Afgelopen vrijdag 11 maart 2016 heeft de Europese Commissie haar voorstel voor herziening van de technische maatregelen gepresenteerd. Dat is veel later dan gewenst omdat deze maatregelen een instrument zijn om de doelstellingen van het ‘nieuwe’ Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB) te kunnen bereiken dat op 1 januari 2014 van kracht is geworden. De huidige technische maatregelen bevatten namelijk voorschriften die strijdig zijn met de doelstellingen van het GVB zoals de Aanlandplicht. Voor veel vissers is het daardoor niet duidelijk wat er van hen verlangd wordt. Het voorstel van de Commissie voor herziening van de technische maatregelen moet daar verandering in brengen. In het voorstel is in ieder geval geregeld dat de pulsvisserij onder voorwaarden is toegestaan. Nederlandse Vissersbond volgt de ontwikkelingen op de voet om de belangen van de kottervloot goed te kunnen behartigen.
Strijdige regels
Sinds 1 januari 2016 is de aanlandplicht van kracht voor verschillende demersale (vis-)soorten. Vanaf 1 januari 2019 vallen alle gequoteerde (vis-)soorten in de Europese Unie wateren onder de aanlandplicht vallen mits er geen geen uitzonderingen gelden op basis van selectiviteit en/of overleving. De huidige technische maatregelen verordening 850-1998 is bedoeld om het oude GVB te ondersteunen en daarin was geen plaats voor de aanlandplicht. Om te voorkomen dat jonge (ondermaatse) vis werd aangeland zijn er in de huidige technische maatregelen verordening voorschriften opgenomen op het gebied van vangstsamenstelling gebaseerd op maatse vis. Jonge (ondermaatse) vis moest tot dit jaar nog overboord worden gezet. Maar onder de aanlandplicht moet juist alle gequoteerde vis, maats of ondermaats, worden aangeland. Een goed voorbeeld van strijdige regelgeving waar de visserman de dupe van dreigt te worden.
Het is al jaren bekend dat deze problemen zouden ontstaan bij introductie van de aanlandplicht zonder het tijdig aanpassen van de technische maatregelen. De Nederlandse Vissersbond is samen met andere visserijorganisaties betrokken bij het proces tot herziening van de technische maatregelen. In de EAPO, Europêche en NSAC (Noordzee Regional Advisory Comittee) waar de Nederlandse Vissersbond lid van is worden deze zaken in breed verband besproken en wordt gezamenlijk druk op de beleidsmakers in Brussel uitgeoefend. Brussel heeft haar zaakjes gewoon niet op orde blijkt wel.
Voorstel Technische Maatregelen
De Europese Commissie heeft op 11 maart 2016 de volgende twee documenten openbaar gemaakt:
1. Voorstel technische maatregelen verordening (COM) 2016 134
2. Bijlagen bij technische maatregelen verordening (COM) 2016 134
In het voorstel van de Commissie wordt in de toelichting bij de verordening tekst aangegeven dat de technische maatregelen moeten bijdragen aan de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van het GVB, namelijk:
- het bereiken van de maximale duurzame opbrengt (MSY – maximum sustainable yield) door het reguleren van het exploitatiepatroon (visserijdruk op verschillende jaarklassen) door technische maatregelen (vistuig, minimum maten) en ruimtelijke en temporele sluitingen (gesloten gebieden en RTC’s);
- het geleidelijk uitbannen van teruggooi (Aanlandplicht) en beperken van ongewenste vangsten;
- de impact van het vistuig op het ecosysteem tot een minimum beperken en het bereiken van een goede milieutoestand (Kaderrichtlijn Mariene strategie);
- de integriteit van de zeebodem behouden om kwetsbare habitat te beschermen.
De Europese Commissie heeft een en ander in een persbericht en aanvullende memo verwoord.
Wat is nieuw?
In het voorstel van de Europese Commissie voor de technische maatregelen verordening zijn een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de huidige technische maatregelen verordening 850-1998.
