisserij te behartigen.
Tarbot en griet
Hoewel het ministerie van EZ meldt in haar persbericht dat Nederland in Brussel samen met België en Duitsland heeft gepleit voor het op elkaar afstemmen van de quota voor doelsoorten (zoals tong en schol) en bijvangstsoorten, heeft dit voorlopig nog nauwelijks geleid tot een voldoende realistisch quotum voor de in werkelijkheid bijgevangen tarbot, griet en rog. Lichtpunt is dat er in de loop van 2017 mogelijk een tussentijdse ophoging van het quotum voor deze soorten komt. Dit is afhankelijk van de uitkomst van nader wetenschappelijk onderzoek.
Zeebaars
Voor zeebaars worden de vangstmogelijkheden drastisch beperkt om tot herstel van het zeebaarsbestand te komen. Daarbij wordt de pijn echter niet geheel eerlijk verdeeld over de verschillende visserijen die zeebaars als doelsoort of bijvangst hebben.
Hoewel de Nederlandse delegatie heeft gepleit voor de belangen van onze kleinschalige staand want-vissers en sleepnetvissers, leveren deze vissers ten opzichte van bijvoorbeeld de beroepshengelaars het meeste quotum in. Daarbij geldt in 2017 een maximum van 250 kilo zeebaars per maand (in plaats van 1.300 kilo in 2016). In het paaiseizoen (februari en maart) mag er door de staand want vissers en beroepshengelaars helemaal niet op zeebaars worden gevist.
De Nederlandse Vissersbond heeft eerder al gepleit voor het gelijkschakelen van beroepshengelaars en staandwantvissers die beiden gericht op zeebaars vissen. In eerste instantie was de Europese Commissie in haar voorstel de staandwantvissers gewoon vergeten!
Voor zeebaars gelden specifieke regels, er is geen algemeen quotum. De sleepnetvissers mogen volgend jaar maximaal 400 kilo (in plaats van 1.000 kilo in 2016) zeebaars per maand vangen, gemaximeerd op 3% van het gewicht van alle vangsten aan boord. Nederlandse Vissersbond heeft in de aanloop van de besluitvorming in Brussel gepleit om een verruiming van de hoeveelheid zeebaars die trawlers en flyshooters vangen. Er zal de komende maanden weer veel zeebaars overboord gezet moeten worden.
Belangrijkste Noordzeequota voor 2017 (ten opzichte van 2016) | |
Vissoort demersaal |
quotum |
Tong | 15% |
Schol | gelijk aan 2016 |
Tarbot, griet | 10% |
Schar, bot, witje, tongschar | gelijk aan 2016 |
Kabeljauw* | 5% |
Rog | 5% |
Vissoort pelagisch |
quotum |
Haring | -7% |
Makreel | 14% |
Horsmakreel | -23% |
Wijting* | +17 |
Grote zilversmelt | -10% |
* Vallen per 2017 onder aanlandplicht, quotum is inclusief top-up
(bron ministerie van EZ) |