In zijn welkomstwoord “Bestek 2020, impuls van oud naar nieuw” bij de opening van het nieuwe kantoor van de Nederlandse Vissersbond op 11 april 2015 gaf voorzitter Johan K. Nooitgedagt een doorkijkje naar ontwikkelingen in de visserij.
Welkom
Na het welkom heten van de gasten, in het bijzonder de ere-leden de heren Schregardus (regio LO/ZK, garnalenvoorman), vd Berg (UK, bestuur), Tanis (GO, bestuur penningmeester) en de Keijser (BRU mosselsector, voorzitter mosselsectie), het bestuur van de Nederlandse Vissersbond, Anton Dekker (vice-voorzitter), Hendrik Romkes (penningmeester), Joop de Jong (toezichthouder van buiten en voorheen register accountant) en Barbara Holierhoek (bestuurslid en vz. HIN en OB), de leden van de ledenraad en de medewerkers van de Nederlandse Vissersbond en de vroegere secretaris de heer Tuinsma en zijn vrouw haakte Nooitgedagt in op de geschiedenis en toekomst van de Nederlandse Vissersbond.
Sociaal kapitaal Nederlandse Vissersbond
Beste mensen, u bent met elkaar de sociale lijm van de vereniging Nederlandse Vissersbond, al meer dan 80 jaar werkt dat blijkbaar. Wij zijn geen satéprikker van stukjes belang. Alleen door goede banden kan een saamhorigheidsgevoel ontstaan. Saamhorigheidsgevoel is te definiëren als de wil om anderen te helpen en de emotionele verbondenheid met de groep. Dat is het sociale kapitaal en dat is minstens zo kostbaar.
Opening kantoor Nederlandse Vissersbond
Het gaat vandaag een vrolijke dag worden. We hebben een programma om feestelijk met elkaar te netwerken. Na deze inleiding gaan we het kantoor van de Nederlandse Vissersbond openen. We lopen dan met z’n allen naar buiten. Onze ere-leden hijsen de drie vlaggen van de Nederlandse Vissersbond en onthullen het bedrijfsbord. Wij proosten samen met een glaasje champagne en aansluitend is het gehele kantoor te bezichtigen en spreekt u vooral met degene die u de gehele week al wilde spreken.
Thema: ‘Bestek 2020, impuls van oud naar nieuw’
Wat betekent Bestek 2020, implus van oud naar nieuw nu? Een bestek is waar je vist of gaat vissen. Vaak een goed bestek, want anders ga je er niet vissen. Landrotten kennen een bestek als een net woord voor eetgerei, mes, lepel en vork. Op zee is een bestek een positie, waar je bent. Zo heb je ook een gegist bestek, de positie waar je denkt te zitten op basis van vorige posities. Een doorrekening van oud naar nieuw, een impuls waarbij je weet waar je zat, maar nog niet zeker weet of je daar zit waar je werkelijk wilt zijn. Bestek 2020, impuls van oud naar nieuw. Waar zitten wij in 2020 en waar willen we dat we komen te zitten? Dat kun je dus overal op toepassen en dat ga ik nu in korte tijd even met u doornemen.
Wat betekent dat voor onze organisatie?
Wat is nu onze vereniging voor de toekomst? Het bestek 2020 betekent dat wij afstand nemen van de standaard vergadermodellen. Vaak waren dat hiërarchische modellen met een gastspreker op de jaarvergadering, een rondvraag waarin het deze man of vrouw (vaak van de overheid) moeilijk werd gemaakt en het volgende jaar kon je dezelfde vragen verwachten.
Nieuw is de organisatie wanneer ze gaat denken en werken in netwerkmodellen van flexibele coalities (samenwerkingsverbanden) die themagericht gaan werken. Samenwerking kan in principe met iedereen, maar je moet er samen wel beter van worden. Er is veel meer behoefte aan dynamische netwerken van bevlogen ondernemers en bestuurders die themagericht samenwerken. Kenniskringen zijn daar wel een beetje een voorbeeld van, zij het dat dit ook al bijna instituten worden en de betrokkenheid niet zo vernieuwend meer is als dat het zou moeten zijn.
Goed geïnformeerd meer invloed
Een pasklare oplossing bestaat niet altijd, maar vernieuwend is de balans tussen strategie en uitvoering van ideeën. Wij zullen als Nederlandse Vissersbond meer de rol van procesarchitect krijgen. Leden moeten hun posities benutten, ondernemen! Daar liggen kansen. Wie goed geïnformeerd en georganiseerd is, kan een nog betere invloed uitoefenen op het ondernemingsklimaat in de visserij.
Betekenis Bestek 2020 voor vissers?
De bulk van de door Nederlandse vissers gevangen vis gaat linea recta naar het buitenland. We zijn een exportsector. We zijn weliswaar een land aan zee met een lange visserijtraditie, maar de Nederlandse markt is geen thuishaven. Het is waar dat we de vis die we zelf vangen, zoals schol en tong, exporteren en dat we de vis die we in Nederland zelf eten, zoals zalm en pangasius, importeren. De visserijsector heeft de blik vooral buiten de Nederlandse markt gericht. Vis gaat van anonieme vissers naar anonieme vragers die geen band met elkaar hebben of opbouwen.
