Mag ik een keer bij jou aan boord stappen om het leven van een garnalenvisser te ervaren? Die vraag stelde ik begin juli aan Simon Koornstra, garnalenvisser op de HA4. Eerlijk bekend Simon gelijk dat hij mijn naam nog nooit binnen de Vissersbondgelederen heeft gehoord. Dat is niet zo raar, ik werk voornamelijk achter de schermen. Ik besluit mij te introduceren: ik ben Ellen van den Manacker, werk sinds september 2017 op de communicatie-afdeling van de Nederlandse Vissersbond waar ik onder andere zorg draag voor het weekjournaal, de website, de social media-accounts en perscontacten. Ik kom uit de agrarische sector en –om meer affiniteit met de visserij te krijgen- wil ik graag eens een echte visreis ervaren. Simon neemt het ter harte en samen maken we de afspraak dat ik halverwege juli bij hem aan boord mag stappen.
Visafslag Harlingen
Voordat ik de afgesproken dinsdagmiddag op stap bij de HA4, breng ik een bezoek aan de visafslag van Harlingen. Ik heb geluk, ze zijn op het moment van mijn bezoek garnalen aan het zeven en één van de medewerkers wil wel even tijd vrijmaken om mij rond te leiden. We lopen naar de zeeflocatie.
Vanuit de deuropening zie ik een enorm garnalenparcours staan. Vooraan het parcours staan twee sterke mannen die zakken gevuld met garnalen openreten en in een grote ijzeren bak leeggieten. Vanaf de ijzeren bak lopen de garnalen via een transportband omhoog en daar begint het zeven. Eerst wordt het ziftsel -de ondermaatse garnalen- eruit gezeefd. Voor de garnalen onder het MSC-keurmerk mag het percentage ziftsel maximaal 15% zijn van de aangelande vangst. Valt het zifstelpercentage hoger uit, dan ontvangt de garnalenvisser een boete.
Samen met de afslagmedewerker loop ik door langs het parcours waar het merendeel van de garnalen verder ‘danst’ over de zeven die van klein tot groot staan ingesteld. In een tijdsbestek van ongeveer dertig seconden moet de garnaal tussen één van de spijlen zijn doorgevallen. Totaal zijn er vier maten, vertelt de afslagmedewerker. Aan het eind van elke maat staan veilingkisten klaar. Daar worden de garnalen in opgeslagen, klaar voor de volgende stap in de keten: de garnalenpellers.
Het garnalenavontuur gaat beginnen!
Na de interessante rondleiding, pak ik mijn weekendtas uit de auto en loop ik de houten steigers van de Harlingse haven op. Van een afstand zie ik de HA4 al liggen. Simon en zijn vissersmaat Tonnie zijn de kotter gereed aan het maken voor vertrek. Ik schud beide mannen de hand en zodra ik gesetteld ben, worden de trossen losgegooid. Het garnalenavontuur gaat beginnen.
Tijdens het stomen praat ik met Simon over het extreem warme weer. Met temperaturen die de dertig graden overstijgen, heeft de koeling aan boord van de kotter het zwaar. En een goede koeling is essentieel, benadrukt Simon. “Anders komt er broei in het product, waardoor de garnalen niet meer eetbaar zijn”, legt hij uit. Vlak voor vertrek heeft Simon daarom een extra ventilator op zijn koeling gezet. “Hopen dat de koeling het zo beter trekt.” Ik hoop het ook.
Tussen Harlingen en Terschelling gaat de kotter langzamer varen en worden de netten door collega Tonnie over boord gegooid. Aan iedere kant van de kotter hangt nu een trechtervormig net. Vanuit de brug kan Simon de netten met twee ijzeren hendels bedienen. Hij trekt een keer hard aan één van de hendels en de netten verdwijnen binnen enkele seconden onder water. Alleen de ijzeren kabels die vanaf de kotter het water in leiden, verklappen waar het net zich bevindt.