Nieuw is de nadruk die wordt gelegd op regionalisering van de technische maatregelen. Hierdoor moet het eenvoudiger worden om regionaal maatregelen te ontwikkelen en toe te passen zonder dat hiervoor besluitvorming van het Europees Parlement of de Ministerraad (Raad) voor nodig is. De nieuwe Verordening is als het ware een kapstok voor regionale plannen die op het niveau van wateren (o.a. de Noordzee) ontwikkeld en vastgesteld kunnen worden. In artikel 18 t/m 27 staat beschreven hoe regionalisering van technische maatregelen werkt.
Recreatieve visserijen moeten zich ook houden aan de minimum maten (minimum instandhoudingsreferentiegrootten) zoals aangegeven in bijlage V en X (artikel 2).
In de streefdoelen ( artikel 4) wordt aangegeven dat bijvangsten van ondermaatse soorten en bijvangsten van zeezoogdieren, reptielen, zeevogels en andere niet-commerciële soorten niet overschreden mogen worden. Lidstaten kunnen op basis van wetenschappelijk advies beperkende maatregelen treffen voor bepaalde vistuigen (artikel 12). De Europese Commissie kan ter bescherming van kwetsbare mariene ecosystemen op basis van wetenschappelijk advies een voorstel doen om de beschermde gebiedenlijst (Bijlage II) te wijzigen.
Voor het eerst wordt voor het gebruik van elektrische pulskorren (artikel 7) een uitzondering van het verbod op gebruik van elektrische stroom gemaakt. Voor innovatieve vistuigen zoals de pulskor geldt dat hier regionaal (lidstaten) afspraken over het gebruik of uitbreiding genomen kunnen worden. Die maatregelen moeten door WTECV (Wetenschappelijk Technisch en Economisch Comité voor de Visserij) worden geëvalueerd of het gebruik niet leidt tot negatieve effecten voor kwetsbare habitattypen en niet-doelsoorten (artikel 24).
Een klein artikel wordt gewijd aan de aanlandplicht (artikel 5) waarin staat dat highgrading en slipping verboden is. Op regionaal niveau zijn discardplannen (o.a. Noordzee) ontwikkeld. Klik hier voor meer informatie over discardsplannen.
De bijlagen I, IV en V zijn voor de Nederlandse kottervloot het belangrijkste. Opvallend is voor de visserij met staande netten de verplichting om met ten minste 100 mm op tong te kunnen vissen (bijlage V B.2). Dat is nu 90 mm. In regionale plannen kan hiervan worden afgeweken. Dat geldt ook voor de verplichting van het gebruik van akoestische afschrikmiddelen voor schepen van 12 meter en langer die met staande netten vissen (bijlage V D.1). In voorgaande jaren heeft de Nederlandse Vissersbond tegen dit punt al bezwaar aangetekend.
Procedure besluitvorming
De Europese Commissie heeft het voorstel voor de (nieuwe) technisch maatregelen verordening van het Europees Parlement en de Raad gemaakt. Beiden moeten het met elkaar en de Commissie eens worden over de nieuwe verordening. Het krachtenspel tussen Commissie, Parlement en de Raad leidt er meestal toe dat besluiten lang op zich laten wachten. Het gevolg van uitstel is dat strijdigheid tussen visserijregels blijft voortbestaan.
Woensdag 16 maart 2016 heeft in Den Haag een ledenvergadering van Europêche (vereniging van Europese visserijverenigingen) plaatsgevonden waarbij ook DG MARE Directeur dhr. Ernesto Penas en zijn vervanger Joost Paardekooper aanwezig waren. Derk Jan Berends nam namens de Nederlandse Vissersbond deel aan het overleg. Het is wel duidelijk dat het echte werk in de regio’s moet plaatsvinden. De Verordening van de Raad en het Parlement bevat als het goed is alleen zogenaamde basisregels die in de regio’s verder uitgewerkt kunnen worden. De lidstaten en de Advisory Committees (AC’s) zoals die van de Noordzee (NSAC) en Noordwestelijke Wateren (NWWAC) spelen daarin een belangrijke rol. In beide AC’s is de Nederlandse Vissersbond goed vertegenwoordigd.
Meer informatie
Heeft u vragen of opmerkingen dan kunt u contact opnemen met Derk Jan Berends, secretariaat@vissersbond.nl of T 0527-698151.