Streekvis
Natuurlijk zijn er goede uitzonderingen. Streekvis, Waddengoud-keurmerk, De Groene Vis en Zuiderzeezilver zijn allemaal initiatieven waarbij de associatie met ‘kustbeleving en de zee van dichtbij’ wordt gelegd. Verbindingen tussen een thuisvloot met een thuismarkt van betrokken en kritische liefhebbers van lekkere vis. Dat is een tegenstelling van een tegenwoordige visserij op een gevestigde exportoriëntatie waar hoge vangsten tegen lage kosten centrale doelstellingen zijn.
Dat is de weg die de melkveehouderij na 1 april voorgoed heeft ingezet. Grote stallen, veel koeien, veel melk is daar de keuze. Stel dat de bulk van een product voor de exportmarkt is, dan zou het zomaar kunnen zijn dat één van de kenmerken van een dergelijke sector is dat dit de maatschappelijke waardering (license to operate) onder grote druk zet.
Focus op lokale samenwerking
Ik merk het aan de stuwende kracht voor Natuurbeschermingsvergunningen wanneer de sector lokaal opereert, waardering heeft, en lokaal haar producten weet af te zetten. Onderschat de mosselpannetjes in de Nederlandse restaurants niet. Zie daar de mogelijke gelegenheidscoalities met bijvoorbeeld Horeca Nederland en de visspeciaalzaken. Dat geeft wellicht erkenning en herkenning voor de positie van Nederlandse vissers, vooral wanneer het om gevoelige (maatschappelijk kwetsbare) dossiers gaat.
Vis is gezond, duurzaam en puur natuur
Wat aspecten als deze betreft is het aanbod van vis nauwelijks anders dan dat van vlees, vooral in de supermarkten. Ook voor vlees geldt helaas dat in de wijze waarop het wordt aangeboden het product van zijn dierlijke afkomst is ontdaan. Bloedeloze bakjes met versneden plakjes vinden we in de vleesvitrines. Denken wij het langs die weg te gaan winnen? Is het niet tijd voor een doctrine die dat gaat doorbreken? Dat betekent dat onze vis, gezond en duurzaam, onder de noemer ‘puur natuur’, voor een doorslaand verkoopsucces moet zorgen. Een gezond imago, het is per slot een geweldig product, maar blijkbaar is dat geen garantie voor een overvloedige lokale consumptie in West Europa. Blijkbaar zijn de nadelen van geur, smaak, prijs, graten en milieuaspecten groter dan het ‘magische motief’ om deze vis onweerstaanbaar verleidelijk en woordenloos vanzelfsprekend te maken voor consumenten in Nederland en tot diep in de Noordzee: Vis als de omega-3 verzorger.
Herkenbaarheid Nederlandse vis vergroten
Daar doen we nu onvoldoende aan als gehele sector (als gehele keten) en dat zie ik als een impuls van ‘oud naar nieuw’. Onze vissers zijn jagers op zee. Zij zijn elke week op jacht naar goede bestekken. Die bestekken waar in het vorige jaar, in die periode, met die omstandigheden goed te vangen was. Maar net als eerder op het land wordt jagen en verzamelen ingehaald door teelt. Daarom hebben we de herkenbaarheid nodig, die terug te leiden is naar de schepen, de vangstmethoden en liefst nog naar het vakmanschap en de integriteit van de bemanning. Het is een taak van alle vissers, alle betrokkenen in de keten, om verantwoord gedrag, duurzaamheid, branche geloofwaardig te houden.
Toekomst
Ik heb hier geen glazen bol om in de toekomst te kijken. Integendeel. We weten, zoals we hier staan, dat we allemaal hele moeilijke dossiers hebben te behandelen. Ik denk aan:
- Multifunctioneel gebruik van de zee, de één wil 25% van de Noordzee afsluiten, de ander wil windmolens op zee en de derde wil ergens een rijke bron bouwen van biodiversiteit, schelpdieren en algen. Het gaat allemaal ten koste van de vrije visserijruimte. Landjepik op zee is aan de orde van de dag. Dat zal alleen maar toenemen en ik zie een agenda voor me die de gehele Noordzee natuurgebied maakt.
- Effecten van de aanlandplicht, de discard ban, gaan ontegenzeggelijk een wurgkoord worden voor de kottersector wanneer we de agenda niet weten om te buigen.We hebben VIBEG en VISWAD. De agenda voor visserijbeperkingen, waarmee we trachten te bewijzen dat visserij en natuurbelang heel goed samen kunnen gaan. Een weg te gaan om veraf te blijven van het voeren van procedures die alleen maar verliezers kent. Als voorbeeld hebben we het debacle van de mechanische kokkelvisserij en de moeilijke weg voor mosselkwekers.