Warme maaltijd
Zo’n anderhalf uur moeten we wachten op de eerste lichting. Tijd voor het middageten. Collega Tonnie had de pannen tijdens het stomen al opgezet en geeft vanuit de kombuis drie gevulde borden met gekookte aardappelen, sperziebonen en een worstje aan. Als de buik vol zit maken Tonnie en Simon zich klaar voor het binnenhalen van de vangst. Tonnie trekt zijn oliepak aan -een stevig regenpak in de kleuren geel en oranje- en Simon bedient de ijzeren hendels. De netten worden aan beide kanten van de kotter langzaam uit het water getakeld. Achterin de netten, onder het oranje pluis, zie ik twee goed gevulde bollen bungelen: de vangst.
“Achterin de netten, onder het oranje pluis, zie ik twee goed gevulde bollen bungelen: de vangst.”
De gevulde bollen worden boven een ijzeren bak getakeld. Met het openhalen van een stevige lus valt de vangst vanuit het net in een ijzeren bak. In de bak zie ik voornamelijk grijze garnalen, maar ook kwallen, kleine vissoorten en krabben. Om de ‘bijvangst’ en de ondermaatse garnalen te scheiden van de gewenste garnalen, gaat alle vangst via een transportbandje in een kokervormige zeef. De niet gewenste vangst wordt door de zeef weer teruggebracht in de zee. Een proces waar de zeemeeuwen duidelijk op zitten te wachten. In grote getalen vliegen zij inmiddels achter de kotter om te kijken wat de zeef voor ze achterlaat in het water.
De ‘gewenste’ vangst, oftewel de garnalen, voeren door naar een grote ketel. Ik zie het stoom van de ketel komen en dat is niet zo raar. In de ketel worden de garnalen namelijk gekookt. Door de garnalen direct na de vangst te koken zijn ze langer houdbaar en beter pelbaar legt Tonnie op het dek uit. De gekookte, inmiddels roze, garnalen komen weer uit in een ijzeren bak waar ze worden nagesorteerd door Tonnie. Enkele kleine visjes die de zeef wisten te trotseren, worden er in dit stadium handmatig uitgepakt door Tonnie. Ik mag hem daarbij helpen. Als we alleen nog maar roze garnalen zien, stopt Tonnie de garnalen in een stevige zak waar groot HA4 op staat. Het aantal gevulde zakken verschilt per vangst en getij, leer ik als de dag vordert. Allemaal verdwijnen de zakken in het koelruim.
Vangst binnenhalen, schoonmaken, zeven, koken, sorteren en koelen… #garnalenvisserij een fabriek op zich en dat op het water #mooieervaring #garnalen #visserij #ha4 @simonkoornstra @Vissersbond pic.twitter.com/1GWDbsVJr4
— E. van den Manacker (@EllenManac) 25 juli 2018
Netten schoonmaken
Tijdens het verwerken van de vangst, maakt schipper Simon de netten schoon. Dit doet hij door te stomen met de netten -met de onderste lus nog open- half in het water. Hierdoor kan al het vuil, voornamelijk groene drab, tijdens het zogeheten spoelen het net verlaten.
“Om te voorkomen dat de algen en zeewieren opstoppen in het net, maakt Simon in de maanden juni, juli en augustus gebruik van een brievenbusnet.”
De groene drab is kenmerkend voor dit seizoen, vertelt Simon als ik zijn schipperskantoor weer binnenstap. Om te voorkomen dat de algen en zeewieren opstoppen in het net, maakt Simon in de maanden juni, juli en augustus gebruik van een brievenbusnet. Tijdens het spoelproces is de brievenbus in de vorm van een rechthoekige gleuf in het net goed te bewonderen. De brievenbus mag in de drie zomermaanden gebruikt worden als vervanger van de zeeflap, een netaanpassing die gericht is op het verminderen van ongewenste bijvangst.
“Geen groot gebied”
Als het spoelen klaar is, knoopt Tonnie de netten onderaan weer dicht en worden de netten uitgezet voor de volgende trek. Ondertussen praat ik verder met Simon. Ik vind het opmerkelijk dat we onderweg zoveel garnalenvissers tegenkomen. Ik had verwacht dat deze zich meer zouden verspreiden over de Waddenzee. Simon pakt er een kaart bij. Met witte lijnen is duidelijk weergegeven waar hij kan en mag vissen. “Dat is geen groot gebied”, merk ik op. Simon beaamt dat. Sommige plekken zijn simpelweg te ondiep om met de garnalenkotter te komen, maar er zijn ook gebieden afgesloten voor natuurdoeleinden of voor andere visserijen, zoals de mosselen.