- We hebben het dossier van de puls. In Europa is dat absoluut géén gelopen race. Het is nodig dat we daarbij erg kritisch op onszelf zijn. Als Nederland als vissector een topland wil zijn, dan zullen we voor doorbraken moeten zorgen en deze ook weten te behouden.
- We hebben het Masterplan Duurzame Visserij. Trots zullen we zijn dat er visserijondernemers zijn die durven door te zetten op een onbekende weg. Innovaties, duurzaamheid en kennisdeling komen daar bij elkaar. Herstructurering van onze vloot is gewoon nodig. Laten we eerlijk zijn, het is een begin van het nieuwe denken. Iedereen zal noodgedwongen onder de tien ton gasolie per week moeten komen.
- Tot slot zal de sector meer moeten samenwerken. Een fusie met VisNed, of delen van VisNed is mislukt. Ik denk dat daar nog wel eens een boek over zal verschijnen. Het zou zomaar kunnen dat ik de auteur ken.
Tijd voor veranderingen krijgen
Voor de toekomst wil ik u meegeven dat de centrale noemer de organisatieverandering is, naast het managen van transities, het managen van veranderingen. Ik denk daarbij met name aan de menselijke kant van transities. Denk daarbij aan de aanlandplicht, beste lieve mensen. Een verandering die plaatsvindt zonder dat mensen zelf een transitie doormaken, is niet meer dan een herschikking van de stoelen.
Nieuwe manier van werken niet afdwingen
Staatssecretaris Dijksma en haar Europese collega’s in de EU Visserijraad moeten denken aan het psychologische proces die vissers doormaken. Een nieuwe manier van werken dwing je niet af. Het loslaten van de oude identiteit en realiteit gaat niet met dwang. Hier worden gevoelens van verlies niet serieus genomen door de EU. Meer dan veertig jaar bestraffen op de aanvoer van jonge vis wordt met één Zuid Europese pennenstreek omgeturnd naar het verplicht aanlanden van alle gevangen vis.
Ik hou mij vast aan de Staatssecretaris, het is misschien onmogelijk, maar probeer dan zo dicht mogelijk bij het onmogelijke te komen. Slechts daarvoor hebben we handreikingen gekregen en daar wil ik ook leiding aan geven. Maar als je probeert te leiden (en dat doe je als voorzitter op vele van deze dossiers (on)zichtbaar), is het vreselijk om over je schouder te kijken en te ontdekken dat er niemand achter je loopt. Hoop is dan misschien wel een slechte gids, maar dan wel een heel goed gezelschap.
De bemanning van de Nederlandse Vissersbond zal zich, samen met bestuur en ledenraad, in dit prachtige nieuwe kantoor, sterker opstellen dan zij ooit geweest is. Ik ben er trots op om voorzitter te zijn van deze prachtige sector. Een sector die het waard is om alle waardering te krijgen voor de producten die wij aanvoeren. Dat zijn vis, schaal- en schelpdieren van Nederlandse wateren. Denken in kansen en uitdagingen, dat is ´Het bestek 2020, impuls van oud naar nieuw´.
Openingshandeling door ereleden
We staan nu in de Johannes W. Stevensonzaal en hiernaast is de Riekelt Brandszaal (de historie gaat terug naar 1934). Stevenson uit Den Helder was voorzitter van 1934-1947 en zei bij de oprichtingsvergadering: “Men mag plaatselijk veel trachten te doen, iets ten goede tot stand brengen, voor de kustvisserij in het algemeen eist een krachtige, goed georganiseerde vereniging over het gehele land”. De zaal hiernaast, Riekelt Brands, een Urker, was voorzitter van 1947-1964. Hij zei: “Ik roep alle Kustvissers op van Zoutkamp tot aan Breskens; sluit u aan bij de Nederlandse Vissersbond, want dit is uw BOND!”. Hij schreef daarbij bond met hoofdletters. L’Histoire se répete, de historie herhaalt zich.
Wanneer u rondloopt voor bezichtiging: Eén etage lager zijn de kantoren van het personeel-bemanning en daaronder is de begane grond. Wij worden straks allemaal feestelijk opgehaald om de openingsceremonie te verrichten. Daarbij spelen de ere-leden de hoofdrol. Zij zullen de vlaggen hijsen, het nieuwe logo van de Nederlandse Vissersbond onthullen en tegelijkertijd hebben we geregeld dat de nieuwe website vissersbond.nl online gaat. U kunt tijdens de rondwandeling in de kantoren op de beeldschermen kennismaken met de nieuwe website. Dat kunt u nu overigens ook op uw mobiel doen.
Betekenis nieuwe logo
We hebben een nieuw logo. De betekenis is nog steeds de verbintenis tussen de zeegroene huiskleuren en het groene verantwoorde denken. Het is geen landbouw groen, het is zeegroen. Een rijke zee is niet blauw, maar groen. Er staat een vissersschip in ons logo, maar het kan net zo goed een maritieme ondernemer zijn die met een kotter vaart. Uiteraard is vis uit de zee ons hoofdproduct, daar verstaan wij zeker ook schaal- en schelpdieren onder.