“Ik miste de vrijheid van het vissersbestaan”
Tussen de kotters die wij tegenkomen, varen ook de broers van Simon. De gebroeders hebben het ouderlijk bedrijf overgenomen. Simon dacht in eerste instantie dat hij geen visserman wilde worden en ging niet mee in maatschap. Hij zwichtte voor het vak toen hij in zijn jeugdjaren stage moest lopen in een baan van acht tot vijf. “Ik miste de vrijheid van het vissersbestaan”, vertelt hij. Op 26-jarige leeftijd kocht hij een garnalenkotter, met de benodigde vergunningen. De garnalenkotter waar hij nu nog steeds de Waddenzee mee trotseert.
De volgende vangst wordt gehaald. Ik bewonder hoe de mannen feilloos op elkaar zijn ingespeeld. Aan enkele woorden hebben ze genoeg om elkaar te begrijpen. Ik help Tonnie met het nasorteren en geniet ondertussen van het prachtige uitzicht dat de visserman heeft: eindeloze vergezichten over de Waddenzee.
Pulsbuddy
Eenmaal terug op de brug, zie ik Simon zijn blik continu glijden over alle schermen. Ik heb ze niet geteld, maar het waren er veel. Eén voor de locatie, één voor de diepte en één scherm dat ik herken: een gewoon computerscherm met een excelbestand op de voorgrond. Simon is pulsbuddy van de HA31. Dat betekent dat de gegevens die hij invult over onder andere het tijdstip, de locatie en de hoeveelheid vangst, door de wetenschap worden vergeleken met de gegevens van een garnalenpulskotter. Ik vraag aan Simon of hij het vervelend vindt om al zijn gegevens in te vullen, maar dat vindt hij niet. “Ik wil innovatie graag stimuleren. Of een innovatie zinvol is, dat weten we pas als het onderzocht is”, vertelt Simon mij.
Hoogtij in de nacht
Tussen de schermen in ligt een klein boekje. Ik zie dat Simon het regelmatig oppakt en goed bestudeert. Dat maakt mij nieuwsgierig, wat staat erin? Hij laat het boekje zien. Op de pagina staat per uur de verwachtte getijdenstand op de Waddenzee van die dag. “Daarmee houd ik rekening als ik een trek uitzet”, vertelt Simon. Hoogtij in de nacht, dat zijn de mooiste tijden om garnalen te vangen vindt de schipper.
“De eerste trek die rond middernacht wordt verwerkt, is een beste.”
In de avond mag ik dat ook ervaren. De eerste trek die rond middernacht wordt verwerkt, is een beste. Ik denk wel vier keer zoveel als een trek eerder die dag. Simon en Tonnie zijn tevreden. Ik help Tonnie met het nasorteren en als de netten weer onder het water verdwijnen, duik ik het ruim in. Even wat nachtrust pakken. De mannen, die gaan 24/7 door. Tijdens de nachtelijke trekken slapen ze om en om op het bed dat achter de schippersstoel is geïnstalleerd.
Vangst van boord halen
Donderdagochtend komen we weer aan in de haven van Harlingen. De mensen van de afslag staan op de wal klaar om de lading van boord te halen. Waar ik sommige kotters met handige takelsystemen zie, hevelen Simon en Tonnie de tientallen zakken met de hand vanuit het koelruim aan wal. “Dat houdt ons een beetje fit”, grapt Simon.
Een mooie ervaring
Als de vangst van boord is, gaan we de netten schoonmaken. Alle achterblijfselen halen we uit de mazen en als ik een gat in het net zie, meld ik het bij Simon, zodat hij deze in de middag of op vrijdag kan repareren. Als de netten schoon zijn, gaan we verder met het dek. Met de hogedrukspuit, een bezem en een emmer vol sop maken we het dek, de installaties en het koelruim schoon. Als de kotter weer blinkt, is het voor mij tijd om afscheid te nemen. Ik bedank Simon en Tonnie voor de gastvrijheid en de mooie ervaring. Want een mooie ervaring, dat was het.
Ellen van den Manacker